GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

........en hij noeriide zijn naam Enos. Toen begon men den naam, des Heeren aan te roepen. j Gen. 4-.; 26.

PUBLIEKE GELOOFSBELIJDENIS.

(Advent).

Genesis 4 is het hoofdstuk, dat de aanvangen der geschiedenis ons doet zien. De mensch is als eindpunt der schepping en als beginpunt der geschiedenis gekarakteriseerd in het dubbele scheppingsverhaal, dat de voorgaande hoofdstukken bevatten. En nu wordt dan in het vierde ons geschetst, hoe met den gevallen, maar door het genadeverbond weer aangenomen mensch als inzet, zich de eerste beteekenisvoUe phasen der geschiedenis afteekenen • voor het oog van den geestelijken mensch, die , , alle dingen onderscheidt".

In die beslissende eerste periode neemt tweeerlei zaad het woord. Het slangenzaad. En het vrouwenzaad.

Van het slangenzaad, in zijn vijandschap tegen God en tegen het zaad der vrouw, zien we eerst de huiveringwekkende ontplooiing. Het is de evolutie van den hoogmoed. In snelle opeenvolging ziet ge u voor oogen geschilderd: eerst de kerkvervolging (in Abel) door Kaïn. Dan Kaïn's angst alleen voor de gevolgen der zonde, zonder dat haar schuld hem hindert; weshalve, zoodra maar die naaste gevolgen, die hij zelf geducht heeft, zijn bezworen, (blijkens het hem gegeven teeken). Kaïn zich aanstonds ver-man-t, een stad zich bouwt, en tegen den hemel zoowel als tegen de aarde zich versterkt. Dit proces zet zich voort in zijn zonen; zijn stad noemt hij naar den naam van zijn zoon; gelijk de Schrift het elders aldus teekent van de trotschen: zij noemen de landen naar hun namen. Dan komt die trits van pioniers: den nomade, die gebieden annexeert, den musicus, die er de vroolijkheid, den smid, die er de kracht en de weer-macht plant. In Lamech eindelijk treft u de confessie van dien hoogmoed; moge al Kaïn zeven maal gewroken worden, het zal Lamech zeventig maal zeven maal gebeuren. Wie hem te na komt, ook al is 't maar even, in buil of schram, die wordt verpletterd.

Dat is de lijn van 't slangenzaad: kracht, die zich van God emancipeert, de kracht van den humanist, die 't zelf wel aan kan. En die om het beschreven recht niet maalt.

Maar in het vrouwenzaad is alles anders. Als daar na den dood van Abel, dat vrouwenzaad, een kind geboren wordt uit Eva's schoot, dan wordt dat nieuwe kind gezien als'tredend in de plaats van Abel. Het is een geloofs-gezicht, want 't trekt de lijn van Gods verbond eenvoudig verder; zonder te veel te zeggen (als bij de geboorte van Kaïn, dien , , man") of te weinig (als toen Abel in de wereld lj: wam, die , , ijdelheid"). En zie — als nu die Seth zich ontwikkelt, en daarbij blijft in Abel's lijn, dan komt hij ook tot zijn openbare geloofsbelijdenis straks. Aanleiding daartoe is hem de geboorte van zijn eigen zoon. Hij noemt hem Enos. En Enos is in de Schrift .herhaaldelijk de aanduiding van den mensch in tegenstelling met God. Nevengedachte is daarbij dan, dat God sterk en krachtig, is, doch zwak en broos de mensch. Wat is de mensch, die broze mensch, dat Gij hem gedenkt (Ps. 8)? O Heere, laat de heidenen weten dat zij menschen zijn, dat zij geen goden zijn, doch broze menschen. (Ps. 9). Dien brozen mensch, dien doet God wederkeeren tot verbrijzeling (Ps. 90). Zoo waren nog ettelijke andere Schriftplaatsen aan te wijzen, welke alle den naam , , enos" in gelijken zin gebruiken.

Zoo zeer nu als de naamgeving in Genesis 4 telkens weer als aanleiding genomen wordt voor een spreuk, een confessie, een kern- en ken-woord, dat wil profeteeren of den tijd taxeeren, zóó zeer is ook die naa^ van Enos een belijdenis. Tegenover den hoogmoed van de Kaïnieten, van het slangenzaad, - is de naam van Enos een belijdenis van eigen kleinheid. Het is de erkentenis van eigen afhankelijkheid. Zij vat de tegenstelling tusschen die beide zaden, tusschen die twee kringen, die twee congregaties samen in dezelfde termen, als waarin wij dat nog heden doen, als wij Calvijn plaatsen tegen Rousseau, of de reformatie tegen de revolutie.

Welnu, alle geloofsbelijdenis heeft haar vrucht, haar werking. Het Woord bindt samen, 't vormt zijn eigen congregatie. , , Toen begon men den Naam des Heeren aan te roepen". D& kleine schare van het vrouwènzaad ver-man-t zich ook, maar ZIJ vër-sterk-t zich , , in den HEERE". Dat is het groote verschil. Ze komt tot openbaren eeredienst, ze maakt front tegen den emancipatie-wil der Kaïnieten en doet dit openlijk.

En zoo bereidt zij den weg des Heeren. Ze wordt zoo een adventsgemeente. Ze heeft de wereld weer doen hooren, dat de vervullmg van de moederbelofte, en dus de doorbraak van het evangelie, niet te wachten is; tenzij dan waar de mensch zijn plaats weet onder God, en zich openstelt voor de goddelijke kracht die bóven-menschelijk is, in 't zenden van den Menschenzoon, en dat slechts voor wie nederig knielt de zon der gerechtigheid blijkt opgegaan.

Zooals de eerste vader, die zelf kind geweest was, op de eerste pagina van 't Oude Testament het thema zwakheid-tegen-kracht-entrots aanheft, en dan gehoor vindt bij de kerk, zoo heeft ook de eerste moeder, die op de erste pagina van 't Nieuwe Testament ter prake komt, datzelfde thema aangeheven. , , Die stout zijn op hun macht, heeft Hij versmaad, eracht, gestooten van de tronen. Maar Hij erhoogt en hoedt , het nederig gemoed, aarin zijn vrees wil wonen". Hetzelfde thema s door Paulus aangeheven, toen hij schreef, dat God het verachte, het onedele, het dwaze, etgeen niets is, aangenomen heeft, opdat Hij et sterke, het edele, het wijze, hetgeen iets is, eschamen zou. Het is hetzelfde thema, dat de erk overneemt, als zij den Zoon Gods uit een aagd geboren noemt zonder den wil des mans, an boven al ontvangen uit Gods Geest. Het is etzelfde thema, dat óók zal zijn aangeheven egen den dies irae, den dag des tooms, die randt gelijk een oven. Want ook die dag is ag-van-advent. Het is meteen de laatste. God is in den hemel en gij zijt op aarde — lees dat n bedenk het, maar lees het onder den indruk an de moederbelofte. De kern is daarvan: God

et ons, Immanuël.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1945

De Reformatie | 8 Pagina's