GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redacteur,

Vergun mij een plaats in „De Reformatie" om mijn gewaarwording weer te geven inzake een stukje Kerkgeschiedenis dat te lezen is in het pas verschenen 3de deel van: „Geschiedenis der Kerk", uitgave J. H. Kok N.V., onder Redactie van Prof. Dr F. W. Grosheide, Prof. Dr , G. M. den Hartogh e.a.

Het is helaas m.ogeüjk om in een betrekkelijk klein ingezonden stuk het bedoelde stukje Kerkgeschiedenis letterlijk te citeeren.

Op bladzijde 278 staat het volgende:

„Êi de Gereformeerde kerken in Nederland kwam het tijdens den tweeden wereldoorlog tot een scheuring. Door leergeschillen aangaande den kinderdoop (veronderstelde wedergeboorte) scheidde een niet onaanzienlijk deel onder leiding van Prof. K. Schilder en Prof. S. Greijdanus, beiden hoogleeraar aan de Theologische Hoogeschool te Kampen, zich af zoowel op dogmatische als op kerkrechtelijke gronden.

Omdat de uitleg van artikel 31 der Dordtsche Kerkorde hierbij vooral in het geding is, noemen deze Vrijgemaakte kerken zich „onderhoudende artikel 31 K.O.".

Hoewel de tegenstellingen nog groot zijn, ontbreekt het niet aan pogingen binnen de Gereformeerde kerken, om de Gereformeerde kerken met de Vrijgemaakte kerken te hereenigen".

Als men deze paar regels over een Kerkreformatie, die diep ingrijpt in het Gereformeerde leven, leest, wrijft men zich toch de oogen uit, en vraagt men zich vol verbazing af, hoe het mogelijk is, dat mannen met doctorstitel het aandurven om de Kerkformatie d.d. 1944 zóó te beleedigen.

Dat Doctor H. J. Houders (want hij is de schrijver) vergeten heeft om van de „leiders" hun wetenschappeUjken titel te melden, willen wij niet sterk beklemtoonen, waarschijnlijk is zijn ijver om bedoeld stuk kerkgeschiedenis zoo kort en zoo vaag mogelijk aan het nageslacht dóór te geven de oorzaak van dat verzuim. Maar wat mij wel ergerde was dit, dat meer dan één onwaarheid, (door de herhaling is men geneigd het leugens te noemen) het simpele stukje ontsiert.

Het is niet waar, dat de Professoren Dr K. Schilder en Dr S. Greijdanus zich afscheidden om „leergeschillen aangaande den kinderdoop", . Immers in de Geref. kerken is daar steeds verschil over geweest en men heeft elkander daarin verdragen, maar toen men ging binden aan de Kuyperiaansche Theologie, dus die Verbondsbeschouwing ging verheffen tot een vierde belijdenisformulier, toen hebben die „leiders" als goede herders geweigerd zich te onderwerpen.

In dien eisch van onderwerping hebben al de zulks eischende kerken zich van „De Gereformeerde Kerken" afgescheiden. ^

Toen werden al de honderdduizenden, die zich aan de Synode onderwierpen scheurmakers.

Het „niet onaanzienlijk deel" bleef de Gereformeerde Kerk.

Dat is de waarheid.

Weet Dr H. J. Houders dat niet? Neen? Dan zegt hij een onwaarheid. Maar dan ontzeg ik hem het recht om Kerkgeschiedenis te schrijven en staat hij schuldig tegenover het nageslacht, wijl hij het verkeerd onderwijst.

Weet Dr H. J. Houders het wel? Weet hij dat de genoemde „leiders" zijn geschorst en afgezet, weet hij dat in Kampen één Predikant, 28 Ouderlingen en 7 Diakenen zijn afgezet, en, omdat 2aj geen onwettige ambtsdragers konden ontvangen, als leden der Kerk zijn geschrapt?

Weet hij wel dat zeer velen zijn afgezet, en van het H. Avondmaal zijn afgehouden? Ja? Dan is zijn onderwijs aan het nageslacht een leugen.

Hoe is het mogehjk!

Het is ook niet waar dat het „niet onaanzienlijk deel", „deze vrijgemaakte kerken" zich „onderhoudende Art. 31 K.O." noemen.

Die vrijgemaakte kerken noemen zich , , De Gereformeerde Kerken". Want zij zijn de wettige voortzetting.

Maar omdat de honderden kerken die zich hebben afgescheurd den oorspronkelijken naam zich bleven toeëigenen, waren de Gereformeerde kerken genoodzaakt om ter voorkoming van vergissingen, een' postale aanduiding aan hun wettigen naam te verbinden.

Weet Dr H. J. Honders dat niet? Dan zegt hij een onwaarheid. Weet hij dat wel? Ja? Dan staat er een leugen in dat onjuiste stukje over Kerkgeschiedenis.

Velen zullen met mij zich ergeren over zoo'n beleediging van de 'reformatie anno 1944.

Hoe is het mogelijk!

Als ik den inhoud van de drie verschenen deelen moet waardeeren naar den maatstaf van dit armelijk stukje, dan is mijn eertijds gestelde vertrouwen ten zeerste geschokt.

De inhoud dezer boeken staat onder toezicht en bescherming van een redactie, die samengesteld is door Prof. Dr F. W. Grosheide, Prof. Dr G. M. den Hartogh, Dr H. J. Honders, Dr G. P. van Itterzon, Prof. Dr D. Nauta.

Deze heeren zijn verantwoordehjk voor den inhoud.

Ja, maar nu verbaas ik mij nog meer.

Het is waar, de Professoren Grosheide en Nauta zijn geen kerkelijke Hoogleeraren. Zij staan in dienst van een Vereeniging. Hun onderwijsvak is niet Kerkgeschiedenis naar ik meen te weten.

Maar hoe is het nu met Dr G. M. den Hartogh ?

Hij is toch een kerkelijk Hoogleeraar; hij is toch Professor in Kerkgeschiedenis en Kerkrecht.

Professor den Hartogh weet toch hoe het in 1944 is toegegaan. Heeft hij niet zelf meegeholpen om getrouwe Professoren, Predikanten, Ouderlingen en Diakenen af te zetten, dus katheders en kansels voor hen te sluiten? ,

Zal Prof. den Hartogh als leeraar in het Kerkrecht niet zelf diep in zijn hart gevoelen; dat ook hij zich afgescheiden heeft van de Gereformeerde Kerken?

Hoe is het dan mogelijk, dat ook Prof. den Hartogh de publicatie van dat simpele stukje vol onwaarheden met zijn naam dekt?

Heeft de Redactie dat stukje Kerkgeschiedenis van Dr H. J. Honders niet eerst gelezen?

Zoo neen? Wat beteekent dan zoo'n Redactie?

Zoo ja? Maar dan is dat kleine, simpele stukje een blamage voor de Redactie, voor het 3-deelige boek en een misse daad jegens het nageslacht.

Hoe is het mogelijk?

Het is onprettig om onprettige dingen te zeggen, maar dit moest mij uit de pen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's