GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 192

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 192

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1154 bestaan. Alle voorspoed, die alleen bij het stoffelijke blijven zou, ware ijdelheid. Al ware het dat we nu alle 40.000 busjes waarover gesproken is, geplaatst hadden, ja er nog jaarlijks zooveel bijplaafsten en al zou daar dan zooveel geld in komen, dat we de tekorten der Universiteit ermee konden aanvullen, ja een kapitaal ermee opbouwen voor een steeds voortgaande uitbreiding, maar we zouden dat alles niet krijgen in God — wij zouden zijn als die dwaze man en zijn lot zou het onze kunnen worden door een opheflFing of gelijkschakeling onzer Universiteit met al haar schatten. Maar wanneer we haar bezitten in God, aldus besloot spreekster, haar rijk zijn in God, dan zullen we ons mogen verblijden in onzen arbeid en met onze kinderen het goede genieten, dat de Heere in ons volksleven ons door de V. U. heeft willen schenken, wetend dat wat G o d doet in eeuwigheid zal zijn. Rede Mevr. KraanV. d. B u r g .

Vervolgens was het woord aan mevrouw G. Kraan—van den Burg, die als onderwerp had : „Knipsels uit het verleden". Als eerste knipsel demonstreerde spreekster een citaat uit „Souvereinifeit in eigen kring", waarin D r A. Kuyper zijn hoop voor de toekomst ontleent „aan het enthousiasme voor deze heilige zaak, dat ik soms zag schitteren in een vrouwenoog" en vervolgens aan de tegenwoordigheid van Elout. die de historie van een halve eeuw omvatte. Groen van Prinsterer en Da Costa waren in 1844 niet de eersten, die correspondeerden over de noodzakelijkheid van eigen, vrij Hooger Onderwijs. Reeds in 1Ö36 zuchtte Mr. H. J. Koenen: „Wij moeten hier iets hebben als de Société Evangélique met haar school (in Rijssel). De kerkscheiding scheurt ons op eens van de Christenen op andere plaatsen af. Zulk een société daarentegen, zou het gescheurde werk op eene geestelijke wijze kunnen vereenigen". En Mr. J . W . Gefken schreef in 1841 : „Wij wenschen dat in Nederland gedacht worde aan het oprigten eener Christelijke Theologische School, onafhankelijk van het Gouvernement, tegenover de rationalistische en Ariaansche faculteiten onzer Hoogescholen." Na een eeuw valt het moeilijk, zich de toestanden in ons vaderland omstreeks 1840 in te denken, maar in 1880, bij de. opening van de V. U. zagen Elout en Gefken beiden een halve eeuw aan zich voorbij gaan. Gefken heeft zijn indrukken aangeteekend in zijn Levenservaringen, waaruit spreekster iets meedeelde, en Elout wenschle bij het overhandigen van het stichtingskapitaal, dat de V. U., in welke een historisch verlangen verwezenlijkt werd, een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

VU-Blad | 245 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 192

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

VU-Blad | 245 Pagina's