Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 199

1161 bedacht zijn, dat de vrucht van hun werk, die zij in het publiek uitdragen, in zulk een stadium verkeert, dat men er zich eenig oordeel over kan vormen wat eruit zal groeien. Zij brengt voorts ook mee, dat men, bij wederzijdsch verschil van inzicht, niet star aan eigen meening vasthoudt, maar daar, waar het eerlijkheidshalve geboden is, hoe moeilijk dat soms vallen mag, zichzelf gewonnen en den ander gelijk te geven. Dat wij het met elkander in verschillende punten niet eens zijn, behoeft op zichzelf niet erg te wezen, indien wij elkander maar willen begrijpen. Want al zijn wij het dikwijls niet eens, wij zijn toch één. Maar die vaste wil tot wederzijdsch begrijpen moet er dan ook zijn. Om der wille van de zaak die wij dienen, en dat is niet onze zaak, maar de zaak des Heeren. Hier weten wij, wat het antwoord is op de vraag: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? De moeilijkheden, waarmee wij te kampen hebben, zijn ernstig. Er is inderdaad een gevaarlijke kant aan. Zij leggen een zware verantwoordelijkheid op ons allen. Maar indien die vraag naar den wil des Heeren ons niet loslaat, en heel ons doen en laten ook in dienst van onze Universiteit beheerscht, dan behoeven wij de toekomst niet donker in te zien. Dan, maar ook dan alleen. Geve God in Zijne genade dan ook het gebed in ons aller hart: „Leer mij Heere, Uwen weg; ik zal in Uwe waarheid wandelen, vereenig mijn hart tot de vreeze van Uw Naam." Tenslotte memoreerde spr. met enkele hartelijke woorden de promotie honoris causa van Z.Exc. J. J. C. van Dijk tot Doctor in de Rechtsgeleerdheid, het periodiek aftreden van den penningmeester Mr. G . H. A. Grosheide, de ziekte en het herstel van den Directeur Mr. J. Terpstra en eindelijk het heugelijke feit, dat in het achterliggende jaar de President-Directeur Z.Exc. Dr H. Colijn en de President-Curator Mr. S. de Vries Czn. hun 70sten verjaardag hebben mogen vieren. nuisnoudelljke ]3e notulen der vorige vergadering, opge" zaken. nomen in het Vrije Universiteitsblad no. 70 en 7 1 , werden goedgekeurd; evenals het jaarverslag over 1938, dat aan alle leden en begunstigers was toegezonden. De rekening over 1938, waarover door de Commissie van Toezicht schriftelijk rapport was ingekomen met voorstel tot goedkeuring daarvan en decharge van het Bestuur van het gehouden beheer, werd eveneens goedgekeurd met aanvaarding van het voorstel der Commissie. Den Penningmeester werd byzonder dank gebracht voor zijn veelomvattenden arbeid. In de plaats van Mr. G. H. A. Grosheide, die volgens de geldende regeling als Directeur moest aftreden, werd door de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen