Vrije Universiteitsblad 1953 - pagina 72

komst van de spaarsters voor de Vrije Universiteit is. Vóór de theepauze was er het openingswoord van Mevrouw Buffinga, aan wie ditmaal de leiding was opgedragen, waarin ook zij gewaagde van de strijd en de zegen rondom en over de Vrije Universiteit, en waardoor het bij deze stichting van miskenning tot erkenning kwam. De grootse bouwplannen in verband met de medische faculteit hebben de vrouwen, hoe kan het anders, bijzonder aangesproken, en de presidente van de vrouwenvergadering was er van overtuigd, dat onze vrouwen, die al zo lang en met liefde voor de medische faculteit aan de Vrije Universiteit aan het sparen zijn, ook bij de verwerkelijking van de bouwplannen haar roeping zullen tonen te verstaan. Terecht zag zij als een eerste bewijs hiervan, dat het Rotterdamse comité als verjaardagsgeschenk een lijst met 701 nieuwe spaarsters aan Directeuren kon aanbieden. Een mededeling die een hartelijk applaus van de vergadering en een hartelijk dankwoord van de administrateur, de heer B. Faber, uitlokte. Ook ditmaal was een der professoren van de Vrije Universiteit naar de vrouwenvergadering gekomen. Het was Prof. Dr G. Kuiper, die in een gedegen rede sprak over 'De vrouw en de literaire kunst'. Daarin besprak de hoogleraar de velerlei relaties die er zijn tussen de vrouwen en de literatuur. Allereerst is daar de passieve relatie : de vrouw als object van de literaire kunst, de vi;ouw in de literatuur evenals in de schilder- en beeldhouwkunst. Daarbij kwamen ter sprake de Middeleeuwse moralisten, de ridderromans, Jacob van Maerlant. Hoogtepunten vormden de tekening van Maria en niet te vergeten de non Beatrijs. Op beknopte wijze behandelde spreker daarna de renaissance, de romantiek en de moderne tijd. Daarna kwamen de actieve relaties aan de orde, de vromv als schrijfster en dichteres, als bezielster tot de literaire kunst, als lezeres en verbreidster, als medewerkster aan de literaire cultuur in ons land. De bedoeling van deze lezing was niet een overzicht te geven van de velerlei relaties van de vrouw tot de literaire kunst, maar op te wekken tot het organiseren van activiteit, tot verbetering van de literaire situatie en tot verheffing van onze hedendaagse literatuur. Na het ongedwongen gesprek in de pauze, waarvan de honderden vrouwen een dankbaar gebruik maakten, hield Mevrouw Zwart haar rede over 'Helpende handen'. Zij beschreef de belangrijke taak die de vrouw in het hedendaagse leven heeft, haast belangrijker nog dan vroeger het geval was. Ook tijdens Jezus' omwandeling op aarde en in de eerste dagen der jonge kerk zijn er voorbeelden bekend van de prachtige, volhardende kracht die vrouwen aan de dag legden en die haar in staat stelden grote dingen te volbrengen. Ook de Vrije Universiteit, deze grote gave van God, behoeft de helpende handen der vrouwen. Hier geldt 2372

het bidden en werken, zodat er met elkaar een muur van stalende kracht rondom de V.U. gevormd kan worden. Zonder gevouwen en helpende handen kan de V.U. niet leven. Op dit ogenblik zijn precies 84.688 busjes in omloop. In het afgelopen jaar zijn er 2763 spaarsters bijgekomen, doch wij moeten trachten te bereiken, dat er bij het 75-jarig bestaan der V.U. 100.000 busjes in omloop zijn, al zal ook dit resultaat nimmer reden tot trots, maar slechts tot dankbaarheid mogen zijn. Van de aanwezige vertegenwoordigsters der Vereniging van Vrouwelijke Studenten aan de V.U., Mejuffrouw A. M. Polman en Méjufifrouw T. J . Vos, sprak Mejuffrouw Polman de vergadering toe. Zij gaf een geestige interpretatie, van het motto 'U voor de V.U. - de V.U. voor U', waaronder door zovelen voor de Vrije Universiteit wordt gewerkt. De heer Faber, die voor het geven van inlichtingen en de beantwoording van vragen aanwezig was, had een gemakkelijke taak, aangezien er geen vragen werden gesteld. In een kort woord schetste hij de groei van de busjes-actie na 1937, toen de V.U. dagen ook in Rotterdam werden gehouden. Toen 30.000 spaarsters, nu 85.000; toen 1000 werkende hoofden, nu circa 4000; toen een jaaropbrengst van de busjes ad ƒ 55.000,-, nu gestegen tot bijna twee ton. Helaas heeft de voorjaarslichting 1953 ƒ 9000,- minder op- . gebracht dan de najaarslichting 1952, tengevolge van de ramp die Nederland trof. De getroffen families werden herdacht. Met bewondering en dankbaarhem mocht echter ook worden geconstateerd, dat in vrijwel alle plaatsen in de rampgebieden het werk voor de Vrije Universiteit al weer werd hervat. De derde vergadering, in het kader van de Vrije Universiteitsdagen, was ook nu de bidstond, die elk jaar aan de vooravond van de algemene vergadering wordt gehouden. De Nieuwe Zuiderkerk was goed gevuld, toen de regelingscommissie de voorganger in deze dienst, Ds K. M. R. van der Beek van Arnhem, naar de kansel leidde. 'Gij zijt toch in ons midden. Here. Uw naam is over ons uitgeroepen. Laat ons niet aan ons lot over.' Met deze tekst uit Jeremia 14: 9 werden we geleid tot het gebed voor de Vrije Universiteit. Uit onszelf weten we immers niet te bidden gelijk het behoort. En dan zien we twee dingen: Ie. Dat wij in de worsteling van het gebed heel zwak staan door onze zonden ! 2e. Dat we heel sterk staan door die Naam des Heren. Zo, overtuigd van onze zonden maar ook van de onveranderlijke en onuitputtelijke trouw van de Here, onze God, mogen wij al de noden van onze V.U. in de weg van het gebed voorleggen aan Hem, die elke nooddruft vervullen wil. Zo vergeten we ook

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen