GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Zittingen van Woensdagavond 5 September tot Woensdag 12 September.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Synodebesluit omtrent de arbeid van deputaten voor Benthelm en Oost-Friesland wordt uitgesproken geen nieuwe deputaten voor Bentheim en Oost-Friesland te benoemen, omdat:

a. uit de brief van de Synode der Alt-Reformierte Kirchen in Bentheim en Oost-Friesland, d.d. 21 Aug. 1949 aan onze deputaten blijkt, dat deze kerken elk contact, zelfs van informatorlsche aard, van de hand gewezen hebben;

b. deze kerken wel afgevaardigden aangewezen hebbeu voor (resp. gezonden naar) de Gen. Synode van Zwolle 1946, Eindhoven 1948, Den Haag 1949/1950 van de gebonden kerken.

Op het verzoek van zuster Süttmann (te Bunde) om de kerken van Gronmgen en Winschoten zo mogelijk op te dragen verdere voorlichtlngsarbeid m Bunde te verrichten, haar te antwoorden, dat de Gen. Synode het gevraagde niet tot haar synodale taak mag rekenen, doch deze zuster aanbeveelt het verzoek zelf aan genoemde kerken te richten.

BESLUIT INZAKE GRONINGEN.

De volledige telcst van het geamendeerde besluit omtrent het schrijven van de kerkeraad van Gronmgen, waarin deze kerkeraad bericht de besluiten van de Synode van Amersfoort art. 129 C en Db (Zendtog) met voor vast en bondig te houden, luidt:

De Synède, enz. betreurt,

a. dat de kerkeraad van Gronmgen, zonder de smds de Amersfoortsè Synode te verwachten afschaffmg of herziening van de bestaande Zendmgsorde af te wachten, waaraan de kerken m het kerkverband tot op heden gebonden zijn, hoewel hij erkent, dat de Synode van Amersfoort onmogelijk anders kon handelen, zich losmaakt van besluiten die binnen het raam dier Zendmgsorde genomen zijn, waarbij hij wel de term van art. 31 K.O. hanteert, „voor vast en bondig houden", maar met de kerkelijke weg bev/andeld heeft, die dat artikel wijst;

b. dat de kerkeraad van Groningen, zonder overleg zich m deze situatie ook wat betreft de financiën aan een arbeid-m-samenwerktag onttrekt, die opgezet is op een bepaalde financiële basis;

c. dat de kerkeraad van Gronmgen ten onrechte de Synode van Amersfoort verwijt, dat deze de bevoegdheid der kerken aan zich zou hebben getrokken m het aanwijzen van , , zendende kerken", heerschappij zou hebben gevoerd over de kerken door te spreken van het nemen van een beslissmg door de volgende Synode Inzake uit de kerken opkomende concrete voorstellen omtrent samenwerking vEin bepaalde ressorten voor één zendmgsterreiu en een aanslag van een bepaald bedrag aan de kerken zou hebben opgelegd.

Een verzoek van de P.S. van Friesland, dat voortaan alle stukken, bestemd voor een Gen. Synode, op zulk een tijd behoren te worden toegezonden, dat een behoorlijke bespreking' m de kerken mogelijk is, werd afgewezen.

ZENDING OP BORNEO.

In de zitting van Donderdagavond is eerst aan de orde gekomen een voorstel van de P.S. van Friesland, dat de Gen. Synode de mogelijkheden onderzoeke, of ook de Protestant Reformed Churches of N.A. de zendingsarbeid op West-Borneo, al of met m samenwerking met onze kerken ter hand kunnen nemen, alsmede een uitspraak over dezelfde zaak van de kerk van Schiedam, overgenomen door de classis Schiedam, door de P.S. van Zuid-Holland, met een analoog voorstel van de kerk van Dordrecht.

Commissie II stelde voor, dat, aangezien van een tot stand gekomen relatie van corresponderende kerken tussen onze kerken en de Prot. Ref. Churches niet kan worden gesproken, op het verzoek van Friesland niet zou worden mgegaan.

Prof. Schilder opperde de suggestie om hierover nog geen beslissing te nemen, omdat over bedoelde relatie nog ter Synode zal worden gehandeld bij het rapport inzake de verhouding tot buitenlandse kerken. Deze gedachte werd door de voorzitter van commissie II, ds Vink, overgenomen, waarna werd besloten deze zaak aan te houden.

Ds Jongelmg rapporteerde namens commissie III, m-zake het rapport van generale zendingsdeputaten. De handelingen van deze deputaten werden goedgekeurd.

Ds Den Boeft rapporteerde terzake het voorstel van de P.S. van Gronmgen, dat de Synode zou uitspreken, dat het besluit van de Gen. Synode van Gronmgen Acta art. 232, „dat, waar ds Goossens in zijn volle rechten als missionair predikant is hersteld, dat hij ook het recht heeft in zendingszaken met adviserende stem tot de zittingen der Synode te worden toegelaten en besluit hem als zodanig toe te laten" van verkeerde vooronderstellingen uitgaat (zoals wordt uitgesproken in de Gen. Syn. van Amersfoort, Acta art, 36) en dat derhalve het genoemde besluit van de Gen. Synode van Groningen diende te worden mgetrokken.

Na een korte discussie sprak de Synode uit In te stemmen met het besluit van de P.S. van Gronmgen en het besluit van de Gen. Synode van Groningen (1946) onjuist te achten en mitsdien vervallen te verklaren, In zoverre dat besluit uitspreekt, dat missionaire predikanten met adviserende stem ter Synode zullen worden toegelaten.

Het rapport van commissie H over het financieel verslag van de generale zendingsquaestor, werd uitgebracht door oud, Troostheide. Het ontlokte enige besprekingv met als resultaat, dat de conclusies nader in behandelüxg zullen komen, nadat een controle door een bevoegde accountant zal hebben plaats gehad, welke controle zo spoedig mogelijk zal worden ingesteld.

Na het uitbrengen van het desbetreffende rapport door ds Jongeling besloot de Synode, gelezen hebbende een bezwaarschrift van de P.S. van Friesland tegen een besluit van generale zendmgsdeputaten om de rekening van een door de P.S. m opdracht van de Gen. Synode van Amersfoort aan de kerken gezonden rapport, groot ƒ 673, 71, slechts tot een bedrag van ƒ 300, — te voldoen; overwegende, dat het hier geldt de uitvoering van een door de Gen. Synode van Amersfoort verstrekte opdracht; m het midden latende of de viltvoering van het rapport soberder en beknopter had kunnen zijn, de quaestor der gen. zendmgsdeputaten op te dragen alsnog het resterende bedrag, groot ƒ 373, 71 te voldoen aan de P.S. van Friesland.

HULPBEHOEVENDE KERKEN.

Vervolgens" kwam m behandeling het besluit van de P.S. van Friesland om er bij de Gen. Synode op aan te dringen, gezien de dringende financiële nood m haar ressort, om generale deputaten ad. art. 11 K.O. (hulpbe~ hoevende kerken) te benoemen, waarover ds van Bruggen rapporteerde.

Het praesidium stelde voor niet te treden in genoemd voorstel, o.a. uit de overwegmg, dat sinds de Vrijmaking der Kerken in 1944 en volgende jaren m vele Part. ressorten de regel werd zeif aan de hulpbehoevende kerken in eigen ressort genoegzame steun te verlenen, en dat enkele van deze ressorten die thans zelf m de behoeften hunner hulpbehoevende kerken voorzien, mdien zij voor een generale kas voor hulpbeh. kerken zouden moeten collecteren, zelf hulpbehoevend zouden worden, alsmede dat in geval enig part. ressort niet in staat is zelf m de behoeften zijner hulpbeh. kerken te voorzien, deputaten der synode van dat ressort zich m opdracht hunner synode tot één of meer andere ressorten of classes of kerken kunnen wenden met een verzoek om hulp. In het voorstel werd als oordeel uitgesproken, dat tenminste de helft der Part. Synoden blijkbaar geen generale deputaten voor hulpbeh. kerken verlangt; dat zulke' deputaten voor onderlmge hulpverlening ook niet nodig zijn; en dat een generale regeling voor de hulpverlenmg aan hulpbeh. kerken thans de hulpverlenmg, gelijk deze In sommige part. ressorten geschiedt, zou bemoeilijken. In de discussie, welke Vrijdagmorgen werd voortgezet, werden argumenten pro en contra aangevoerd. De overwegmgen werden, evenals de uitspraken m het , , oordeel" van het voorstel met verschillende stemverhoudingen aangenomen, waarna de Synode met 24—4 stemmen, en vier Onthoudingen, besloot niet op het voorstel van de P.S. van Friesland ta te gaan, en mitsdien buiten werking te stellen het besluit van de Gen. Synode van Dordrecht (1893), Acta art. 176, voor zover dit spreekt van generale deputaten.

PSALMBERIJMING.

Vrijdagmorgen begon de Synode aan de behandelmg van het rapport van commissie IV inzake de Psalmberijming. Over deze materie waren bij de Synode binnengekomen het rapport van de betrokken deputaten, met bijlagen; een rapport, bevattende een groot aantal critische opmerkingen; een m.emorie van de samenroeper der genoemde deputaten (prof. Veenhof), waarin de stand van zaken ten aanzien van de berijmmg—^Hasper wordt getekend; een missive van R. Hulzenga, D. W. J. van der Pauw, ds E. Tetmls en J. J. van der Wiel, Inhoudende een concept-besluit; een voorstel van de P.S. van Zuid-Holland 1951, „nog geen beslissing te nemen en opmeuw deputaten te benoemen"; een verzoek van de raad der kerk te Nieuwendam—Amsterdam-Noord, uit te spreken, dat het gebruik van de nieuwe Psalmberijmmg aan de vrijheid der kerken staat; een voorstel van de raad der kerk te Vlanen, en twee bundels („XV Psahnen" en „Heilige Gezangen") gedicht door W. van der Kamp. Rapporteur was ds Lok (Stadskanaal).

Alhoewel de commissie niet m staat was de critische opmerkingen van deputaten te toetsen op de zuiverheid naar de Schriften, waar immers deputaten zelve met deze arbeid drie jaren bezig zijn geweest, sprak zij als haar oordeel uit, dat deputaten aan het onderzoek van de berijming ernstige aandacht hebben besteed.

De commissie onderschreef de conclusie in het tweede deel van het deputatenrapport, dat het zeer voorbarig zou zijn te achten, mdien de Synode thans overgmg tot de aanvaarding van de deftaitieve bundel voor kerkelijk gebruik, op een tijdstip immers, waarop de kleme kring der deputaten zelfs geen gedocumenteerd oordeel over deze bundel kon geven. Ten aanzien van het voorste» van Nieuwendam-^Amsterdam-Noord wees de commissie er bovendien op, dat het gebruik vsm meer dan één Psalmberijmmg m de kerken verwarring zou stichten, waarbij zij met name dacht aan de Psalmlerende jeugd der kerk.

De commissie stelde voor:

overwegende, dat blijkens het rapport der deputaten dezen met gereed konden komen met de volledige uitvoering der hun door de Synode van Amersfoort verstrekte opdracht; dat het wenselijk geacht moet worden, dat alsnog aan de kerken een gedocumenteerd oordeel wordt aangeboden over de defimtieve Psalmbundel— 1949, i.v.m. de uitgebrachte critiek op de huidige Psalmberijming—1773; te besluiten:

deputaten te continueren inzake Psalmberijmmg en dezen opdracht te geven een gedocumenteerd oordeel over

de definitieve bundel 1949 aan de kerlcen aan te bieden, uiterlijk 1 Jan. 1954.

Voorts met betrekking tot het voorstel Nieuwendam, C.S., uit te spreken:

dat art. 69 K.O. zich niet uitlaat over de berijming; waarnaar de 150 Psalmen gezongen zullen worden, doch dat het — gehoord het oordeel der deputaten en gezien de overweging (sub 2) — niet wenselijk geacht moet worden, thans reeds gebruik te maken In de eredienst van de Psalmbundel 1949.

Hierover ontstond een uitvoerige discussie, waarin o.ra. werd betoogd, dat het thans ter tafel liggende rapport van deputaten eigenlijk al beslissend is met betrekking tot de bimdel—Hasper, tegen welke bundel ook overwegende bezwaren, uit het oogpunt van Sehriftexegese, werden ingebracht. Tevens werd opgemerkt, dat m de bundel—Hasper veel verloren is gegaan van het bruisende in de psalmen en dit in deze bundel keurig gekanaliseerd is. Verscheidene Synodeleden vroegen zich af, of nog wel moest worden doorgegaan met het onderzoek van de gehele bundel, en of nog wel nieuwe deputaten nodig zijn. Ds Den Boeft e.a. dienden een voorstel in om geen nieuwe deputaten te benoemen. Hierna werd de discussie afgebroken, aangezien de Synode voor een bepaalde zaak nog een comité-zitting wenste te houden. Na afloop hiervan deelde de praeses mede, dat de kerk van Amersfoort was gedechargeerd inzake de financiële zaken der Synode van Amersfoort.

Oud. T. Holwerda rapporteerde nog betreffende de vraag van de kerk van Enschedé met betrekking tot het dopen van geadopteerde kinderen van ongelovigen. Na enige bespreking sprak de Synode het volgende uit:

De Synode, enz., gezien het verzoek van de kerk van Enschedé, om uit te spreken, dat „het besluit van 1905 ten onrechte werd genomen en de kerken niet langer gebonden zijn aan bedoeld besluit"; overwegende:

a. dat dit verzoek gedaan werd met het doel ruimte te krijgen voor het dopen van geadopteerde kinderen van ongelovige ouders;

b. dat hiertoe een terugnenalng van bedoelde uitspraak niet kan strekken, wijl Utrecht—1905 slechts een zeer speciale categorie van geadopteerde kinderen op het oog had;

c. dat tegen de uitspraak zelf door Enschedé onvoldoende gronden zijn aangevoerd;

besluit:

aan het verzoek van Enschedé niet te voldoen. Hierna ging de Synode uiteen tot Dinsdag.

OPNIEUW DEPUTATEN.

De Synode ving Dinsdagavond haar arbeid aan met een beslissing te nemen inzake de Psalmberijming. In deze zitting waren verscheidene leden door hun secimdi vervangen, of waren nu primus-afgevaardigden aanwezig, die hun secundi aflosten.

Commissie IV nam over het voorstel van ds Schilder te Utrecht, dat nog op enkele punten werd geamendeerd, evenals het voorstel van ds Visee te Kampen, Inzake het verzoek van de kerk van Nieuwendam—Amsterdam-N.

Na enige discussie nam de Synode het volgende besluit: De Generale Synode, enz.

kennis genomen hebbende van rapport, met bijlagen van deputaten en van de Ingekomen voorstellen en missives,

overwegende:

1. dat reeds het voorlopige onderzoek van deputaten voor de psalmberijming belangrijke bezwaren tegen Ie psalmberijming „Hasper" aan het licht brengt;

2. dat tn de kerken eveneens gewichtige bezwaren te­ gen deze berijming zijn geformuleerd, alleen al blijkens de missive van de kerk van Vianen;

3. dat reeds deze bezwaren zodanig zijn, met name waar zij de schrlftgetrouwheid betreffen, dat zij bij de synode In zeer ernstige mate twijfel doen rijzen aangaande de vraag, of deze bundel voor de kerken aanvaardbaar is te achten;

4. dat evenwel deputaten blijkens het bovengenoemde rapport niet gereed konden komen met de volledige uitvoering der hun door de synode van Amersfoort verstrekte opdrachten;

5. dat het zowel uit een oogpunt van afronding van het aanvankelijk gevormde oordeel als uit dat van volledige bekendmaking van dat oordeel aan de kerken gewenst is, de verstrekte opdracht, voor zover nog mogelijk, te doen uitvoeren;

6. dat de kerken van de resultaten van de deputatenarbeid niet tijdig genoeg kennis hebben kunnen nemen om haar oordeel daarover aan deze synode kenbaar te maken; doch recht kunnen laten gelden op gelegenheid tot volledige kennismaking van de resultaten en eindresultaten van deze arbeid, alsmede tot tndlenmg van haar eventuele nadere voorstellen bij de eerstvolgende generale synode;

5. dat inmiddels de vaststelling van de definitieve vomti van de psalmbundel zo goed als geschied is;

besluit:

1. deputaten dank te zeggen voor de verrichte arbeid;

2. opnieuw deputaten te benoemen ter verdere afwikkeling van de opdracht door de synode van Amersfoort omschreven onder art. 147, besluit, sub b-d, voorzover deze nog niet is volvoerd, en voorzover deze voor wat c betreft nog niet door de feiten is achterhaald;

3. deze deputaten op te dragen, de toezending van him rapport en beoordeling van de psalmbundel aan de kerken (Acta Amersfoort, sub d) te doen geschieden vóör 1 Juli 1953, alsmede hun verlof te geven dit rapport, enz. in de pers te doen pubUceren.

Dit 'besluit, waarvan de overwegingen en uitspraken zelf afzonderlijk met verschillende stemverhoudingen, of met algemene stemmen waren aangenomen, werd tenslotte m zijn geheel aanvaard met 22—7 stemmen en 3 onthoudingen. De hoogleraren Deddens, Holwerda, Schilder en Veenhof stemden voor.

Hiermede was tegelijkertijd vervallen het voorstel van ds Den Boeft, e.a., dat luidde:

De Synode, enz., overwegende, dat reeds blijkens hei gedeeltelijk onderzoek van deputaten de berijming— Hasper door zodanige bezwaren, vooral uit het oogpunt van schrlftgetrouwheid, wordt gednikt, dat zij voor de kerken niet aanvaardbaar is; en dat wel de behoefte aaa een nieuwe reformatorische, d.i. schriftuurlijke psalmberijming In onze kerken wordt gevoeld;

besluit: a. Inzake de psalmberijming—^Hasper geen deputaten meer te benoemen en de door de Synode van Amersfoort benoemde deputaten hartelijk te danken voor hun arbeid; b, het auteursrecht van de resultaten van de arbeid van deputaten af te staan aan de broedersdeputaten.

Terzake het verzoek van de kerk vsin Nieuwendam— Amsterdam-N., sprak de Synode met 30—1 stemmen en één onthouding uit:

dat zij, op geen enkele wijze de vrijheid der kerken in dezen aantastend, er de nadruk op wil leggen, dat invoering van een psalmberijming, die altijd reeds met grote voorzichtigheid dient te geschieden, in dit geval beslist moet worden ontraden, daar blijkens een nog niet ten eüide gebrachte critiek tegen de bundel—1949 reeds nü zeer ernstige bezwaren, vooral uit een oogpimt van schrlftgetrouwheid, zijn gerezen.

EVANGELISTENAMBT.

Hierna kwam in behandeling een rapport en voorstel van commissie Hl, terz; ake van de voorstellen betreffende het ambt van de „missionaire dienaar des Woords", Voorgesteld werd te besluiten:

de Synode, enz., kennis genomen hebbende van de voorstellen en uitspraken omtrent de erkenning van het „evangelistenambt";

overwegende:

a. dat de noodzaak van de Instelling van een speciaal evangelistenambt of zendelingsambt met de speciale taak van kerkplantlng onder de ongekerstende volkeren der aarde door de kerken m het algemeen niet wordt gevoeld;

b. dat onderschelden kerken zich tegen de Instelling van zulk een ambt hebben uitgesproken op grond van de overweging, dat het door de voorstellende kerken aangevoerde schriftbewijB niet overtuigt, dat de Heere de instelling van zulk een ambt beveelt;

c. dat naar het oorde'el van onderschelden kerken het door de voorstellers aangevoerde schrlftbewijs niet genoegzaam kon worden getoetst;

besluit uit te spreken:

dat de kerken goed zullen doen terzake van het voorgestelde ambt voorshands te blijven bij de door de Generale Synoden van Middelburg (1896) en Arnhem (1902) art. 34, vastgestelde benaming van „missionair dienaar des Woords" voor de predikers van het Evangelie onder de ongekerstende volkereu der aarde.

De discussie werd om 12 uur afgebroken om Woensdagmorgen te worden voortgezet.

De zitting van Woensdagmorgen was nog geheel gewijd aan de bespreking van de voorstellen omtrent het , , evangellstenambt''.

Ds H. J. Schilder van Utrecht diende een ander voorstel in dan dat van de commissie. Inhoudende dat de Synode geen eigen uitspraak zou doen, doch deze zaak ter nadere bezinning aan de kerken zou aanbevelen. En voorts om de hoogleraren en de zendingslector te verzoeken, hieromtrent een rapport samen te stellen ter advies aan de volgende Generale Synode.

BUITENLANDSE KERKEN.

Nadat de Synode Woensdagmiddag in comité-generaal was geweest, welke zitting ook 's avonds nog voortduurde, werd in de avondzitting nog behandeld het rapport van Commissie I (rapporteur ds H. J. de Vries) betreffende het rapport van Deputaten terzake de verhouding tot buitenlandse kerken.

Terzake de verhouding tot de Prot. Ref. Churches In Noord-Amerika, besloot de Ssmode met 30 tegen 1 stemmen, de besluiten van de Synode van Amersfoort (Acta art. 105 sub 1 en 3) vervallen te verklaren, en de te benoemen Depp, voor correspondentie met buitenlandse kerken te machtigen, het bestaande contact met de Frot. Ref. Churches zo mogelijk voort te zetten, teneinde de mogelijkheid van de relatie van corresponderende kerken te onderzoeken en hieromtrent de volgende Synode van advies te dienen.

Voorts werd besproken het rapport van dezelfde commissie met betrekking tot het verzoek van de Canadian Reformed Churches tot het aangaan van correspondentie.

Tegen het voorstel van de commissie, om deze correspondentie onder bepaalde stipulaties aan te gaan, werden uit de Synode verscheidene bezwaren aangevoerd.

De discussie werd om des tijds wille afgebroken en werd Donderdagavond voortgezet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's