Den Haag en „het smaldeel"
Het Haagsche besluit moest een aanloopje hebben. Het koos er een. Het nam zijn uitgangspunt niet in een resultaat van nauwgezette overweging van de etteüjke concrete bezwaarschriften uit eigen kring, die zeiden: het is zonde geweest, wat we in 1944 hebben bekokstoofd. Neen, want de Haagsche synode had geen tijd om zoo lang te wachten, totdat al d i é stukken onderzocht, en gelezen, en naar de Schrift beantwoord zouden zijn. In dat geval zou de aanhef hebben moeten luiden (eventueel):
De Haagsche Synode, overwegende, dat haar voorgangsters hebben gezondigd tegen Schrift en K.O. en onrecht hebben gepleegd, en de kerken hebben gedwongen dit onrecht mee te bedrijyen,
viitsprekende, dat niets onbeproefd gelaten mag worden, om dit onrecht goed te maken, besluit enz.
Maar dit deed ze niet. Liever eerst een gemoedelijkheidswolkje vóórdat de stukken ter tafel zouden komen. Liever eerst anderen voor nieuWe daden verantwoordelijk stellen, dan zichzelf voor de oude, nog bestaande bepalingen en besluiten.
Daarom nam ze positie in enkele feiten. Feit a) bij ons willen er veel, dat er eens gepraat wordt;
feit b) ds B. A. Bos wil het ook zoo graag (en er zullen er nog wel wat zijn, het „smaldeel" van dr H. N. Ridderbos ). .
En op grond van dat feit zou ze dan maar eeit^ besluiten, nog eens een gesprek met ons aan te vragen. Hoe? Dat moet nog blijken. —
Waar is hier de vaste lijn? Destijds wareneer óók „feiten". Classes riepen: niet doen. Particuliere synodes riepen: niet doen. K. S. riep: niet doen; eerst nog eens praten, als de duitschers weg zijn, en ook weer eens andere bladen dan De Heraut kunnen schrijven,
Maar het mocht niet. Die feiten zeiden niets. De WIL was een ander feit. De norm werd toen gevonden in regeltjes, die elkaar weerspraken, gelijk bewezen is.
Nu wordt weer uitgangspunt genomen, NIET in de Schrift, maar in feiten.
En ds B. A. Bos, die in Oosterbeek heeft gepraat en gebeden, en nog wel ginds in de synodale commissie geweest is, heeft nog niets anders dan nul-op-het-rekest gekregen, voorzoover dit besluit en zijn motiveering betreft.
Rook men in Den Haag Jiet „smaldeel" ? En heeft men toen uit het factum van zijn bestaan een overweging genomen? We hebben niets gehoord van de bindingswet des Heeren, niets van het kerkrecht, niets van de confessie, en niets van bovenschriftuurlijke bindingen.
Maar als men toch aan „feiten" zich vastklampte, waarom heeft men dan het feit van de amersfoortsche synode verzwegen? Die zei toch: als we maar even iets merken van verandering in de principes, waarvan ge uitgaat, wel dan zullen we 'i mogen en kunnen en moeten aanhooren? Waarom het smaldeel naar voren geschoven, en onze die een duidelijken wenk gaf, niet ge synode, noemd ? De waterdruppel van Barkey Wolf
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1949
De Reformatie | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1949
De Reformatie | 8 Pagina's