GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 485

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 485

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Patiënt wil graag mee-verantwoordelijk zijn Yoor behandeling 'De ideeën en in iets mindere mate de werkwijze van de therapeutische gemeenschap (de benadering van de patiënt als gelijkwaardig, verantwoordelijk persoon) lijken hun intrede gedaan te hebben in psychiatrische ziekenhuizen', aldus een stelling bij de scriptie 'Verpleegkundigen in psychiatrische ziekenhuizen', geschreven door Martie Vink (sociale psychologie). Men behoeft niet eens een zeer geïnteresseerde buitenstaander te zijn om te weten, dat er de laatste jaren zo het een en ander te doen is geweest binnen en rondom de psychiatrie: de ontwikkelingen en discussies in dat vak waren het onderwerp van talloze kranteartikelen, van tv-programma's en van ook voor de leek verstaanbare boekwerken. De gesprekstof hing samen met watje globaal - maar vaag - zou kunnen aanduiden met 'democratisering'. Ze hing samen met een groeiend besef dat een patiënt in een psychiatrisch ziekenhuis een andere rol in zijn eigen behandeling zou kunnen spelen dan slechts lijdzaam af te wachten wat de staf geschikt voor hem achtte. Martie Vink schetste de veranderende opvattingen onder meer door te wijzen op het negentiende-eeuwse gesticht dat bijna uitsluitend op het bewaren van-patiënten was gericht: 'het in bewaring houden en onschadelijk maken van maatschappelijk ongewenste of niet te handhaven individuen, ter beveiliging en bescherming van de vrijheid en het bezit der 'normale' leden van de samenleving'. Het zal niet nodig zijn uit te leggen, dat zulke zienswijzen nauwelijks meer worden aangehangen. Gaandeweg brak de gedachte door, dat men zich niet meer tot bewaren en verzorgen van de patiënten zow moeten beperken. De behandeling, vond men, moest ook gericht zijn op terugkeer van de patiënt in de samenleving; bij de behandeling hoorde ook te worden inbegrepen dat de patiënten moesten worden benaderd als gelijkwaardige leden van de gemeenschap; als zelfstandig, verantwoordelijke mensen.

vorming naar de patiënt toe (. . .). De patiënt krijgt dus meer invloed. Men hoopt met deze invloedsverschuiving een nieuw functioneren bij de patiënt te bereiken: betrokkenheid van de eigen persoon, attitudeverandering (attitude = houding). Het is de bedoeling dat het klimaat op de afdeling zich kenmerkt door een gezamenlijk optreden en werken van staf en patiënten. Men wil dat de patiënten zelfstandig zijn, niet meer laten doen, maar zelf doen. De patiënten krijgen een deel van de verantwoordelijkheid voor alles wat er binnen de kliniek gebeurt: huisregels, ontslag, verlof e.d. Door de afzwakking en tenslotte de gehele verdwijning van de rolpatronen patiënt en verpleger, worden de relaties binnen het psychiatrisch ziekenhuis menselijker en meer open, hetgeen therapeutische mogelijkheden biedt. Op deze wijze kan men zich ook voorbereiden op de terugkeer in de maatschappij'. Martie Vink deed haar onderzoek op 22 afdelingen van vijf psychiatrische ziekenhuizen. Sommige van die afdelingen hadden zich nadrukkelijk uitgesproken voor de zojuist (beknopt) weergegeven werkwijze; andere afdelingen waren meer 'traditioneel' van opzet. In de scriptie werd onder meer gezocht

naar een antwoord op de volgende vragen: 1. Hoe wijd zijn de ideeën die ten grondslag liggen aan de therapeutische gemeenschap verbreid in de psychiatrische ziekenhuizen en wat vindt men ervan? 2. Is er in de praktijk overeenstemming tussen de ideeën die men koestert en de manier waarop wordt gewerkt? 3. Waardoor worden ideeën en werkwijze bepaald? Door de aard van de afdeling (therapeutische gemeenschap of niet); door de steun die de verpleegkundigen in hun direkte omgeving wel of niet ontvangen; door het niveau van de patiënten? Er werden vragenlijsten samengesteld waarin de meningen van de verpleegkundigen werden gevraagd over het meebeslissen van patiënten over zaken die henzelf betreffen; het informatie geven aan patiënten; het uiten van persoonlijke gevoelens aan patiënten. Aan de patiënten werd gevraagd hoe zij stonden tegenover deze drie elementen en bovendien wat zij vonden van het gedrag van de verpleegkundigen.

Geen verschil Eén uitkomst werd al weergegeven aan het

Zoveel Mo4efcK

2ièif J t i ^ ^ fè^&H eti c^oe^q,,,,,

Gemeenschap Zulke denkbeelden kregen vastere vorm. In de jaren vijftig stelde Maxwell Jones zijn gedachten over een 'therapeutische gemeenschap' te boek. Essentieel in zo'n gemeenschap is, zo schreef Martie Vink, 'de verschuiving van de verantwoordelijkheid en de besluit11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 485

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's