GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aïet vierde formulier van eenigheid*

3

Ons vorig artikel eindigde met een volzin, die door onduidelijkheid in de copie niet liep. Wij bedoelden te zeggen: Om niet in het negatieve te blijven staan, zouden wij den aanhef van een niéuwe leeruitspraak, stel, dat wij ze zouden noodig adhiten, anders willen doen leiden, dan aj in den aanhef van het synodocratische formulier van eenigheid geformuleerd is.

Duidelijkheidshalve zullen we hier cursief plaatsen wat de aanhangers van dit vierde formulier zeggen en in gewone letter wat de vrije belijders der drie formulieren daartegenover zouden kunnen plaatsen:

Op grond van de Heilige Schrift en van de Belijdenis 'der kerk spreekt de synode uit:

Op grond van de Heilige Schrift en in overeenstemming met als mede in aansluiting aan de Belijdenis spreken wij uit:

In het verhond der genade 'behaagt het den He& re, den in Adam gevallen mensch uit zijn ellende te verlossen en wederom in zijn gemeenschap op te nemen.

In zijn onveranderlijk voornemen behaagt den Heere een diepe, barmhartige en tezamen redhifcvaardige onderscheiding der menschen, zijnde in even gelijken staat des verderfs, of het besluit van verkiezing en .verwerping, in het Woord Gods geopeijibaard (a). Nadat (b) bet geJieele gesla^dit Adams in verderfenis en ondergang gestort was (c), heeft God zich dan ook zoodanig bewezen als Hij was, te weten: barmhartig en rechtvaardig, ffijm barmhartigheid bewijst Hij in het trekken en verlossen van Zijn uitverkorenen. Zijn rechtvaardigheid daarin, dat Hij de anderen 1 a a t in hun verderf, v e r h a r d e n d e die Hij wil (d).

Daartoe heeft Bij ons dOer ongerechtigheid doen aanloopen op den Middelaar Jezus Christus, die door 'zijn dood en bloedstórting het nieuwe en eeuwige testament, het verbond der genade en der verzoening, besloten 'heeft.

Dit zijn eeuwig voornemen van trekking en v e r l o s s i n g van zijne uitverkorenen maait de Heere bekend en voert Hij ook uit daarin dat Hij zichzelven begeven heeft om den ellendig gemaakten mensch te zoeken (e) en het nieuwe en eeuwige testament, het verbond der genade en der verzoening met hem gesloten heeft, welk nieuwe verbond Hij bevestigd en besloten heeft door het bloed des kruises (f). En het behaagt Hem door (g) het Woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van den Messias, de geloovige menschen zalig te maken (h); welke belofte allen volken en mehschen, tot welke God zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid moet worden verkondigd en voorgesteld, met bevel van bekeeiing en geloof (i). En zoovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden emstiglijk geroepen (j).

Overmits in alle verbonden twee deelen begrepen zijn (k), te weten eene belofte en een vermaning en verplichting, zoo behooren de oprichüng en prediking en verzegeling van dit verbond der genade en der verzoening mede tot de bediening der verzoening (1). Deze bediening laat God komen tot wie Hij wil en wanneer Hij wil (m), overeenkomstig zijn welbehagen (n). Louter en eeniglijk dit zijn welbehagen is de oorzaak, waarom God tot het ééne volk meer dan tot het andere het Evangelie des genadigen verbonds zendt (o). Waarom ook Mozes het IsraëUetische volk aldus aanspreekt: de Heere heeft lust gehad aan uwe vaderen, om die lief te hebben. En Christus: wee u, Chorazin, wee u, Bethsaïda; want zoo in Tyrus en Sidon de krachten waren gescihded die in u geschied zijn, zij zouden zich eertijds in zak en asch bekeerd hebben(p). Het onderscheid der volkeren nu weggenomen zijnde (q), zoo is de bediening der verzoening des genadigen verbonds ook zelve in hare onderscheidene toebedeeling(r) dezen een reuk des doods ten doode, en genen een reuk des levens ten leven (s); dezen ontvangen het zaad des Woords, dat is, het zaad der wedergeboorte, zonder dat het in hen blijft, doch in genen bewaart God dit zijn onverderfelijk zaad, waaruit zij wedergeboren zajn, opdat het niet verga, noch uitgeworpen worde (t).

Door den Heüigen Geest maakt de Heere dit door Christus verworven heü den zijnen deelachtig, in welke genade, hun eenmaal gegeven. Hij 'hen barmhartig bevestigt en ten einde toe krachtig bewaart.

Zoo is dan de bediening der verzoening en des nieuwen verbonds, dewelke is de bediening des Geestes, die aUes neemt uit hetgeen van den Middelaar des nieuwen Verbonds is (u) een zooveel krachtiger middel in de regeering Gods, waardoor Hij zijn besluit van verkiezing en verwerping uitvoert (v), als dit verbond der genade in het ons bekend maken van den wil Gods uitnemender is boven het verbond, hetwelk Hij in het paradijs heeft opgericht met den mensch.

en door hetwelk Hij hem toenmaals heeft geregeerd (w). Diensvolgens is de werking dezer bediening des genadigen verbonds tweeërlei tot den tijd, waarin de uitverkorenen tot één vergaderd zullen worden (x). Dezen worden door de bediening des verbonds, in v/at manier ze ook tot hen komt, verhard, tot in het zich een oordeel eten en drinken toe (ij); maar genen worden door de bediening der verzoening, mitsgaders door vermaningen, bedreigingen, beloften en het gebruik der H. Sacramenten geregeerd ten eeuwigen leven (z), en door de vermaningen wordt hun de genade medegedeeld (aa). En alzoo worden de ware geloovigen en bekeerden in de genade, hun eenmaal gegeven, barmhartig bevestigd en ten einde toe krachtighjk bewaard (bb). Dezen, inzooverre de belofte des verbonds hen in het verbond Gods en in zijn gemeente begrepen heeft, zijn de zijnen naar de verkiezing tot het verbond (cc); genen zijn de Zijnen naar de verkiezing tot de zaligheid en tot de krachtige verlos­

sing (dd).


(a) Dordtsche Leerregels I, 5 S. (b) posteaquam. (c) praecipltata fuit. (d) Ned. Geloofsbel. art. 16; Dordtsche Leerr I J 6 V d P. S 8, Eom. 9:18., , . .

(e) 'Ned. Getoofsbel. art. 17. (f) D. L. n, § 8; avondmaalsformulier. (g) D. L. ni, IV, § 6, per quod. (h) D. L. in, IV, 5 6. (i) D. L. n, § 5. (j) D. L. m, IV, 5 8. ' (k) Doopsformulleren. O) D. L. in, TV, J 6. (m)D. L. I, J 3. (n) D. L. n, 5 5. (o) D. L. I, V. d. D. 9. (p) D. L. I, V. d. D, 9. Cq) D. L. ni-IV, J 7. (r) D. L. in-IV, § 7. (s) 2 Oor. 2:16. (t) 1 Petr. 1:23, Matth. 13 D. L IH-IV «9 « 17 V

7, V. d. D. 5 7. ' ' ' ' (u) 2 Oor. 5 : 18; 3:8; Joh. 16 : 14. (V) D. L. I, 5 6, Ned. Geloofsbel., art. 13. 17.

(w) Ned. Gel. Bel., art. 14; vgl. Groote Westm. Catech. q 2fl. (X) D. L. II, S 9. (y) Avondmaalsformulier. (z) D. L. m-IV, 5 14. (aa) D. L. IH-IV, § 17. . (bb) D. L. V, § 3, vgl. ^. (cc) D. L. I, V. d. D. 5 9, doopsformulier (dit uw kind) (dd) D. L. n, § 8.

P. S. Verleden week is door een fout in de copie noot nummer 9, behoorende bij bl. 50, kolom 2, regel 32 V. b. weggevallen. De tekst van die noot was als volgt:

9) Openun, p. I, Boterodami, 1665, 2e pagineering na de Oratio in Syn. Nat. Dordr., 3S, b.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's