GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 271

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 271

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

gedragspatronen ontwikkeld, maar wel een buitengewone aanpasbaarheid. Hij is een zeer succesvolle soort geworden, maar zijn aanpassingsvermogen heeft hem ook het een en ander gekost. Zo hebben we geen standaardfamilie- of groepsstructuren; er is geen enkele garantie te geven over de ontwikkeling van een bepaalde soort persoonlijkheid in diens kinderjaren.'

Veranderbaar Ook prof. Vlljnn, met wie VU-magazine een gesprek had, zei niet van de gedachte te houden dat biologen van stal zouden worden gehaald om iets als een niet te veranderen erf-agressie bij de mens te funderen. 'Daarmee zou aan de mens te kort worden gedaan, want die is nog steeds veranderbaar. Wanneer men bijvoorbeeld zou kijken naar de ontwikkeling van de polemologie, waarover kortgeleden nog in het VU-magazine werd geschreven, dan wordt duidelijk dat zich een doorbraak aftekent; dat men zich ten aanzien van het oorlogsvraagstuk niet bij de feiten neerlegt, alsof die onveranderbaar zouden zijn, maar dat men

prof. dr. H. Vlijm

juist bezig is die feiten opnieuw te bezien en dat men zich afvraagt: waar komt oorlog vandaan. Oorlog wordt niet als een gegevenheid aanvaard. Dat lijkt me voor mensen een goede weg: we kunnen er opnieuw naar gaan kijken, zonder van een theorie uit te gaan dat "er nu eenmaal altijd oorlog is geweest en ook wel zal zijn".' Prof. Vlijm achtte het een gevaarlijke bezigheid om te menen dat kennis die iemand op biologisch vakgebied heeft vergaard, zonder meer op de mensen zou kunnen worden toegepast. Liever koos hij een wat meer bescheiden terrein voor het maken van de sprong mens-dier, In plaats namelijk van zich te wagen aan meer of minder generaliserende uitspraken over wat de mens te doen zou staan, gezien het voorbeeld van zijn zoogdierlijke voorouders, in plaats ook van te profeteren wat de mens boven het hoofd zou hangen, daarbij wijzend op parallellen in het dierenrijk, zag hij met name mogelijkheden in de vergelijking tussen mens- en diergedrag wanneer er jonge kinderen in het spel zijn.

Cultuur Natuur en cultuur stonden bij hem niet tegenover elkaar in de zin van: stad en platteland, niet als 'overbeschaafde stadsmens' en 'nobele wilde' rrvaar in de zin van: volwassene en kind. 'Zowel in de stad als op het platteland kunnen zodanige omstandigheden bestaan, dat vooral jonge mensen erdoor in een stress-situatie raken. Ik denk dat het ontstaan van zulke situaties alleen doorbroken kan worden door het gedrag van kleine kinderen, dat is het meest natuurlijke gedrag, goed te bestuderen. Iemand als Tinbergen (prof. dr. N. Tinbergen, hoogleraar in Animal Behaviour in Oxford; samen met K. Lorenz en K. von Frisch Nobelprijswinnaar 1973 voor geneeskunde en fysiologie. Hij waarschuwde dat boeken als o.m. die van zijn collega-prijswinnaar Lorenz 'de houding van zekerheid zouden kunnen versterken, terwijl we behoefte hebben aan een gevoel van twijfel') gaat verkeerde situaties te lijf vanuit het iets weten over dieren.' Tot slot daarom een fragment uit de voordracht die prof. Tinbergen vorig jaar december hield toen hij in Stockholm zijn prijs in ontvangst nam. In het meinummer van het 'Vakblad voor biologen' werd deze toespraak in vertaling opgenomen. Het ging onder meer over autistische kinderen en over de manier waarop een etholoog hun gedragsafwijkingen kan benaderen, (Bij autisme kunnen zich o.m. de volgende afwijkingen voordoen: een zich terugtrekken uit de omgeving; niet leren spreken of een achterblijvend spraakvermogen, een ernstig achterblijven in het verkrijgen van tal van andere vaardigheden, als 'bezeten' bezig zijn met een beperkt aantal voorwerpen etc.) In het fragment dat volgt, beschrijft een 'eenvoudige dierwaarnemer' zijn omgang met (overigens normale) kinderen:

'Niet kii^""' 'Wat we onveranderlijk doen wanneer we een familie met jonge kinderen bezoeken, is, na een korte vriendelijke kennismaking, de kinderen volledig te negeren, terwijl we tegelijkertijd, gedurende de eerste conversaties, een vriendelijke interactie met de ouders beginnen. Zonder de kinderen direct aan te kijken kan men een groot deel van hun gedrag waarnemen en zodoende een verrassende hoeveelheid van details van het gedrag registreren die hun toestand verraden. Gewoonlijk zal zo'n kind beginnen met eenvoudig te kijken naar de vreemdeling en hem afwachtend bestuderen, in dit stadium 17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 271

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's