GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER BRIEVEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater. De bekende Engelsche schrijver Chesterton heeft het gesprek in zijn dagen — en is er wel veel veranderd ook in onze nu , , nieuwe" wereld? — over de groote dingen van het leven "Willen typeeren in het verhaal van eenige lieden, die op een avond, zoo onder het licht van een straatlantaarn, staan keuvelen over de beste verlichting. De een, conservatief, prefereert petroleumlicht, de ander, wat meer vooruitstrevend, gaslicht, een derde electrisch licht. Het is een rustig gesprek, tot daar iemand komt die zegt: laat ons vrienden, eerst de vraag onder de oogen zien: wat is licht?

Dan vallen allen op dien man aan, een gevecht ontstaat, waarbij de lantaarnpaal wordt omgestooten en de strijd wordt dan in het duister voortgezet.

Ik geloof niet, dat er veel veranderd is in € n door den tweeden wereldoorlog. Want -men spreekt tegenwoordig veel groote woorden maar is voor niets zoo bang, als dat wij gaan tot den grond der dingen. Dat is in het kerkelijk leven reeds zoo, maar veel meer nog Inzake het politieke en maatschappelijke leven.

Men wil niet hooren van het fundament. En dat komt, omdat er nu eenmaal, naar de Schrift zegt, I Cor. 3:11, geen ander fundament voor gansch het leven kan worden gelegd dan •dat door den Drieëenigen God, in schepping en herschepping, gelegd is: hetwelk is Jezus Christus.

En nu is — alweer naar de Schrift zegt — dit niet het ergste, dat wij komen aandragen met hout en hooi en stoppelen, want als het ontdekkend vuur komt, zullen wij wel schade lijden, maar zelve behouden blijven. Omdat wij toch geen ander fundament hebben gewild en erkend, dan dat er waarlijk is.

Maar Christelijk Europa wil dit alles niet erkennen. Ten onzent zegt men thans, dat ook het humanisme het fundament wel kan zijn. Men zweert bij allerlei valsche ideeën.

En daar zijn geen vreeselijker tyrannen dan valsche ideeën.

Tegen een Hitler of Mussolini kunnen wij ons nog verzetten. Maar als de valsche idee ons hart is binnengedrongen, is alle verzet weg. En vooral in onze dagen mogen wij het woord van onzen Heiland wel goed overwegen en denken aan dien man, bij wien een boozen geest is uitgeworpen en het huis van zijn hart met bezemen is gezuiverd. Want de zeven andere booze geesten staan gereed om de deur van dat ledige huis binnen te gaan en het laatste van dien mensch wordt erger dan het eerste.

Men spreekt thans veel over den staat, wat hij heeft te doen en wat men van hem verwacht. Maar wie de vraag stelt: wat is toch die staat, en, deze vraag alleen wil beantwoorden bij het eenige hcht, dat omtrent al Gods werken, ook voor dit werk, ons is gegeven in het Woord des Heeren, die ontmoet overal booze blikken en loopt zelfs het gevaar buiten de volksgemeenschap te worden gesteld. Prof. Dooyeweerd heeft in een magistraal werk aangetoond, dat de moderne wetenschap omtrent den staat, dien feitelijk heeft verloren. Maar ook hij doet ons zien, dat een valsche idee, een afgodsbeeld, de plaats van de ware staatsgedachte heeft ingenomen. En wie weet niet hoe gevaarlijk dit is?

De nationaal socialist en fascist gingen van de gedachte uit, dat de staat of het volk, als staat gezien, alles is. Alles voor en alles door den staat. Maar — het socialisme en het communisme liggen in de zelfde lijn, al doen zij hun best een ander gelaat te toonen.

En ook in onzen kring hoor ik reeds praten over , , geleide economie" en meer van die dingen, alsof er voor ons niets anders opzit. En men is ook in dien kring soms ontstellend gemakkelijk in het buigen voor allerlei onnoodig , , noodrecht" in plaats van t^ strijden voor onze constitutioneele goederen.

Wij staan voor talrijke politieke problemen. Maar wee ons indien wij het voornaamste zouden vergeten; en dat voornaamste is, dat wij onze profetische taak vervullen en den staat den rechten naam weten te geven, om dan dien naam uit te roepen voor gansch ons volk, voor heel de wereld. Want de Heere wil, dat wij Zijn werk allereerst den juisten naam zullen geven, opdat Hij daarin geëerd wordt.

Dat nu heeft ons volk, dat heeft de wereld van vandaag broodnoodig. Opdat het den afgod, valsche staatsidee, verlate en weer eere brenge aan het eenige fundament, ook voor den staat gelegd, n.l, Jezus Christus.

Willen wij het politieke leven van onze eeuw en van de negentiende eeuw goed verstaan, dan moeten wij op vierderlei profetie omtrent den staat letten. Vier profeten mogen dan worden genoemd: Thomas van Aquino, Calvijn, Rousseau en Vinet.

Dit geldt ook nog zoo voor vandaag. Nu heeft dr Kuyper ons geleerd, dat heel onze levens- en wereldbeschouwing, heel ons doen en laten ook op politiek gebied, beheerscht wordt door ons belijden omtrent natuur en genade en beider verhouding.

Hier komen wij dus direct in aanraking met het gemeene-gratie-probleem, en daarom is het zoo jammer, dat de Gereformeerde synodes van 42 en 43 met een enkele, ik had haast gezegd, onnoozele formule het denken over dit probleem hebben trachten te stuiten. Dat is niet naar Gods bedoelen, want Hij wil dat wij ijverig zullen voortwerken, om al beter den aard van Zijn groote werken te leeren verstaan, opdat wij onze profetische taak, dien werken de juiste namen te geven, getrouw mogen vervullen.

Welnu, heel het verschil ook) in ons politiek belijden tusschen de Roomschen en ons wortelt in het verschillend belijden omtrent deze geweldige grondvraag: hoe is de verhouding van natuur en genade.

Thomas van Aquino, en hij beheerscht het Roomsche politieke denken van dezen tijd, sluit zich aan bij het heidensche denken, bij ristoteles, en tracht dat denken te doorringen met de Christelijke gedachte.

Deze vermenging vond men eeuwen lang bij de Christelijke wetenschap. Wat men deed, vond ik zoo typisch aangegeven in „Les soirees e Saint Petersbourg" van De Maistre.

De Senator zegt daar, als hij wijst op een eidensche gedachte omtrent Gods rechtvaardigheid, die dan door de Christelijke kerk zoude zijn overgenomen: „de antieke inscriptie OVI OPIMO MAXIMO, zou men kunnen plaatsen op het front van den Latijnschen tempel, ant wat is dan lOVI anders dan lOV-AH? "

En in een aanteekening zegt De Maistre: men zou daarmee de minste moeilijkheid ook hebben, als men de letters schreef in Hebreeuwsche karakters. Want zoo men dan elke letter voorzag van het klinkerteeken, dan had men den heiligen Naam der Hebreen. „Il en resulte exactement Ie nom sacré des Hebreux".

Bilderdijk heeft reeds goed gezien, wat Dooyewerd ons volk wil leeren, dat de Christelijke wetenschap geen ander fundament moet kennen dan het strikt Schriftuurlijke. Want hij zeide: de christenen hebben de paganatische wijsheid als dienstmeisje in huis genomen, maar dit dienstmeisje heeft al gauw de vrouw des huizes verdrongen.

En dit kwaad werkte niet alleen bij de Roomsche, maar ook wel bij de Calvinistische geleerden. Het is onder ons nog niet verdwenen, als wij in allerlei gevaarlijke scholastiek zouden vervallen. Wij ondervinden het thans maar al te zeer.

Hier moeten wij dan ook de groote beteekenis zien van de , , Wetenschap der wetsidee" en wij mogen wel hopen, dat de hoogleeraren Vollenhove en Dooyeweerd hun heerlijke werk krachtig kunnen voortzetten.

Alleen moet — en dit nu tot mijn droefenis — tot die mannen, die mij zoo lief zijn, worden gezegd: pas op, dat gij rliet blijft staan buiten de reformatie onzer gereformeerde kerken. Want dan zult gij het levend verband meer en meer gaan missen, waarin gij alleen uw kostelijke wetenschappelijke, werk blijvend vruchtbaar zult kunnen verrichten.

De Roomsche nu doet den staat wortelen alleen in de schepping, niet in de herschepping. De zondeval heeft de natuur niet dermate geraakt, dat zij uit zich zelve niet leven kan en zich als een volkomen gemeenschap kan ontplooien.

Zij moet dan in de bovennatuur — de kerk — worden opgeheven om tot het goede einddoel te komen, en vandaar de heerschappij van de kerk over den staat; maar de staat blijft geheel uit de schepping te verklaren. Hij is er niet om der zonde wil.

Dit nu schept een staatsbeeld, dat de Calvinist nimmer kan aanvaarden. Het werkt een optimisme, dat de Roomschen, dicht naar de socialisten kan doen naderen.

De geschiedenis heeft bewezen, dat wij veel bij de Roomschen en ook bij hun wetenschap vinden, dal; wij van harte kunnen waardeeren, maar het fundament is en blijft anders. En wij mogen wel oppassen de grenslijn steeds goed te zien. ,

Wij kunnen in sommige opzichten zeker samenwerken, maar bleek het niet meer dan eens, dat, wanneer geen negatief maar positief doel voor het politieke of sociale leven moest worden gesteld, onze wegen uiteengingen?

Wij stellen zeker prijs op samenwerking van heel de Christenheid tegen de groote gevaren der revolutie, die thans misschien wel het grootst zijn, omdat zij tot ons komt in schoone klanken als „personalistisch socialisme" of een democratie die socialistisch is, maar deze samenwerking wordt niet gekeerd, doch juist meer mogelijk gemaakt, als wij met groote scherpte steeds datgene wat ons scheidt in de grondslagen van doen en denken, kunnen aangeven.

Het komt mij voor, dat de Roomsch katholieke staatspartij daarbij zelve groot belang heeft, want het is merkwaardig, hoe weinig men thans in breeden Roomschen kring de wezenlijke beteekenis van de zgn. Nationale beweging heeft ingezien. Men heeft er vrij wat' last mee als ik goed zie. Zooals men ook grooten last menigmaal heeft om zich de socialistische dwalingen van het lijf te houden.

Uiteraard is Rousseau een veel gevaarlijker profeet.

Hij kent niet de genade. Voor hem bestaat het probleem natuur en genade niet. Hij ziet alleen de natuur. En die natuur is goed. De mensch is vrij geboren, maar was altijd in ketenen geklonken.

De Maistre heeft eens spottend gezegd: men zou ook kunnen verklaren: het schaap is als vleescheter geschapen, maar het heeft altijd gras gegeten. Daarmee is natuurlijk lang niet alles gezegd.

Rousseau is niet alleen individualist, brekend al de door God gelegde banden. Want aanstonds begrijpt hij, dat het leven zonder band niet mogelijk is. Hij is ook geen democraat, want wij zouden, zoo zegt hij, goden moeten zijn, om de democratie te kunnen dragen. Hij gelooft in den absoluten staat. Hij bindt alle individuen in den band van den algemeenen wil. Dat is niet de optelsom van alle willen of de heerschappij van de helft plus één, maar dat is een mystieke gedachte — Rousseau was een mysticus, — evenals ook de „gemeenschap", die dan door een algemeenen wil wordt beheerscht, en dat is de gedachte van het socialisme die een mystieke gedachte is. Wij leven in een tijd waarin de mystiek zegeviert.

Rousseau wil den absoluten staat, beheerscht door den eenen algemeenen wil, waarin elk individu den eigen wil zal erkennen. En die staat beheerscht heel het leven, ook het geestelijk leven, ook de religie. En wie deze religie niet wil aanvaarden, moet maar verdwijnen. Welnu, ziet men niet, dat ook in onze dagen

de wijsheid van Rousseau nog altijd meesteres van den geest der wereld is? Zijn profetie wordt allerwege als de waarheid aanvaard.

En evenals eens in een vergadering van den Geneefschen volkenbond werd voorgesteld — door den Braziliaanschen afgevaardigde — om een krans te leggen aan den voet van het standbeeld van Rousseau, zoo doet men het ook thans. Maar ik moet voor ditmaal eindigen. Met 'hartelijke groeten en heilbede uw toegenegen Marnix.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's