GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De „mislukking der Kerk”.

Peter Drucker's boek: „The End of Economie Man", treft door zijn oordeel over de samenleving, zooals die zich in den loop der tijden heelt ontwikkeld. De schrijver beschouwt haar basis als ondeugdelijk en heeft geen vertrouwen in de krachten, welke die ontwikkeling hebben geleid. Wij staan, meent hij, voor een totale ineenstorting. De idee van den economiscben mensch, de idee van de mechanistische maatschappij, heeft volkomen fiasco geleden.

En daarmede is, zegt hij, zoowel het liberalistisch kapitalisme als het marxistisch socialisme veroordeeld. De wereld ziet volgens den schrijver reikhalzend uit naar een nieuwe sociale orde, en zoekt deze „bij de Kerken", maar vindt haar ook daar niet. De sociale en politieke leeringen der Kerk zijn, meent hij, zuiver negatief. Zij is sterk in haar critiek op de oude opvattingen, maar onmachtig om die „nieuwe, constructieve idee der samenle^'ing" te formuleeren, welke zij „beweert te bezitten". Haar onmacht bevordert daarom de komst van het totalitaire fascisme. En dit moet voor haar een ernstige waarschuwing zijn, want de „totalitaire" wereldbeschouwmg keert zich veel sterker tegen de Christelijke belijdenis dan het Marxisme in zijn meest atheïstische periode. De historie van Oostenrijk en Spanje is daar, om het te bewijzen; zij toont deze „tragische antinomie" overduidelijk.

Die onmacht van de Kerken en de Christenheid in het algemeen, herhaalt de schrijver, om een sociale basis te vinden, is even pijnlijk zichtbaar in de successen van de Christelijke leidersi, die vurig begeeren zulk een basis te vinden. Als voorbeeld kiest Drucker Chesterton's werk: „De terugkeer van Don Quichote": „de meest a-sociale, meest geïsoleerde figuur in de geheele hteratuur, die geheel in zijn eigen persoonlijke verbeelding leeft en zoo weinig aan de werkelijke wereld en samenleving heeft, dat hij hun bestaan geheel negeert." En zoo ziet Chesterton's moderne Don Quichote de sociale werkelijkheden van dezen dag voorbij: den klassenstrijd, de machines, bet verval der samenleving. En zooals Chesterton zijn er meer: een concrete basis geven die denkers niet en vinden zij ook niet. Hoogstens individueele waarden, maar niets meer.

Die onmacht, heet het verder, is des tie merkwaardiger, omdat zij niet geweten mag worden aan den „goddeloozen geest" o^nzer dagen, waarover zoo dikwijls op de kansels wordt geklaagd. Integendeel: een tijd, waarin de geestelijke elite zich tot de Kerk wendt, moet een sterke neiging tot den godsdienst hebben. Maar, niettegenstaande dezen nood en dit zoeken, zijn de Kerken niet Sn staat geweest een religieus-sociale oplossing te geven. Al wat zij heden kunnen doen, is aan het individu een veilige haven te wijzen en eenl toevluchtsoord in een individueele religie. Zij kunnen geen nieuwe samenleving en geen nieuwe gemeenschap schenken. Persoonlijke religieuze ervaring kan van onschatbare beteekenis voor het individu zijn, zij kan in hem den vrede herstellen, hem brengen tot God en hem een verklaring geven van zijn eigen natuur en leven. Maar zij kan geen samenleving scheppen.

Als voorbeeld kiest Drucker dominee Niemöller: „misschien het meest treffende voorbeeld van de sociale mislukking van het Christendom". Niemand, die beter dan deze dappere leiden van de Duilsche belijdenisbeweging, toont, dat bet zoeken naar een nieuwe basis voor de samenleving het motief is voor de wendmg naar het Christendora. Niemöller is uit den oorlog gekomen als een kapotgeslagen en ontworteld mensch, zooals zoovele andei"en van zijn leeftijd. Hij zocht eerst een nieuwe samenleving bij de socialistische en communistische arbeiders in de kolenmijnen, en toen, na daar niets dan teleurstelling te hebben ondervonden, bij de eerste radicale Nazi-groepen. Tenslotte wendde hij zich tot de religie. Hij vond in, de religie een individueelen vrede en een iiidiVidueele vluchthaven, een individueele missie en een individueel geloof. Maar hij vond daar niet een les voor de samenleving. Hij bestrijdt het Naziïsme vanuit de basis van zijn indiviidueele geweten, maar (ofschoon hij dat begeert) hij kan geen enkele constructieve sociale idee tegenover dit stelsel zetten. Hij realiseert zich zeer wel, dat het politieke en sociale totalitaire systeem de vernietiging van aüe \Tijheid van religie inhoudt. Toch kan hij geen enkel sociaal of politiek geloof ontwikkelen, dat met zijn persoonlijke religie harmonieert.

Dit is een heviger kwaad voor iedere Chrisbelijko Kerk dan zelfs oen algeheel verlies van haar belijders. Een Kerk, die slechts een kleine, vervolgde minderheid in een wijde zee van atheïsten is, kan sterk blijven en vol vertrouwen haar toekomst tegemoet gaan, wanneer zij aan haar belijders een werkelijke gemeenschap schenkt. Zij zou onmiddellijk als overwinnares naar voren treden, zoodra het materialisme zijn ondeugdelijkheid duidelijk toont. Dat gebeurde in de Fransche revolutie, dat kan ook in Sovjet-Rusland over ©en of twee generaties het geval zijn, daar de Ideine minderheden, die de Kerk bewaren en hervormen, een werkelijke gemeenschap vormen. Maar een Christelijke Kerk, die, hoewel zij vele en goede belijders telt, niets meer kan geven dan een persoonlijke religie en een persoonlijke voldoening, houdt op Kerk te zijn, althans in den zin, waarin Europa dit woord verstaat. Zij verliest haar wezenlijk kenmerk als de basis van ©en rationeele orde van den kosmos en moet toegeven, dat het Christendom, dat zoovele demonen, die in het verleden heerschten, uit den weg hoeft geruimd of getemd, niet in staat is de demonen te bannen, die onze samenleving en onze tijden bezoeken. Zij blijft geheel in gebreke haar werkelijke natuur als een stelsel van irrationeele Itrachten, te begi-ijpen, dat buiten en boven bet thians heerschende Europeesche systeem van wereldbeschouwingen staat.

Tot zoover Drucker, die ook op de volgende bladzijden van het hoofdstuk: „De mislukking der Kerken", oordeelen uitspreekt, die wij gaarne nader willen bezien. Maar het is goed om eerst over hetgeen hij tot dusver heeft gezegd, eenige opmer- Idngen te maken.

Niet over zijn opvatting van Chesterton of van 79 ndere romantici; niet over de vraag of zij inderaad representatieve figuren mogen genoemd worden. Ook niet over de reedis eerder behandeüde kwestie of Drucker voldoende op de hoogte is an de Christelijke denkers, dat hij in staat is over hen een oordeel te vellen.

Maar wel over dat „individueiele geloof", en over die zoogenaamde mislukking.

Het is uit de weergegeven gedeelten, meenen we, wel duidelijk geworden, dat Drucker de beteekenis van het individueele geloof geheel miskent. De Bijbel stelt allereerst aan den mensch den eisch, dat hij in God gelooft, zijn zonden belijdt, en Christus als zijn Verlosser dankbaar erkent. De Bijbel stelt den eisch van gehoorzaamheid aan Gods wet en het geloof in Zijn Woord De Bijbel spreekt over het verbond van God met den mensch, en wijst den weg tot het bekomen van verzoening en vrede aan. Een samenleving, die dit alles verwerpt, die aan die eischen afbreuk doet, is ten doode gedoemd, brengt ongerechtigheid en onheil voort. Deze tijden bewijzen dat .weer overduidelijk.

En tevens toonen zij, dat de erkenning van persoonlijke schuld, de volkomen onderwerping aan Gods gebod, vaak gemist wordt, ook bij hen, die zich, volgens Drucker, „naar de religie wenden". De „mislukking van de samenleving" (laten we een oogenbük deze uitdrukking, die zoo geliefd is, maar in wezen een verwerping der historie beteekent, een oogenblik overnemen) is mede, en voornamelijk het gevolg van de verkeerde persoonlijke houding van den mensch tegenover God. Er blijft het vertrouwen in eigen kracht, er blijft, de overtuiging, dat de mensch, „gesteund door de eeuwige religieuze waarheden", zooals het vaak heet, in staat is een ideëele samenleving! üe vormen. Niet het feit, dat het geloof „persoonlijk" is, kan en mag verantwoordelijk gesteld worden voor de moeilijkheden, waarvoor we in dezen tijd staan. Dat is zeker geen oorzaak van wat Drucker en anderen, de onmacht der Kerk noemen. Maar wel het feit, dat velen en velen niet willen erkeaxnien, . dat dit „persoonlijk geloof" in God en Zijn Beloften de basis van alle werken moet zijn.

Maar onder dat geloof mag geen mystieke zclfinkeer worden verstaan; het wil en het moet „vruchten der dankbaarheid" voortbrengen. En nu geven we gaarne toe, dat een van die vruchten het streven naar waarachtige gemeenschap moet zijn, en dat een getuigen in dien zin dikwijls ontbreekt. Er is vaak een zich verschuilen achter de gedachte, dat de Bijbel „geen sociaal stelsel" geeft, ons over de inrichting en structuur der moderne samenleving eigenlijk niets zegt. Er heerscht vaak het gevoel, dat het onmogelijk is „tegen den stroom in te gaan", dat wij de economische ontwikkeling niet kunnen weerstaan of zelfs richting daaraan geven.

De weg is inderdaad moeilijk; de pogingen zijn dikwijls zwak en zij geven vaak den indnik van nutteloos werken. Wij zien in de wereld booze machten, die sterker lijken dan de lu-achten des vredes; het schijnt vaak alsof het Koninkrijk Gods de zwakkere partij is. De Kerken veroordeelen het bombardement cener weerlooze bevolking, zij veroordeelen het oorlogsbedrijf, dat wreede mijnen legt. Maar wanneer zoogenaamd geoorloofde represailles ten uitvoer worden gelegd, klinken de protesteerende stemmen in oorlogvoerende landen, die zeggen, voor bet recht op te komen, heel zwak.

Er is gelukkig veel gebed voor den vrede. Maar aarnaast moet ook het verlangen tot uitdrukking orden gebracht, dat de oorzaken, die toit de atastrophe van dezen tijd geleid hebben, nauwkeurig worden onderzocht, en dat straks, waneer het oogenblik van het sluiten van den vrede daar is, gestreefd zal worden naar een werkelijken vrede. Een vrede, die misscliien veel offers zal eischen.

Het verlangen naar gemeenschap is er, ook hier en daar liet vertrouwen, dat de belijders van het Chi-istendom hier een schoone taak hebben. Dat vertrouwen bewijst, dat van een „mislukking", zooals Drucker dat bedoelt, geen sprake is.

De ICerk blijft leven, mede dank zij het onver­

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's