GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE VRIJGEMAAKTE GEREFORMEERDEN EN DE ANTI-REVOLUTIONNAIRE PARTIJ EN POLITIEK. ¹)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VRIJGEMAAKTE GEREFORMEERDEN EN DE ANTI-REVOLUTIONNAIRE PARTIJ EN POLITIEK. ¹)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

Inleiding.

Het is om meer dan één reden niet verwonderlijk, dat wij dezen dag zijn samengekomen, om ons te bezinnen op onze politieke levenshouding en met name op onze verhouding tot de Anti-Rev. Partij en Politiek.

De eerste en voornaamste reden moet wel hierin gelegen zijn, dat wij als vrijgemaakten niet bij de reformatie van het kerkelijk instituut mogen blijven Btaan. De wederkeer tot het Woord Gods moet er immers zijn over de volle breedte van ons leven. De voortgaande vernieuwing dient toch, overeenkomstig den eisch des HEEREN, al de samenlevingsverbanden aan te grijpen. Het gevaar is groot, dat wij met een vrijmaking van zondige kerkelijke handelingen en besluiten willen volstaan, om voor het overige over te gaan tot de orde van den dag, waardoor dan buiten het kerkelijk instituut alles maar bij het oude zou blijven²).

Nu zijn wij het er theoretisch wel over eens, dat de vernieuwing en verandering in alle samenlevingsvei-banden moet doorzetten. Daarmee willen wij onszelf volstrekt niet het etiket van reformator opplakken. Wij volgen daarin niet meer dan het gebod van de < Schrift, dat ons de heiligmaking van heel het leven beveelt.

Maar dan komt tot ons tegelijk daarmee de eisch dp, arin practisch bezig te zijn. Anders stuiten wij de reformatie, dat is: dan staan wij de doorwerking van de vernieuwing door den HEILIGEN GEEST tegen. Want vernieuwing is maar niet een gril van vrijgemaakten maar het doorgaande werk des GEESTES, totdat Christus wederkomt.

Vandaar dat wij ons vandaag willen bezinnen op onze politieke levenshouding en onze verhouding tot ^é A.R. Pariag en Politiek.

Zoo kom ik tot mijn eerste stelling:

1. De moeilijkheden, welke er voor de vrijgemaakt'} Gereformeerden als leden der A. B. P. zijn ontstaan, vinden haar concrete aanleiding niet alleen in de weinig principiëele zoogenaamde practische politiek, maar veeleer en veelmeer in het feit, dat door de synodocratische leden der Partij de uitsluitende kerkelijke sleutelmacht op de vrijgemaakten is toegepast.

Deze eerste stelling gaat uit van het feit, dat wij inzake onze politieke levenshouding en betreffende onze verhouding tot de A. R. P. moeilijkheden hebben. Ik geloof, dat wel niemand onzer het bestaan van die moeilijkheden zal willen, noch kunnen ontkennen. Of het moest zijn dat er zijn, die zich buiten him vrijgemaakte kerk van niets aantrekken. Maar dat zijn dan ook geen belijders van Gods naam op alle levensterreinen.

Moeilijkheden zijn er echter niet alleen bij ons, vrijgemaakte leden der Partij. Ook in andere kringen dan de onze zoekt men bezinning en heeft men critiek op de A. R. P. en politiek. Ik denk slechts aan het verschijnen van bladen als „Polemios" en vooral van „NU", welke bepaalde kringen van A. R. lezers om zich verzamelen 3).

Voor ons vrijgemaakten komt de bezinning en critiek vooral hieruit voort, dat wij ons afvragen, of de A. R. P. en Politiek nog wel overeenkomstig haar grondbeginselen leeft. Door de vrijmaking zijn onze oogen door den HEERE geopend voor de ontzettende DE-formatie, de enorme verwereldlijking door de verlating van het Woord des HEEREN, in het geheele christelijke leven, dus niet alleen in het kerkelijke doch evenzeer daarbuiten. Het opmerken van die deformatie-verschijnselen 'dateert niet van den datum der vrijmaking. Men werpt ons vooral van synodocratische zijde wel eens voor, dat wij vrijgemaakten nu opeens overal deformatie zien. Neen, reeds lang vóór de vrijmaking was er ontevredenheid over het partijbeleid en de practische politiek. Daarom formuleerde ik in de eerste stelling, dat onze moeilijkheden allereerst haar concrete aanleiding vinden in de weinig principiëele zoogenaamde practische politiek. Ik wil daarop niet al te breed ingaan dooh slechts in het kort het een en ander aanduiden.

Daarover den volgenden keer.


1) Referaat, — eenigszins omgewerkt en aangevuld — op het Congres tot bezittning op onze politieke levenshouding, 27 IDec. 1946.

2) Vergeiyk: ProJ. B. Holwerda, De taak der kerk tegenover haar jeugd in dezen tiJd, referaat eerste Jeugdcongres, Nov. 1945; opgenomen in „In trouw volharden" blz. 39—56: „Mits wij maar vasthouden, dat wij er met de vrijmaking niet zijn. Want nog geen 60 jaar na 1886 was de Gereformeerde Kerk al weer ontzaglijk ingeslapen. En öat terwijl ze voortdurend sachzeH bejubileerde vanwege een vroegere reformatie. Als we niet oppassen, kan over 25 jaar alweer een reformatie noodig zün. Daar zijn nu soms al symptomen, heel licht nog maar, die me bezorgd maken. Je hoort nu soms al de eerste tonen van 'n nieuw jubileumlied „Wü, vrijgemaakten", op de melodie van het „Wij, Calvinisten" van vroeger. En daaraan gaan we kapot, als we niet de oogen open hebben. Daar is vandaag in onze kringen terecht een aversie tegen vroegere organisatievormen, en terecht voert men het pleit voor vernieuvring. Het Is wel. Als We maar niet den waan koesteren ^alsof de kerkelijke samenleving gered zou zijn met het verdwijnen van de professoren ter synode, en de jeugd gered zou zijn met alleen jongelui In de besturen. Dat zou de waan zijn alsof er slechts technische fouten in het spel zijn; alsof er niet was de zónde 'öie in onze le& n woont. Wie daarin de reformatie ziet, die zal alleen beleven, dat het wat minder star toegaat in de toekomst, wat meer wontuurlijk; en over enkele jaren wellicht reeds weer een verschuiving begeeren in de tegengestelds richting. Wij organiseeren de kerk niet gezond, en de jeugd evenmin. Er komt alleen wat van terecht, als het bij ons allen komt tot een innerliike reformatie, die ook werkelijk voortgaand is" (blz. 62/3).

3) Het Anti-Rev. Weekblad „Nu" Is critisch Ingesteld; vergelijk reeds in het eerste no. het artikel van D. O. Werkman: Is de A.R. ook hèt politiek tehuis voor de Arbeiders? „In die jaren (n.l. vóór den Jaatsten wereldoorlog) zijn de arbeiders hun tehuis-kwijt geraakt. Onze vertegenwoordigers en leiders hebben het juiste woord niet kunnen vinden. Daarom zijn de arbeiders niet meer ter vergadering gekomen en hebben zij de bladen niet gelezen. Kunnen onze leiders met de hand op hun hart verklaren: „Wij hebben geen schuld"? Kunnen zij hierbü op hun reösvoerlngen, hun voorstellen, hun interpellaties, hun krantenartikelen wijzen en zeggen: „Dat steunde onze arbeiders en werkloozen"? "

In no. 2 stelt H. v. d. Toren in een Amsterdamschen brief aan den nieuwen leider der A.R. Partij, den heer J. Schouten, een aantal openhartige vragen, welke vragenderwijs de critiek openbaar maken.

Zie ook In no. 15 het artikeltje: „De fractie".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

DE VRIJGEMAAKTE GEREFORMEERDEN EN DE ANTI-REVOLUTIONNAIRE PARTIJ EN POLITIEK. ¹)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's