Offer des Heeren

(ïn Memoriam Ds J. Kapteyn — 8 Aug. 1942).

Wij, die Uw woord betuigen —• ziet, vergaan van kommer en verdriet, van grote vrees en beven. De boze dreigt en blaast ons aan en waagt welhaast zijn klauw te slaan. Ai, laat ons lijf en leven niet in zijn tanden sneven.

Wij zwichten niet voor nood en pijn — wat zou ons zorg of kommer zijn, hoe zou ons lijden deren? Maar dat dit god'loos rot ons plaagt ons openlijk te smaden waagt te schenden en schofferen het eigendom des Heeren.

Dit is ons zulk een bitterheid, dat alle glans en majesteit van ons wordt weggenomen.... Wij willen schoon ten Hemel gaan en ongeschonden voor U staan het hoofd gesierd met kronen. Uw Godlijk beeld vertonen.

Wij liggen uitgeschud en naakt, als walg en weerzin uitgebraakt, versmeten en gemeden. Die grijsheid, kind noch maagd ontziet verschoont ons laatste hulsel niet. Ach, slechts met bloed bekleden doet hij ons voor U treden.

O, martelaren van deez" tijd. God kent Uw leed. God ziet Uw strijd uw wonden en uw pijnen. Hij maakt uw bitt're schande goed. Hij weegt de waardij van uw bloed. In paar'len en robijnen zult gij voor Hem verschijnen.

KEES VAN DUINEN,

1) Een van onze lezers, vriend van wijlen den dichter Kees van Duinen, zond aan ons blad dit vers; aanleiding daartoe was de verschijning van den bundel „De Trap", die onlangs in ons blad en ook verder in de pers besproken werd. Niet alle verzen van Van Duinen zijn in bedoelden bundel opgenomen, ook dit niet. Toch verdient het bewaard te blijven, weshalve wij gaarne overeenkomstig het verlangen van inzender, het hier een plaats geven. — K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen