PSALM 2 : 7-12
(vertaling N.B.G.)
Hij heeft tot mij gezegd: „Gij zijt mijn zoon, J 'k heb heden u verwekt. Gij moogt mij vragen J en volken geef 'k tot erfdeel dan uw troon." } Van dit besluit des HEBREW zal 'k gewagen. J „Het eind der aard' is Uw bezit en erve. J Verplett'ren zult Gij hen met ijz'ren knots, \ als pottenbakkerswerk slaat G' hen in scherven ; en breekt de aarden vaten van hun trotsch." }
Laat u gezeggen, gij, die d' aarde richt ; en wilt, gij koningen, verstandig wezen. J Verheugt met beving u voor 't aangezicht J van onzen God en dient den HEER met vreeze. ; O, kust den Zoon, dat niet zijn toorn u breke } en gij niet onderweg ten gronde gaat: J zeer licht kan over u zijn toorn ontsteken. ' Welzalig al, die zich op Hem verlaat!
A. V. B.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949
De Reformatie | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949
De Reformatie | 8 Pagina's