GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziet ge het verschil?

Ds D, Z(emel) schrijft in Ons Kerkblad voor Zeeland:

Toen ik in 1945 heel rustig de kerkelijke situatie uiteenzette, blies Dr Hommes In de Zeeuwsche Kerkbode dreiging en moord. De dreigingen en de aansporin-, gen tot kerkelijken moord volgden elkaar in stijgend en snel tempo op. Het klonk achter elkaar: Die man moet geschorst worden, die man staat met zijn eenen voet op het revolutionnaire platvorm Van Schilder en jnoet onmiddellijk gesehorst worden. Dat de kerkeraden, dus ook de kerkeraad van Axel, toch waken. En dat ik niet geschorst ben, heeft heusch niet aan Dr Hommes .gelegen.

Toen de kerken van Axel, Hoek en Zoutespul in 1945 te Terneuzen verklaarden, dat zij de bekende leerultspraak inzake de veronderstelde wedergeboorte niet voor vast en bondig konden houden, tegelijk met woord en daad getuigend, dat zij niet den minsten lust hadden het kerkverband te verbreken, werden zij haastig uitgeworpen.

In 1947 bespreek ik de moeilijkheden, die er zijn op poUtiek gebied. En mijn schrijven kan nu met direct zoetsappig genoem.d worden. Dat mijn artikelen scherp waren, ben ik volmaakt met mijn vele critici eens. Maar 3ij vergeten, dat na 1944—45 de verharding In de onge­ rechtigheid is toegenomen. Het tegendeel van bekeering is te bespeuren. Aan den éénen kant wil men zijn kwaad bedekken en aan den anderen kant wroet men in het kwaad voort. Het blijkt steeds duidelijker, dat men ons geen plek onder de zon gunt. Zij vergeten ook, dat elk zalvend stukje uitgebuit wordt tegen ons In en dat vanwege het nevelgordijn, dat men gedurig legt, alleen een felle wtad opheldering kan geven.

Maar nu het wondere. Lees ik ergens: Gooi die man eruit? Stellen de synodooraten te Axel nu voor om mij te ontslaan als bestuurslid en te royeeren als Ud? Ik merk er niets van. Integendeel, ik krijg van alle kanten brieven, om niet op deze mamer voort te gaan. Zelfs „De Strijdende Kerk" roept onder tranen op tot bewaring der eenheid. Vooral geen scheuring In de partij.

Ziet ge het verschil? In de kerk moesten we eruit, in dé partfl smeekt men ons haast te blijven, in de kerk haastte men zich om ons er uit te werpen, in de partij ijvert men om ons te behouden.

Heeft men iets geleerd of zit er wat anders achter? Ik ga het met beoordeelen. De motieven wil ik ditmaal geheel bulten beschouwing laten.

Maar vast staat en het moet opgemerkt worden, dat dit in den grond der zaak vreeselijk Is. Want de kerk is toch het lichaam van den Heere Jezus Christus. Als ik ergens bang ben om te scheuren, moet ik dat in de kerk zijn. Schorsen, afzetten wegsturen van 'n classis is veel erger dan iemand het vertrouwen als bestuurslid van een-kiesvereeniging opzeggen. Afhouden van het avondmaal, grijpt dieper In dan van de lijst der kiesvereenigtog een naam afvoeren. En wat het zwaarste woog deed men het gemakkelijkste en het snelste en wat het lichtste weegt laat men liggen. In de kerk heeft men de breuk geforceerd, in de partij tracht men een breuk te voorkomen. Met de partij is men voorzichtiger dan met de kerk, het lichaam des Heeren.

Zoo mag het onder ons niet zijn. Laten daarom al die bidders en werkers voor de eenheid der partij, eens zoeken de eenheid der kerk. Dan komt het met de partg vanzelf wel goed. Want naar onzen Catechismus werkt Gods Koninkrijk door In den weg der bewaring en vermeerdering der kerk, ook den weg van de bewaring bij de eenigheid des geloofs. Wie voortgaat met de kerk te scheuren, scheurt het leven, doch wie de kerk mee helpt bouwen op het fundament niet van allerlei dogmatische opvattingen, maar op het fundament der Apostelen en Profeten, waarvan Jezus Christus Is de uiterste hoeksteen, bindt samen, bindt samen ook In de politiek.

D. Z.

In het , , Kerkblad v. d. Geref. Kprken in Friesland" schrijft Ds F. van DJjk onder:

Ontstellend! Dr E. D. Kraan contra Luther, of: „De Reformatie verloochend".

In no. 233 van „Kerknieuws" d.d. 18 Oct. 1947, wordt ons onder het opschrift „De wereldlijke rechter over het kerkelijk recht", een artikel doorgegeven uit de plaatselijke kerkbode te Vlaardingen, van de hand van Dr E. D. Krasm. In dit artikel bespreekt Dr Kra'an • een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake een geschil over de kerkelljkeggoederen. Hij voegt daar een speciale toepassing voor ons aan toe, immers zoo luidt het slot: „Het is wel zeer frappant dit alles uit de mond van de wereldlijke rechter te hooren, en bewijs, dat de rechtspraak in onze kerken (bedoeld zijn de gebonden Ger. Kerken, v. D.) met zoo slecht is als sommigen den laatsten tijd in allerlei sterke, ongunstige bewoordingen tot uiting hebben gebracht. Zouden zij, die zich door onze Synode met lieten overtuigen, zich nu met door den burgerlijken rechter willen laten gezeggen? "

Nu wil Ik beginnen met te zeggen dat ik het toejuich waimeer de overwegingen van een rechter inzake een vonms over de kerkelijke goederen worden gepubliceerd, en dan liefst met de pleidooien van de wederzijdsche verdedigers erbij: Het is mijn overtuiging, dat dit de vereenigtog van hen die in ware eenigheid des geloofs bfl elkaar hooren, zou bevorderen en veler oogen er voor zou kunnen openen, waar het recht ligt.

Zoo ook hier. We lezen, het wordt door Dr Kraan met volle tostemmlng door gegeven:

„Wat met name art. 31, het groote geschilpunt tusschen beide partijen betreft. Is het Hof voorlooplg de meening toegedaan, dat de bewoordingen van dit artikel duidelijk zijn en inhouden dat de plaatselijke kerk zich wat de leer betreft, heeft te onderwerpen aan het gezag der synode, immers haar leerstellingen voor vast en bondig behoort te houden, dat die gebondenheid kan ophouden wanneer wordt bewezen dat de leerstelling strfldt tegen Gods Woord of tegen de artikelen in de synode besloten; doch dit bewijs met kan worden gepretendeerd door een beroep op persoonlijke overtuiging of door een besluit eener mindere vergadering, doch dat daarvoor noodlg Is een uitspraak van de kerkelijke instantie In het hoogste ressort, langs den kerkrechtelijken weg die Is voorgeschreven in de kerkenordening, verkregen". Is 't niet ontstellend! Wij laten rusten de droeve gedachte dat een voorlooplge meening van de wereldlgken rechter, tot bekeering, me^r gewicht in de , schaal zou kunnen leggen dan het vaste woord van God.

Ontstellend is, dat in bovengenoemde uitspraak Luther en heel de Reformatie wordt veroordeeld. Immers Luthers persoonlijke overtuiging naar 't Woord van God, had naar deze uitspraak, den doorslag niet mogen geven, hg had moeten wacMten met getuigen en nee zeggen tegen en breken met de zonden der kerk, tot de hoogste kerkelijke Instanties, de conclUles en de Paus, zijn bezwaren en bewijs ontvankelijk hrfdden verklaard.

Zoo wordt de Reformatie moordend in het hart getroffen. Zoo wordt alle vrijheid van geweten, waarvoor onze vaderen 80 jaar hebben gestreden weer aan banden gelegd.

We besluiten, ter weerlegging van het bovengenoemde met wat Ds Joh. Jansen zegt in zijn korte verklaring van de kerkenordemng (ultg. 1923 blz. 147) bij de verklaring van art. 31: „De eerste uitzondering is: -tenzö dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods". Alle besluiten der kerkelijke vergaderingen zijn geldig, tenzij ze met een „uitgedrukt Woord Gods" zooals de synode van Dordrecht 1578, uitdrukte, d.i. met een duidelijke uitspraak of met een bepaalden tekst In strijd zijn. Het besluit moet bewezen worden te strgden tegen het Woord Gods, zoo staat er. Maar voor wie? Wil dat zeggen dat de appellant het moet bewijzen voor de meerdere vergadering, en als hij haar overtuigen kan met zijne bewijzen, er van ontslagen is? Maar dit spreekt vanzelf. Een besluit dat strijdig is met Gods Woord is voor niemand geldig. Of wil het zeggen dat wij aan de besluiten der meerderheid gebonden zijn, tenzij iemand een of ander besluit voor zichzelf bewezen acht In strijd te zijn met Gods Woord ?

Dat laatste is het juiste antwoord en wel op de vol-' gende gronden Ie. omdat op dlenzelfden grond het reformatorisch verzet tegen Rome rustte, n.l. dat de reformatoren bij zichzelven overtuigd waren, dat de Roomsche leeringen met Gods Woord In strijd waren; 2e. omdat wij geen kerkelijke conslliën, decreten of besluiten mogen „gelflkstellen met de Goddelijke Schrifturen", art. 7 Confessie; 3e. omdat Voetlus ook zegt, dat een plaatselijke kerk, die gedwongen zou worden een besluit, dat bevonden wordt met Gods Woord te strijden, uit te voeren, desnoods mt het kerkverband moet treden, liever dan tegen Gods Woord en het geweten te handelen”.

F. van Dijk.

Prof. Dr K. Schilder in Amerika.

A. C(ammenga) predikant bij de Prot. Ref. Church te Huil (lowa) hoofdredacteur van „CONCORI> IA" schrijft in zijn Islad onder den titel: „Prof. Schilder in het Midden-Westen" o.m. het volgende:

, , .....De blijdschap die wij hebben mogen, is dat wij dezen broeder bevonden hebben te zijn een getrouw exponent van het Woord van God, zijnde machtig In de Schriften en een onbevreesd verdediger van het geloof der Gereformeerde vaderen. Dit was natuurlijk niet iets nieuws voor degenen die dezen broeder kenden, en die zijn publicaties verscheidene jaren gevolgd hebben. Maar ten aanzien van de bedroevende geschiedenis in de kerken van Nederland en van de afzetttog van dezen broeder is het een oorzaak van dankbaarheid te mogen bevinden, dat hij zelfs geen haarbreed van de Calvinistische leerstellingen is afgeweken. In feite was het de overtuiging van zijn gehoor, dat de worsteling die er in de Nederlandsche Kerken gaande is dezen broeder verrijkt hebben in de doctrines die het gereformeerde hart zoo dierbaar zijn.

Op dit moment reeds een waardschatting (evaluation) van Prof. Schilder's conceptie van het Verbond en van de beteekenls van het Sacrament van den H. Doop te geven is niet slechts onmogelijk maar zou ook onverantwoordelijk zijn. Deze zaken zijn te gewichtig en zoo uitermate breed en diep, dat het een diepgaande studie zou elschen om te komen tot een eerlijke Sehrlftuurlljke conclusie.

Er Is zooveel geschreven omtrent het Verbond en den Doop, beiden uitstekend en slecht, dat het zelfs een genie een langen tijd zou nemen om tot eerlijke conclusies te komen. Het stellige feit dat de kerken der Reformatie nimmer een officieele Verbonds-conceptle heeft aangenomen, bevestigt dit feit. En zoo ook wij liever dan eeuig commentaar te geven op al wat wij van Prof. Schilder gehoord hebben, zullen wij nog meer hooren en lezen, en deze stof grondig in studie nemen en het vergelijken met wat vele anderen geschreven hebben.

Ter rechtvaardiging van Prof. Schilder en zijn lezingen willen wij deze eene commentaar geven, dat /leze broeder niet op eerlijke manier kan worden geplaatst in de categorie van de Heyns-conceptle in den algemeenen zin genomen. Eveneens moet de aanval, dat Prof. Schilder's conceptie betreffende deze zaken een „arminiaansche kleur" zouden hebben, worden afgewezen En hierover zijn wij van harte verblgd. Er zijn, mderdaad vele kwesties die nog staan blijven, maar wij beloven den broeder dat wij deze dingen In grondige studie nemen zullen....."

En wanneer de schrijver het diep betreurd heeft dat zoovelen hun deur voor Prof. Schilder gesloten hielden, vervolgt hij:

„Het is om deze oorzaak, dat wij weenen. Neen, niet ter zake van Prof. Schilder, maar om der wille van de Kerken zelve. Kan tenslotte deze droeve omstandigheden iemand onaangeroerd laten, hetzij dat zij voorkomen in. eigen Kerken of in de Kerken van andere denominaties, die met ons den Naam van onzen Heere Jezus Christus belijden? Psalm 87, In de hoUandsche taal sprekende van de Kerk, zegt:

, , Men spreekt van u zeer heerlijke dingen, O, Schoone stad van Israels Opperheer......"

Van deze woorden zegt Prof. Schilder: Het is betreurenswaardig, dat dikwijls gezegd moet worden, met het oog op wat de Kerk doet, dat dit vers behoort gelezen te worden als volgt:

„Men spreekt van u zeer schandelijke dingen O schoone stad van Israels Opperheer....."

En deze schandelijke dingen, die in de Kerk in het algemeen gevonden worden, zijn omstandigheden, die een leder van ons diep moet treffen, en wij behoorden te bidden en te werken, opdat de Kerk verlost worde van deze kwade dingen, opdat wij allen te samen, meer en meer de heerlijkheid mogen tooneu van onzer aller verheerlijkt Hoofd, Christus, den Zoon van God en Zgu Rechtvaardigheid en Heiligheid.

God geve, dat wij deze dingen In ons hart mogen nemen en op al deze diepbedroevende omstandigheden mogen zien In het licht van het teeken der tijden en werken terwijl het dag is, en wij lederen dag niet verder van de Waarheid mogen afdwalen.

Laat niemand, wie hij ook zijn moge, zich zelf voldoende bekwaam achten in de kennis der dingen die het Koninkrijk der Hemelen aangaan, maar laat leder ijverig onderzoeken blijven, opdat hij zichzelve beproefd moge toonen, niet slechts ten aanzien van zijn Kerk, maar bij God."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's