De Kerk in het eindgericht
(IV)
Ik moet U nog iets zeggen over dat beest. U hebt het al begrepen, denk ik. De anti-christelijke wereldmacht heeft na de dagen van het Romeinsche wereldrijk haar kop niet meer kunnen opsteken, want in plaats van een wereldrijk kwam er een massa van staten, die permanent in oorlog waren; en in plaats daarvan zie je nu als eene internationale macht de afvallige kerk. J> aïtrottt kan Johannes zeggen: het beest is er vandaag niet. Want de heele beschaving van de wereld is Christelijk, Christelijk gekleurd. Je ziet het niet open en bloot, den antichrist. Het draagt allemaal helaas het stempel van Christelijk. Maar in werkelijkheid is het de afvallige kerk, die het leven doorzuurt en doordrenkt. Daarom was het beest er vroeger in de dagen van Rome en daarvoor, maar het is er vandaag niet, hoewel het er is. Want het zit in de kerk en het gaat weer komen. De zevende kop begint zich te vertoonen, zegt Johannes, en die hoeft maar een korten tijd te bUjven; en dan duurt het maar even, dan komt het beest heelemaal te voorschijn, de Antichrist in zijn laatste gedaante, de achtste wereldvorst. In dat zevende rijk zal de kerk haar machtspositie nog weten te handhaven en nog doorgaan met haar hoererij. Maar als het rijk van den Antichrist komt, dan zijn er nog wel afzonderlijke machten, maar het zijn allemaal blinde vazallen van den Antichrist: ze hebben al hun macht aan hem gegeven en worden geleid door denzelfden wil als hij. God heeft het in hun hart gegeven. Wij begrijpen dat vandaag wel, want we zien het al gebeuren dat de eene staat na den anderen toch stukjes van zijn macht overdraagt en zich macht ontnemen laat. Als dat proces voleindigd is, dan heb je den eenen dictator van de wereld en al de anderen die blindelings achter hem aanhollen, al zeggen ze nog: mijn gebied is dit; en al hebben-ze nog zoo iets als binnenlandsche politiek. Maar dan begint er een dubbele oorlog, de oorlog tegen het Lam en de ware getrouwen, maar ook de oorlog tegen dat wijf, tegen die hoer. Want ze zijn dan dat verweréldhjkte Christendom meer dan beu tenslotte; die tien hoornen — dat zijn de tien vazallen van den Antichrist, de machten die in verbond met hem het gezag uitoefenen — gaan allemaal die hoer haten en uitkleeden en haar vleesch eten en verbranden. Vandaag is er internationaal respect voor het Christendom, voor gerechtigheid, barmhartigheid en naastenliefde en al die nonsens meer, want men kan met die valsche kerk heel wat uithalen. Maar het moment komt, dat ze van haar walgen en haar naakt aan den dijk zetten. Als U symptomen wilt, flitsen in de geschiedenis, waarin U het ziet: Hitler had het in den oorlog vooral op dé Joden begrepen en we hebben gebeefd van de gruwelen, de gaskamers enz. Hitler haatte de Joden om wat ze politiek en economisch van Duitschland gemaakt hadden. Maar het was ook de overspelige kerk nog altijd; en ze had met haar hoererij Duitschland — en niet alleen Duitschland — vergiftigd. Het wereldjodendom heeft wat op zijn geweten! En dan vlamt tenslotte de haat. Ik wil de Jodenvervolging niet goed praten, maar het Jodendom, de overspelige kerk, heeft toch heel wat macht gehad en met haar gruwelen velen verleid. En het oordeel komt en de haat vlaagt: de Russen in hun haat tegen de Hongaarsche Roomsch-Katholieken en de Bulgaarsche Protestanten, ze zien die kerk met haar macht in het volksleven, sociaal en politiek en economisch, maar ze was geen hemelsche bruid, maar een hoer, die gruwelen deed. En men maakt korte metten met haar; èa dat gebeurt s'ciakd iiitei-liationaal.
En daarom waarschuwt de Heere: Mijn volk, gaat uit van haar, opdat ge ook van haar plagen niet mee ontvangt. Ik weet: dan komt ook de oorlog tegen de ware kerk en tegen Jezus Christus tegelijk daarmee. Want de Antichrist zal geen onderscheid maken en zijn vazallen net zoo min. AUes wat dan maar kerk genoemd wordt, zullen ze tegelijkertijd aanpakken. Maar God zegt dit: Al maakt de Antichrist geen onderscheid. God zal het wel doeiï. Want als hij tegen de valsche kerk strijdt, dan zegt God: ze voeren mijn meening uit; mijn oordeel richten ze uit aan die hoer. Doch als ze strijden tegen het Lam en Zijn getrouwen, zegt Hij: Hij is een Heer der heeren en een Koning der koningen; Hij zegeviert met Zijn ware kerk. Het wordt even benauwd, maar dan zijn we erdoor.
Openbaring 17 geeft in een flits de heele wereldgeschiedenis en stelt ons in staat den tijd te verstaan. Want we kunnen het vaak niet bijhouden, zelfs uit die beste courant van Mijnheer JongeUng niet. Het is zoo verwarrend en chaotisch, het wereldgebeuren. Maar God plaatste Johannes even buiten de wereldsituatie en liet het in een flits in den geest zien en liet het voor ons opteekenen in de Schrift. Dat is de stijl van den Nieuw-Testamentischen tijd en dat gaat gebeuren.
En als we dit allemaal begrepen hebben, dan weten we: het gaat er niet om wat Amerika uitspookt of wat de Vereenigde Naties uitbroeden, maar het gaat om de vraag: Wat is de ware kerk, — de.kerkvraag, die men al de eeuwen door zoo graag wil laten liggen, omdat die zoo netelig is, maar misschien is het de allerbelangrijkste vraag. Het gaat er hierom of de kerk het verbond bewaart en haar kinderen koestert, dan wel of zij ze doodt. Want we houden de ontwikkeling van de dingen niet tegen. Als men suggereert: laten we een machtig eenheidsfront maken, , een dam opwerpen tegen het Communisme enz. — eendracht maakt macht — dan zeg ik: schei er maar liever mee uit, want v/e Houden dit niet tegen. V/e aulfen de ontwikkeling van den zevenden kop toch niet tegenhouden, en van den achtsten ook niet.
Maar wat we wel kunnen is: beslissen over de kerk, of wc mee willen doen naet de gruwelen van de hoer, dan v/el of we met Christus, als Zijn geroepen uitverkorenen en getrouwen, het. verbond met Hem willen bewaren en ook het verbond met elkaar. En we kunnen ook beslissen of v/e willen mee ondergaan in het oordeel, dat over het groote Babel komt, dan wel met Christus Jezus willen triomfeeren over den duivel en zijn rijk. En als dus Djocja wordt prijsgegeven en Soekarno daar terug komt en heel de schande van Nederland naakt en bloot voor ons openligt; en .als we de internationale machten zien spelen hun politieke spel, gooi dan niet verwoed de krant over d-3 tafel, maar hoor dan God tot U zeggen in die concrete feiten: Wat gelooft ge nu dan van de heilige, algemeene Christelijke kerk? Zal ze bruid zijn of hoer?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 januari 1950
De Reformatie | 8 Pagina's