GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Soefi-beweglüO.

I.

Onderde bewegingen die in den tegenwoordigeu tijd liier en. daar den modernen mensch trekken, behoort ook de Soefi-beweging. Hiet is met deze strooming toch nog, weelr aiiders gesteld dan met de Oxford-groep of met de z.g. Maranatha-beweging bijv. Deze beide laaisten willen rekening houden met het „christelijk beginsel" en ze t'racliten elk op hun wijze het „christelijk getuigenis" uit te dragen. De Maranatha-beweging staat volgens de verklaring van den redacteur van het Zoeklicht^) op den geloofsbodem van Gods Woord en vindt haar oorsprong in den Zaligmaker zelf, . Wie haar begrijpen wil, heeft persoonlijk contact noodig met den Zaligmaker. De Buchman-beweging dient zich aan als een revival buiten de christelijke kerk. Zij wil op haar beurt terugkeer tot het oor.spl'onkelijke christendoim. En al mag men zeer veel bezwaren, ook tegen deze beweging, kunnen inbrengen, het is toch een strooming, die tracht de beginselen van bet christendom in de practijk te doen herleven.

Buiten het christendom zeggen beiden niet te willen gaan.

Dat is met de Soefl-beweging anders. De Soefi's grijpen niet op de Schrift en op de grondslagen van het christendom terug om daaraan hun idealen te verbinden, maar zij gaan er van uit dat alle godsdiensten één zijn en één behooren te zijn. Zij stellen het christendom eenvoudig naast bet Boeddhisme, het Hindoeïsme enz, en willen van een wezenlijk onderscheid niet weten.

Met deze Soefi-beweging willen we ons in enkele artikelen bezig houden.

De Soefi-beweging in haar tegenwoordigeu verschijningsvorm in de westersche wereld is nauw verbonden aan den persoon en het optreden van Inayat Khan.

Inayat Khan werd geboren in 1882 te Baroda in Britsch-Indië uit Mohammedaansche ouders. Aanvankelijk ontvangt de kleine Inayat een Op^ voeding, die in overeenstemming is met deeischen van den Islam. Van zijn grootvader Moula Bux — door de Soefi's genoemd de Beethoven van Indië — ontvangt hij les in de muziek. Op negenjarigen leeftijd krijgt hij een prijs en een studiebeurs voor het componeeren van een gebed tot Ganesh. Door het succes aangemoedigd en door de sludiebeurs daartoe in staat gesteld, gaat Inayat zijn gaven in die richting verder ontplooien en beoefent hij intensief de muziek en dichtkunst, . Als hij 18 jaar oud geworden is maakt hij een tournee door de belangrijkste steden van Indië en wordt hij ontvangen aan verschillende koninklijke hoven, waar hem een luiste'rrijke ontvangst en vorstelijke gaven ten deel vallen. Tijdens zijn verblijf aan het hof van den Nizam van Hyderabad — een bekend mysticus — begint hij belang te stellen in het Soefisme, en komt hij in aanraking •met verschillende vooraanstaande Soefi's.

Dan komt er een oogenblik in het leven van Inayat Khan dat voor hem van beslissende beteekenis zijn zal. Op zekeren dag brengt hij een bezoek aan het graf van een van de beroemdste S oef i-heiligen uit Indië. Het is tot ver in den omtrek van het graf indrukwekkend stil. Als Inayat Khan in den nacht zijn gebeden heeft uitgesproken, hoort hij tegen zonsopgang de stem van een Fakir zingen: „Ontwaak, O' mensch, , uit uw vasten slaap! Gij weet niet dat de dood u ieder oogenblik kan wachten. Gij kunt niet begrijpen hoe zwaar de last is, dien gij u verzameld hebt en hoe lang nog, de reis die gij moet volbrengen. Sta op, de nacht is voorbij en de zon zal weldra verrijzen." ^)

Hoewel Inayat Khan over gebrek aan waardeering niet heeft te klagen en één van de gevierde mannen van Indië kan worden, beseft hij dan plotseling dat de wereld niet een plaats is voor genot en vroolijkheid, maar „een leerschool waarin een harde les geleerd moet worden". Zoo ontstaat da begeerte om een ander leven aan te vangen,

Inayat Khan weet echter nog niet goed; , hoe hij zijn leven verder zal moeten inrichten. Ook hierover zal het licht verschaft worden. In een droom ziet Inayat lOian een muzikale bijeenkomst van Soefi's, waar de meesten van de vereerde mannen aanwezig zijn. Plij verzinkt in den staat van Wajad (extase) en hoort dan voortdurend zoowel in slapenden als in wakenden toestand, een stem die roept: Allah-ho-Akbar (God is grooit) en in zijn meditaties krijgt hij dikwijls het visioen „van een heilige met een grijzen baard en een zeer aantrekkelijk, bezield gelaat, stralend van licht", 3)

Een Soefi geeft hem deze verklaring: „Dedroom is het symbool van uw inwijding in de orde der Chistys en het woord dat gij gehoord hebt is de stem der waarheid en het visioen dat gij gezien hebt is de geest van uw geleider." Deze geeft helm tevens het advies in het Soefisme zich te laten onderwijzen. Na lang zoeken vindt Inayat Khan dan een Moershid, een meester, aan wiens leiding hij zich onderwerpt. Onder toezicht van den Moershid worden bestudeerd de Koran, de Hadis en de letterkunde van de Perzische Mystici; „hij oefent zijn innerlijke zintuigen, en kweekt helderziendheid, helderhoorendheid', intuïtie, inspiratie enz. aan; hij onderzoekt de occulte en psychische zijden van de mystiek en leert de eigenschappen van toewijding en vroomheid verwerven." *)

Zoo worden de vijf verschillende graden van het Soefisme achtereenvolgens doorloopen. Dezen leertijd bij den Moershid beschouwt Inayat Khan als een van de belangrijkste perioden uit zijn leven. Hij spreekt altoos met buitengewoon veel eerbied van den meester die hem onderrichtte in de wijsheid die een mensch voor zijn leven noodig heeft. Deze meester is volgens Inayat Khan iemand die alle goede eigenschappen in zijn persoon vereenigt, die zelfs zes maanden van te voren zijn eigen dood weet te voorspellen, en die dan alle regelingen treft en zijn zakeni in orde brengt „om gereed te zijn voor zijn toekomstige reis". ^) Eer de ziel tenslotte uit het lichaam scheiden gaat, neemt hij afscheid van allen jn liefderijke woorden. Daarna doet hij rechtopi gezeten zijnde en zonder te wankelen de oefening Zikar en geheel verzonken in de aanschouwing van Allah „bevrijdt hij uit eigen wil voor immer zijn ziel uit de gevangenis van het sterfelijk lichaam." ^) Vlak voor zijn sterven legt de Moershid nog zegenend de handen op het hoofd[ van Inayat Khan en spreekt tot hem de beteekenisvolle woorden: „Mijn zoon, ga uit in de wereld, vereenig het Oosten en het Westen door de harmonie van uw muziek, verkondig de wijsheid van het Soefisme, want Allah, de Genadige en de Barmhartige, heeft u vele gaven geschonken." ')

Met den dood van den meester is de londerrichting van Inayat Khan ten einde gebracht. Hij zal nu voortaan zelfstandig kunnen optreden en anderen kunnen onderwijzen. Krachtens de opdracht die hij van den stervenden Moersliid ontvangt, moet hij niet als de andere wijsheidaleeraars blijven in het Oosten om daar een groep van leerlingen om zich heen te verzamelen, maar hij moet zich naar het Westen begeven om; iii Europa en Amerika de wijsheid van het Soefisme te verbreiden.

Inayat Khan heeft deze opdracht ten uitvoer gelegd en is op 28-jarigen leeftijd in 1910 zijn reis door de Westersche wereld aangevangen.

Omdat dan de leerperiode in zijn leveni is af^. gesloten, is het raadzaam hier een oogenblik dié beschrijving van den levensloop van Inayat Khari te onderbreken om duidelijk te mogen zien welke wijsheid hij dan vergaderd heeft en doorgeven zal aan de volken in het Westen.

Inayat Khan heeft — volgens de gegevens die mij althans ten dienste staan — tot op dat oogenblik blijkbaar voornamelijk zich bezig gehouden met de bestudeering van de verschillende Oostersche religies. Hij heeft, zooals dat bij de wijs^ beidsle.Ci aren van den Oriënt gebruikelijk is, gefilosofeerd en in mystieke droomerijen gezocht naar waarheid.

Het is in verband daarmee dan ook merkwaardig, dat de eerste geschriften, die van Inayat Khan vertaald werden in het Engelsch en Hollandsch, geheel geschreven zijn vanuit de Oostersche, ja zelfs vanuit de Mohammedaansche gedachtenwereld. Er worden bijv. veel woorden gebezigd: , ontleend aan den Koran en er worden heele vertoogen opgezet over de verhouding van Polygamie en Monogamie. In de latere geschriften is dat in veel mindere mate het geval. Daarin wordt meer gewerkt met woorden aan den Bijbel ontleend. Men heeft blijkbaar gevoeld dat men, om de Soefi-beweging ingang te doen vinden in het Westen, zich vooral moest richten naar het christendom en zooveel mogelijk gedachten, die met het christendom gemakkelijk te verbinden waren, op den voorgrond moest stellen.

Inayat Khan is met zijn Oostersche wijsheidi naar het Westen gekomen en heeft toen verschillende begrippen, waarvan hij kennis kreeg bij zijn aanraking met het christendom eenvoudig zoodanig geïnterpreteerd, dat er geen conflict meer bestaan kon tusschen het „christendom" en zijn Oostersche wijsheid.

Dit wordt door de Soefis ook min of meer duidelijk erkend.

Zijn levensbeschouwing, zoo is er te lezen in „Een inleiding tot het Soefisme" ^), is en was dezelfde als die der groote Soefi's uit de geschiedenis en toch stichtten zij andere scholen in hiet Oosten. De wijze, waarop hij de wijsheid weergeeft verschilt slechts van de hunne om zich aan te passen bij de omgeving welke hij zich ten doel stelt te bereiken. Hetzelfde gewas, geplant in vörschillende atmosferische omstandigheden, zal dienovereenkomstig variëeren in vorm, hoewel het zijn hoofdkenmerken behoudt."

Met welke christelijke woordkeus d© Soefi-beweging tegenwoordig in het Westen ook werken mag, we zullen ons daardoor niet op een dwaalspoor mogen laten brengen, maar vooral de „hoofdkenmerken" in het oog moeten houden.

, H. M.


1) Zoeklicht 1930, no. 49, pag. 22.

2) De Soefi-boodschap van geestelijke vrijheid, door Moershid Inayat Khan Soefi. Serie no. 3, pag. 6.

3) Soefi-boodschap, a.w. pag. 8.

4) Soefi-boodschap, a.w. pag. 9.

5) Soefi-boodschap, a.w. pag. 10.

6) Soefi-boodschap, a.w. pag. 10.

7) Soefi-boodschap, a.w. pag. 10.

8) a.w. pag. 4, 1921.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's