GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelsche Enoyclopaedie, samengesteld door dr W. H. Gispen, dr F. W. Grosheide (hoofdredacteur), F. J. Bruijel, Dr A. V, Deursen. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen 1950.

Van deze enoyclopaedie is het kenmerkende, dat Zij — volgens inleidend woord — alleen „b ij b e 1 s c h e namen" wil behandelen. Maar dit dan in den ruimsten zin des woords. Dogma's blijven buiten bespreking; ook kerkgeschiedenis, „ambtelijke theologie", filosofie, kunst. Aldus het „Woord Vooraf".

Of die opzet steeds trouw gevolgd is? In het artikel „doop" lees ik: „Als volwassenen gedoopt worden, belijden ze hun geloof, dat wordt door den doop verzegeld". Ja, wat beteekent het woordje „dat"? Het geloof? Of de daad van het belijden? Indien het geloof, wat dan? De geloofsdaad? Of de geloofsinhoud? De belofte?

De vraag, wat een „n a a m" is, blijft ons nu bezig houden, als wij b.v. zien, dat wèl behandeld worden: doop, baden, ballingschap, balsemen, bank, beek, besnijdenis, evangelie, exorcist, fakkel, gebed, gelijkenis, geit, geld, geloof, gelofte, gemeente, haar, handoplegging, hebreeuwsch, heilig, hemelvaart, kerk, ketterij, rouwgebruiken, bekeering. Daarentegen niet: wedergeboorte, wederkomst, enz. Intussehen geven we toe, dat de grens moeilijk te trekken is. Het woord „namen" ware misschien beter vermeden. En aan den naam „woordenboek" zou ik de voorkeur gegeven hebben. Het boek geeft ook wel beschouwingen over bepaalde onderwerpen, die naar den maatstaf der belangstelling van den niet-theologischen lezer zijn gekozen. Niet naar dien der oorspronkelijke bijbeltaal zelf. B.v. wèl , , geloof", niet „hypostolê".

Het boek is buitengewoon goed verzorgd: rachtig papier, fijne druk, uitstekende illustraties. Aantal bladzijden:520.

Standpunt? Tot mijn verwondering erkennen de vier auteurs elkaar als „samen volkomen buigende voor de Schrift". Ik hoor drie van de vier het ook we! anders zeggen. Overigens: het ware vruchteloos, de voorbeelden op te zoeken, waarin de auteurs dingen beweren, die wij niet accepteeren kunnen. Allerlei kwesties (b.v. van de canoniek, ik denk aan het Hooglied), of van (toch wel) dogmatische beteekenis (de kerk) zien wij anders dan zij. Dat zal ook wel niet anders worden: schrijvers zouden m.i. goed gedaan hebben, de zaak niet „onder acht oogen" te houden, en overigens ook andere theologen aan te halen dan de door hen genoemde, onder wie sommigen hun sporen nog moeten verdienen. Maar daar staat tegenover, dat zeer veel goeds geboden wordt. Met name de botanische en zoölogische en geografische en archeologische bizonderheden openen voor „ons" volk een goeddeels nieuw gebied. Als onze lezers maar bedenken, dat een „encyclopaedic" nooit het einde der wijsheid is, en dat ze alleen den haastigen werker even voorloopig oriënteeren, of zakelijk helpen, of ook wel met een kluitje in 't riet sturen kan, dan kunnen ze in deze mooi verzorgde uitgaaf veel leeren. Speciaal degenen, die wat onrustig zijn gemaakt over de kwesties van Openbaring 17 kunnen zich troosten met de nuchtere opmerking (van Dr A. v. Deursen), dat „de groote hoer uit Openb. 17 zoo genoemd wordt, om de geestelijke afhoereerlng van God".

Tenslotte: onze lezers hebben wel bemerkt, dat ik naast veel waardeering toch ook een gevoel van spijt heb. Een bijbelsch woordenboek voor breeden kring, en gereformeerd gedacht, dat is een onderneming, die de moeite waard is. Ze is waard, dat men alle beschikbare krachten ervoor bundelt. Zoo iets had bij rustige ontwikkeling — die in '44 is vernield o.a. door Grosheide — kunnen gebeuren; er zijn, zelfs als ik het sectarisme van drie van de vier auteurs in rekening breng, en me de vraag stel, of „wij" na 1944 met hen op een of andere wijze nog zouden kunnen samenwerken, wat allen ongetwijfeld ten goede zou komen, meer krachten beschikbaar, dan zij hebben aan het werk gezet. Ik geloof niet, dat vier mannen, hoe verdienstelijk ook veelszins hun inzichten zijn, in staat zijn aan het nederlandsche èn het gereformeerde volk te geven wat het doel van een werk als dit waard zou gemaakt hebben om te geven. De fout van de Chr. Encyclopaedie (te geringe bezetting van den staf, en te weinig crltiek van den één op den ander, want er staan veel nageschreven opvattingen van de verouderde kuyperiaansche school in) loopt gevaar zich hier te wreken. Ik denk b.v. aan het Bijbelsch Woordenboek van roomschen kant (1941, Brepols, Turnhout). Omvang 1659 bladzijden. Geef den vier redacteuren van de nieuwe „Bijbelsche Encyclopaedie" het recht te zeggen: dat is ons te breed; ik kan daar in komen. De portemonnaie is er ook nog. Toch aarzel ik niet, te zeggen: dit werk, dat door en door roomsch is, is toch beter doordacht. Ook beter verantwoord. Meegewerkt hebben de „bijbelprofessoreh" van Rijsenburg, Warmond, Haaren, Roermond, Hoeven (in Nederland) en van Gent, Mechelen, Brugge (in Vlaanderen). Plus nog een secretaris der redactie; een aannemelijker figuur, formeel, dan zooals hier een hoofdredacteur (ik heb geen persoon op het oog, maar het begrip hoofdredacteur). Ik geef toe, dat bij uitbreiding van den staf op dit moment (dat ik zie als een moment van verwarring, onzekerheid, bluf aan den eenen, en winst aan den anderen kant, met onverzoende tegenstellingen en koppige vervreemding van den een tegenover den ander, want de misère, door de Grosheidegroep aangericht, is heel erg groot, en de machteloosheid van de V.U. mede daardoor ook) tot gevolg zou gehad hebben: grootere divergentie. Liever dat, men kan het ook immers rustig zeggen, dan, zooals het nu soms gebeurt, haastwerk van den een, en oppervlakkigheid van den ander. Let wel: dat is geen algemeene karakteristiek. Het is wel een gebrek in meer dan één „artikel", zooals het, m.i. iets overdadig, heet. De roomsche uitgaaf is beter. Formeel, en vaak ook materieel. Roomschen zijn rijker, hun afzetgebied is breeder. Alles goed en wel. Maar het neemt niet weg, dat deze vier auteurs, hoe knap ook, met zijn vieren het niet alleen kunnen. Eén hunner voert te vaak een redactie-staf. Zijn kring van medewerkers is dan ó f te uitgebreid (verkeerde elementen erin) ó f te geborneerd. Hij vertoont de zwakheid van 1944 over heel de linie. Wordt hij op uitbreiding van personeel bedacht, dan neemt hij dogmatisch-wijsgeerig ongewenschte elementen op. En beperkt hij zich, dan laat hij goed gereformeerde helpers liggen, omdat hij niet inziet, dat ze noodig zijn als brood voor het te bereiken doel. Dat' is, met alle respect voor dit werk, de misère, waarin hij met zijn academische naaste medewerkers, op den duur den boel in het slop laat loopen.

Overigens: vergeet niet, dat dit boek den verstaiidigen gebruiker erg veel moois geeft, en dat dogmatische-confessioneele kwesties toch wel op den achter­ grond gehouden zijn,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 september 1950

De Reformatie | 4 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 september 1950

De Reformatie | 4 Pagina's