GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 246

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 246

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ten en voorzieningen. De 'dame' verschijnt en daarmee voor vele vrouwen een in feite onbevredigend bestaan. Zie de romanliteratuur o.a. bij Couperus. Na het doorzetten van de tweede industriële revolutie - na 1960 dus - verhevigt zich die onbevredigdheid, ten eerste door het kleinere kindertal, waardoor de vrouw al snel niet meer de volle dag te zorgen heeft, anderzijds door de kleinere behuizing (flat) en de veel werk uit handen nemende huishoudelijke apparatuur. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van de vrouw aanzienlijk hoger geworden, zodat een opnieuw (of voor het eerst) aanvaarden van een maatschappelijke functie de moeite waard wordt. Dit alles valt samen met de hiervóór beschreven noodzaak om als mens met het 'nieuwe zweet' bezig te zijn. Geen wonPosjtie van de vrouw . . . andere i d e n t i t e i t . . .

der, dat, na de periode van herstel en opbouw na wereldoorlog II, in de jaren zestig bij de vrouw een nieuwe bezinning plaatsvindt op haar positie, haar identiteit en haar aandeel in het maatschappelijk leven. Bij het agrarisch cultuurpatroon hoorde inderdaad het harde zwoegen om armoe en honger buiten de deur te houden. Hard werken, weinig vrijetijd, sober leven en vooral: sparen voor mogelijke magere jaren of voor de oude dag. In het algemeen dus een economie van schaarste. Daarbij kwam. dan een gemiddeld korte levensduur (o.a. door kindersterfte). Voor mannen was dat in 1880 nog gemiddeld 38,4 jaar; voor vrouwen 40,7. Dat alles bestempelde het leven tot een bedreigde zaak, waarbij de kerk en voor-

al consolatorisohe, een troostende taak had. Juist hierin is grote verandering gekom.en. De moderne maatschappij kent niet meer de economie van schaarste, maar van welvaart en is - zoals Galbrait heeft getypeerd - een 'affluent society', een maatschappij van overvloed geworden (alweer: hier in het Westen). En daarin is niet sparen, maar consumeren een deugd en een economische noodzaak geworden. Want alleen door veel consumptie kan de produktie blijven draaien en de werkgelegenheid worden verzekerd. Terwijl de honger is uitgebannen is de gemiddelde levensduur bijna verdubbeld: In 1870 38,4 40,7 In 1970 71,0 76,4 Daarmee is niet gezegd dat het leven niet meer bedreigd is. De bedreigingen zijn echter van andere aard, of liever: worden ervaren als van andere oorsprong. Niet meer komend van het lot of van 'hogere machten'. Maar als gevolg van verkeerd handelen van de mens zelf. Zodat juist daardoor de noodzaak van een ander, een beter menselijk handelen als een eerste opdracht wordt gezien: een ander omgaan met de noodzakelijke primaire levensbehoeften als lucht, aarde en water. Maar ook met de enorme behoefte aan echt menselijke contacten. Een ander omgaan met de (niet-onuitputtelijke) voorraad grondstoffen. En dat niet als een secundaire maar als een primaire zorg van de mens. De verwachting, die in het cyclisch agrarisch cultuurpatroon voornamelijk, zo niet uitsluitend gericht was op een leven na dit leven, wordt door de genoemde oorzaken meer gericht op een rechtvaardige samenleving hier en nu. Daarmee is, naast het consolatorische ook een ander accent in de verkondiging en catechese van de kerk noodzakelijk geworden.

Periferie De kerk, die in het agrarische tijdperk letterlijk en figuurlijk in het centrum van de dorpen stond (dikwijls ook nog in de steden), is met de opkomst van de industrie steeds meer naar de periferie, de omtrek gedrongen. In zijn boek In de ban van het beeld, schrijft dr. Hes (van wie de term periferisering afkomstig is) het volgende: 'Terwijl er met betrekking tot de politieke macht, onderwijs en wetenschap in de kunst sprake is van perioden van grote kerkelijke invloed . . . is de moderne industriële wereld voor de kerken altijd een vreemde gebleven. Ten aanzien van de hele door de industriële revolutie in gang gezette ontwikkeling hebben de 36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 246

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's