OPENBARING 21 : 1—4
(vertaling N.B.G.)
Ik zag den hemel nieuw en nieuw de aarde, want d'eerste schepping was voorbijgegaan, er was geen zee — haar dreigen is gedaan, nu onze God het koningschap aanvaardde. *
En uit den hemel zag ik nederdalen de heil'ge stad, een nieuw Jeruzalem, als bruid getooid voor haren man, voor Hem, wiens gramschap brandd' in zeven gouden [schalen. **
En 'k hoorde van den troon het luid verkonden: Zie, bij de menschen is de tent van God, Hij woont bij hen, die doen naar zijn gebod. God heeft zijn volk gered van hunne zonden. ***
Hij zal de tranen van hun oogen wisschen en dood en rouw en moeite zijn gedaan. Want d'eerste dingen zijn voorbijgegaan voor hem, die leeft bij Gods getuigenissen. ****
Melodie: Psalm 87.
* Openb. 19 : 6.
** Openb. 15 : 7.
*** Matth. 1 : 21.
**** Ps. 119 : 95.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1950
De Reformatie | 8 Pagina's
![OPENBARING 21 : 1—4](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/de-reformatie/reguliere-editie/1950/05/27/1-thumbnail.jpg)