GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christelijk-Sociale Arbeid in bet Verleden.

Een van de verdiensten van het boek van Peter Drucker: „Te End of Economie Man", is, dat het behoorlijk aandacht schenkt aan den CHristelijksocialen arbeid, die in de vorige eeuw is verricht, vaak met boven-menschelijke inspanning en ondanks krachtige tegenwerking.

Die arbeid was niet gezien; in de 19de eeuw heerschte de overtuiging, dat het Gliristendom had „afgedaan", dat de religie was „overwonnen".. De bijtende spot der Pransche revoluüonnaire denkers had zijn uitwerldng niet gemist; de z.g. verlichte mensch wilde van geen Godsbestuur weten; het materialisme in zijn vele vormen ondermijnde het geloof in den Schepper; met onbegrijpelijk welbehagen en enthousiasme verkondigde de modem© mensch, dat hij slechts stof, en dat zijn z.g. geestelijke activiteit niets anders dan een soort begeleidend verschijnsel van wetmatig verloopende stoffelijke processen was. Ook het Marxisme loochende het eigen karakter van den geest; het kwam met zijn bijzondere verklaring van de historie, en richtte zijn aanvallen op hen, die, zooals het heette, in een „boven-natuurlijke macht" geloofden.

Liberalen en socialisten, vooraanstaanden op het gebied van w©tenschap en kunst, volksleiders en hun volgelingen, hielden niet op met aan hun ongeloof uiting te geven; het Gliristendom beleefde moeilijke tijden; het werd niet als vörlossende prediking voor de wereld beschouwdi, maar eerder als hindernis voor den waren vooruitgang gebrandmerkt.

Hel kwam immers niet met moderne wetenschappelijke theorieën, noch met een program van sociale revolutie; zijn stem leek zwak te midden van hen, die luid de geboorte van een nieuwe maatschappij of de zege der wetenschap verkondigden.

In die tijden was het Christendom veracht; het deed beter te zwijgen of zich geheel gewonnen te geven.

In die tijden is er niettemin heel veel arbeid verricht, waarvan de zegenrijke werking tot op heden merkbaar is.

Kenmerkend voor den Ghr.-socialen arbeid is geweest, dat hij zich richtte op de nooden van het individu of van de kleine groep. In kleinen kring werd gestreden voor lotsverbetering en waardeering van den mensch als schepsel Gods. In dise fabriek en op dat landgoed, in die positie of in dat werk. Dat was misschien mede de oorzaak, dat daarover kleineerend werd gesproken, in een tijd, waarin alleen heil van de revolutionaire beweging werd verwacht. En toch is dat kleine, verachte, maar in wezen heroïsche werk van grooten invloed geweest; het heeft niet alleen veel directen zegen geschonken, maar ook de basis gelegd voor een krachtige organisatie.

Het doet goed, waardeerend© woorden over dien arbeid te lezen. Want dat is inderdaad juist: in Christelijke kringen werd het groote gevaar van een mensch- en maatschappijbeschouwing, die in de 19de eeuw heerschte, duidelijk onderkend. Men wist waarheen zij zou leiden.

De „religieuze krachten", schrijft Drucker, poogden te voorkomen, dat de mensch vermorzeld werd tusschen den bovensten molensteen van de kapitalistische üidustrie en den daaronder liggenden molensteen van de proletarische beweging. Er werden, vooral door de lagere geestelijkheid, talrijke coöperatieve organisaties gevormd; , zoowel op het gebied der productie als op dat der con^ sumptie. En dat dikwijls, ondanks de oppositie in eigen kring, door hoogere geestelijke of politieke autoriteiten. Zoowel Protestanten als Kaüiolieken vochten tegen de feudale landgoederen. tegen de onttrekking van land aan de agrarische bewerking, ©en onttrekking, die talrijke onafhankelijke boeren van hun land beroofden.

Drucker heeft hier natuurlijk vooral het oo^ op to©standen in Duitschland, en ook in Engeland, waar de boeren harde tijden hebben beleefd, de pachters van hun land werden verjaagd, met moeite in cultuur gebrachte gronden tot wildernissen werden teruggebracht, omdat de jachtheer het wilde. Tijden, waarin degenen, die tot bloedens toe voor d© voedselvoorziening der massa werkten, eerder als ©en plaag dan als een zegen werden beschouwd. D© geschiedenis der boerenbevolking kent vele zwarte bladzijden. Wie het voor hen opnam, wist zich zeker van den tegenstand der machtigen.

Drucker wijst erop, dat in verschillende landen de (wat hij zwak noemt) „religieuze krachten" zich tegen die verdrukldng verzetten, en w©rkt6n voor de bevrijding der boeren uit de al te sterk knellende banden. In Ierland, zoowel als in Protestantsch Pruisen, in de Slavische gedeelten van het voormalige Oostenrijk-Hongarije en in de Scandinavische landen.

En, vervolgt hij, een dergelijk© strijd werd met succes ondernomen om de rechten van den handarbeider te verzekeren, niet alleen om zijn economisch© en sociale positie steviger te maken, maar ook om hem in zijn eer te herstellen. Het is, gaat Drucker voort, zeer zeker van beteebenis, dat twee menschen in Duitschland de oorzaak dezer b©w©ging waren, menschen, die van tegenovergestelde polen der samenleving kwamen en die niets anders gemeen hadden dan hun overtuiging, dat de economische en mechanistisclie maatschappij gedoemd was ten onder te gaan. Die twee waren de bisschop Von Ketteler, een afstammeling van de meest trotsche, rijke en machtige aristocratische familie, en de proletariër Kolping, die uit do laagste lagen der samenleving kwam en die zijn weg naar het priesterschap door honger en ver"nedering heen, moest bevechten. (Adolf Kolping stichtte in 1847 in Elberfeld zijn „Gez©ll©nvereeniging", en zette ©enige jaren later in Keulen zijn arbeid voort. Hij vormde kringen van Roomsche arbeiders, die aan de bescherming van St. Jozef werden opgedragen. Die St. Jozef-gezellen-vereenigingen zijn, zooals men weet, zeer bekend geworden).

Drucker heeft het maar steeds over de reactie tegen de „economische opvatting" der maatschappij; daaruit verklaart hij al de Christelijk sociale bewegingen van de 19de en de 20ste eeuw. We hebben reeds eenige malen opgemerkt, dat die Christelijk-sociale actie een geheel ander, veel krachtiger fundament heeft en ook een veel hoogere doelstelling, ©n dat de strijd tegen die maatschappij-beschouwing veel meer inhoudt, dan hij meent. Ook missen we in zijn boek verscMllende menschen, die in de Chrisfcelijk-sociale beweging een belangrijke taak hebben vervuld. Geen beschrijving is volledig, of zij moet ook den arbeid in Nederland grondig weergeven, en de kerkelijke historie in ons land in haar taak betrekken. Maar daarvan weet Drucker blijkbaar weinig of niets.

Wel heeft hij aandacht voor het werk in andere landen. Hij meent, dat de „burgerlijk-liberale ©n do Marxistisch© generaties" na den dood van John Sluart Mill, geen enkelen onafhankelijken en origineelen leider op sociaal gebied hebben voortgebracht, maar dat aan de andere zijde ©en gnoot) aantal van de „onafhankelijke en origineele, sociale en politieke philosophen van de laatste vijftig jaren zich tot de religie wendden". Hun religieuze ervaring, heet het, was zonder uitzondering gefundeerd op de erkenning van de onvermijdelijke ineenstorting van de kapitalistische en socialistische orde, die hen dwong een nieuwe basis te zoeken, waarop zij het sociale gebouw zouden kunnen grondvesten. Drucker noemt dan „vier prominente voorbeelden" van Europeesch radicaal Christendom: de Rus Berdjajew, die als theoretisch Marxist van bijzonder formaat begon; de Engelschman Chesterton, die een sociaal hervormer was, de Duitsche Protestant Dr Barth, die nog altijd socialist is, en Dr Brünuig (de gewezen kanselier), die secretaris van het R.-K. Vakvereenigingsverbond was.

Nu willen we niet onderzoeken of en 'in! hoeverre deze keuze gerechtvaardigd is, en nog vee] minder de relatie der genoemde denkers tot de Christelijke belijdenis nagaan.

Wo willen alleen er de aandacht op vestigen, dat de formule, die Drucker hier gebruikt, toch wel bewijst, dat zijn idee omtrent het Christelijk geloof zeer wonderlijk is. Want er is natuurlijk geen sprake van, dat de „religieuze ervaring" van den Christen gebaseerd kan zijn op de „onvermijdelijke ineenstorting van de kapitalistisch© en socialistisch© orde", ©n dat zijn geloof vrucht zou zijn van het zoeken naar een „niéuwe basis" voor zijn „sociaal gebouw".

Wc zouden het wellicht niet noodig geacht hebben, hierop de aandacht t© vestigen, wanneer niet Drucker, voortgaand© in zijn redeneering, straks „vaststelt", dat de kerken in „hun taak", n.l. die van de „vestiging ©ener nieuwe sociale orde, geheel in gebreke zijn gebleven. Tot zulk een conclusie komt hij, die de wereldbeschouwing van

56 een mensch sociaal „bedingt" ziet, en van een ander fundament niet wil weten.

Het geloof in de ineenstorting van een sociale orde, die dooir den zich autonoom wanenden mensch is gesticht, komt voort uit het geloolf in het Woord van God, dat zulke menschelijke pogingen ijdel heet. Dat neemt natuurlijk niet weg, dat er (ook in den tegenwoordigen tijd) menschen zijn, die nu duidelijk zien, wat het einde eener wereld is zonder God, die vragen naar een ander fundament voor hun leven, en dat vinden, waar het slechts te vinden is: bij God. Maar deze zullen bij dat zoeken ontmoeten (en wellicht van hen leiding ontvangen) die van den aanvang af in God geloofd hebben, en daardoor met zekerheid hun weg gingen door de wereld, die zoo heel veel door die zonde heeft te lijden.

Menschen, wier doel hooger ligt dan het vestigen eener „nieuwe sociale orde", hoe belangrijk die op zichzelf ook moge zijn. Én in ieder geival is die j.nieuwe maatschappij" voor hen voornamelijk middel en aan de andere zijde vrucht van hun geloof. En niet omgekeerd

Gaan we den volgenden keer Drucker's aanklacht .tegen de kerken na.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's