GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eén óf twéé?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eén óf twéé?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Er zijn twéé Schilders....!

K. S. I is een bedeesd, schier verlegen, mensch, die in een hoek van een consistoriekamer, zonder drukte, naar den kansel verlangt, waar hij pas recht in zijn element is. Een geestig-goedmoedig mensch ook, die van humor houdt en lachen kan, als iemand anders, met het geheele lichaam!

Maar K. S. II is een ander, ja, een ander! Die kruipt met een hoofd, rood van opwinding, en oogen, fonkelend van toorn, achter een bureau, klimt in de pen en scheldt een heele , , Reformatie" vol....!

K. S. II is niet dezelfde als K. S. I. En geef mij dien eersten Schilder maar....!"

Zoo ongeveer sprak eens een broeder, die inmiddels den broederband verbroken heeft en weer is heengegaan naar een gemeenschap, die geen énkelen K. S. meer dulden kon. En aan zijn woorden werden wij herinnerd, toen het tweetal hiei" gepubliceerde foto's ons onder oogen kwam. Want indien die woorden waar zijn, dan zijn het déze foto's, die de waarheid van die woor3en schijnbaar komen bevestigen. Zie ze aan en zeg ons dan: Herkent ge K. S. I in K. S. II?

En toch, wie K. S. ook maar eenigszins kent (en dat sluit tegelijk in: wie hem liefheeft), herkent hem in beide, den éénen, steeds denzelfden, K.S. En die spreker van zooeven bewijst alleen maar, dat hij nog nooit iets van K. S. begrepen heeft en hem dus ook niet kan waardeeren. Want wij, die hem mochten zien en hooren op den katheder tijdens college en in de proffenkamer tijdens tentamen en hem óók mochten lezen in de nu jubileerende „Reformatie", zijn er.iets van gaan verstaan, dat die hierboven geschetste theorie over een eersten en een tweeden K. S. onhoudbaar is!

K. S. I: Dat is de prof, die tentamen afneemt: „Rooken, amice? " Zijn hand grijpt al naar de kist. „Dank U, professor, tijdens mijn werk rook ik liever niet!", waarop de geestige repliek van den éénen Schilder wel volgen moet: „Och, tentamen afleggen is geen werk. Tentamen afnemen, dat is werk....!"

K. S. II: Dat is de prof, die, nee, niet achter een bureau, maar b.v. op een Zaterdagachtermiddag aan het begin van een preekreis op een klapbankje in het boordevolle, lawaaierige Kamper treintje kopij voor „De Reformatie" klaar maakt. Het gelaat van den „polemicus met het teere hart" drukt dan een bewogenheid uit, die maa; : al te vaak vergeten wordt door 'n dommen „Reformatie"-lezer. De K. S., die het woord van den apostel verstaat èn beleeft, waarover hij eens een meditatie schreef: „Weest toornig en zondigt niet!"

K. S. I: Dat is de prof, die een van zijn studenten als ondci werp voor een dogmatische scriptie den naam opgeeft van een persoon, die voor een pas beginnend theoloog-in-spe een onbekende grootheid is. Hij gaat aan het werk, gaat zoeken naar boeken van en over den genoemde, maar vindt ze niet. Ten einde raad waagt hij het de schamele resultaten van zijn onderzoek mee te deelen aan den prof., die daarop als volgt repliceert: „Wel, amice, dan wordt het nü pas interessant!"

K, S. II: dat is de prof., die voorlichting geeft en daarbij gemolesteerd wordt door de domme oppositie van een synodocratisch predikant, die K. S. niet meer erkennen wil in het hem gegeven èn gelaten ambt en nu voortdurend spreekt van: Doctor Schilder....! Maar K. S., die zich zijn ambt door menschen niet ontnemen liet, wijl het hem door Gód gegeven was, antwoordt in bewogen ernst: „U spreekt mij aan als Dóetor Schilder en erkent mij dus niet in mijn ambt? Wel, dan spreek ik U aan met: Meneer....!"

Maar wat spreken wij nog over I en II, terwijl wij juist beweren willen, dat K. S. één is en steeds dezelfde? Reeds in die laatste, hierboven geschetste, situatie ontdekken wij, hoe K. S. ernst èn spel tot harmonieuze eenheid te verbinden weet. Dat is juist het paradoxale, het schijnbaar tegenstrijdige, in en bij den man, die zoo heel veel over de „paradox" gedacht, geschreven en gesproken heeft. Hij weet in heel zijn leven de harmonie te vinden én te bewaren tusschen schijnbare tegenstrijdigheden als spel èn ernst, ontspanning èn inspanning, vreugde èn droefheid, blijdschap èn toorn, verheuging èn beving.

Hij kent die niet als tegenstrijdigheden. Want K. S. kent de Schrift! En de Schriften zijn het, die spel èn ernst, de lach èn de traan, verheuging èn beving verbinden tot éénen, ongerepten levensstijl in den eenvoud des geloofs. De Schriften zijn het, die ons den Christus prediken, Die Zich verheugde in den geest, maar ook geweend heeft aan een graf; Die de vlammen van Zijn toorn liet vallen over de huurlingen van de Kudde des Vaders, maar ook bewogen en ontroerd was over schapen zonder herder. De Schriften zijn het, die ons openbaring geven van Hem, den Vader der geesten, Die een eenvoudig Wezen is. Wiens deugden één en nooit te scheiden zijn. Wiens vrijheid K. S. eens omschreef als de volmaakte harmonie tusschen spel en ernst.

Dien Vader der geesten danken wij voor den eenvoud van den man, wiens initialen nu reeds vijf en twintig jaren lang in dit blad werden afgedrukt: dat een­ voudige K. S.!

G. ZOMER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 oktober 1950

De Reformatie | 24 Pagina's

Eén óf twéé?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 oktober 1950

De Reformatie | 24 Pagina's