GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 185

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 185

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

1147 systeem referent toegepast heeft op het spellen van enkele namen en woorden. Hij gaf enkele voorbeelden, die volgens hem tegenstrijdigheden zijn. Prof. N a u t a zeide het formeel met het uitgangspunt niet eens te zijn. Daar er nogal verschil is over de wijsbegeerte van de wetsidee, had dit niet het uitgangspunt moeten vormen van hef referaat, maar wel de Gereformeerde beginselen, zooals zij ook de grondslag van de Vrije Universiteit zijn. Voorts maakte spreker, als kerkhistoricus, enkele opmerkingen over historische punten uit het referaat, die volgens hem niet geheel juist zijn. Prof. D o o y e w e e r d zeide groote waardeering te hebben voor het werk, dat referent geleverd heeft, daar de opgave, die referent gesteld heeft, uiterst moeilijk was. Vervolgens merkte spreker op dat de basis van dit referaat is de wijsbegeerte van de weisidee. Achter deze basis zit een religieus uitgangspunt. Bij het standpunt van de wetsidee moet men trachten door te dringen tot de diepste motieven. Achter de indeeling realisme en nominalisme zit ook een religieus motief. Dit is dan ook een zeer diepgaande insnijding en vormt het hoofdmotief van het moderne denken. Spreker vond de tegenstelling rationalisme en empirisme niet geheel zuiver en zou liever de tegenstelling gehad hebben apriorisme en empirisme. Hierna beantwoordde P r o f . V o l l e n h o v e n de verschillende sprekers. Antwoord Prof. V o l l e n h o v e n .

O P ^^ opmerkingen van Prof. Waterink antwoordt Spr. dat het subjectivisme daarom nominalisme wordt genoemd, wijl het in de universalia der realistische theoriƫn slechts nomina, dus bloot namen zag. Nominalisme stamt dus uit de polemiek, subjectivisme niet, dat is positiever. Trouwens ook hef subjectivisme heeft een universalialeer in welke het lang niet altijd individualisfisch is: men denke aan stroomingen als de nationaal-socialistische. W a t Prof. Wolijer betreft, deze nam wel de fradioneele omschrijving over, maar zag het verschil tusschen realisme en subjectivisme zelf zeer helder. Daarom kon Spr. hem met instemming citeeren. De conclusies werden indirect bewezen; referent wilde nu eens niet weer de grondgedachten van de wijsbegeerte der wefsidee bespreken, maar laten zien, wat men, van haar uitgaande, bij de ordening van de vele themata bereiken kon. Aan Prof. Hepp antwoordt Spr. dat de indeeling van de niefschriftuurlijke wijsbegeerte realisme en nominalisme ook door Prof. Woltjer als hoofdindeeling werd gezien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

VU-Blad | 245 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 185

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

VU-Blad | 245 Pagina's