Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 195

1157 zijn van de V.U. Sterk onderstreepte de administrateur der V.U. de door een der dames vragenderwijs gemaakte opmerking, dat busjes, waarin geregeld een kleine bijdrage gestort wordt, (b.v. een cent per week) zeker even goed welkom zijn. Veertig duizend van zulke busjes, beleekent ook f 2 0 . 0 0 0 per jaar. En bovendien: 't Gaat er bij de busjes-actie vooral ook om het verzamelen van een zoo groot mogelijke groep van personen, ook de eenvoudigen, rond de V.U. Voorts was er nog de vraag om de vergadering van de „Vrouwen V.U. Hulp" niet op den eersten, doch op den tweeden V. U.-dag te houden. De heer Faber vertelde echter, wat ook vroeger reeds gebleken is, dat onder de dames zelf daarover verschil van meening bestaat en dat er vele dames zijn, die juist den eersten dag prefereeren, omdat de tweede dag het V. U.familiefcest is en de geheele familie dan bij elkaar behoort. Tenslotte was nog gevraagd, of niet van tijd tot tijd de opbrengst der busjes per provincie kan worden medegedeeld, welke vraag den heer Faber aanleiding gaf de nalatige hoofden op t hart te binden toch vooral op tijd het geld over fe maken. W a n t er zijn nog maar al te veel hoofden, die daarin nalatig zijn en zoo lang dit zoo is, kan nooit een zuiver overzicht van de opbrengst, als gevraagd, worden gegeven. • Zoo droeg deze causerie weer bij tot versteviging van de „busjes-actie", welker resultaat — en dat niet alleen in financieel opzicht — de V. U. zoo noodig heeft. Boottocht.

Na afloop der Wetenschappelijke samenkomst der heeren en der busjes-actie-vergadering der dames, maakten dames en heeren gemeenschappelijk een boottocht op den Rijn, tijdens welken boottocht eenigen tijd op de „Westerbouwing" werd vertoefd. De Bidstond.

Des avonds had in de Westerkerk aan het Nieuwe Plein de ure des gebeds plaats. Voorganger in dezen bidstond was Ds. H. L. Both, Gereformeerd predikant te Arnhem, die ter voorbereiding van het gebed sprak over Daniël 2 : 27 en 2 8 a : „Daniël antwoordde voor den Koning en zeide: De verborgenheid, die de Koning geëischt heeft, kunnen de wijzen, de sterrekijkers, de toovenaars en de waarzeggers den Koning, niet te kennen geven. Maar er is een God in den hemel, die verborgenheden openbaart". W a t zou de Vrije Universiteit zijn — aldus Ds. Both — indien niet de gedurige smeeking van het volk, waarop zij wortelt, voor haar opging? En waar zou de moed en kracht van dat volk zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen