GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 369

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 369

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

aardappelen. Door samenwerkende kwekers en exporteurs worden ze daar geleverd (vaak gratis als propaganda) via de Stichting voor pootaardappelpropaganda, en onder supervisie van het I.V.R.O. te Wageningen. Om een greep te doen uit deze uitzendprojekten, welke ook nog door Nederlandse deskundigen worden begeleid, noem ik de landen: Marokko, Tunesië, Libië, Libanon, Soedan, Cameroun, Ethiopië, Thailand, Pakistan en Vietnam. En als er dan (dikwijls) fantastische opbrengsten van komen, en de Nederlanders vragen: heb je 't gezien; nu kun je het toch zelf ook wel, dan luidt vaak het antwoord: och, wat zullen we met die grote oogst doen; als we zelf maar te eten hebben. Zorgeloosheid is de grote kwaal van vele primitieve volken, die in armoede en honger verkeren! Ik weet wel, dat is niet zomaar eventjes te veranderen. Maar die volken moeten eerst leren verantwoordelijkheid te dragen voor wat ze met Gods wereld doen. Dan de kultuurtechniek, waar ze totaal niets aan doen. In NoordAfrika zijn dan toch maar totaal onvruchtbare gronden tot vruchtbare cul-

Bovendien is het vaak niet uitvoerbaar wegens het ontbreken van transportmogelijkheid naar het binnenland, en komt het voedsel in handen van zwarthandelaars. Dat alles ontslaat ons 'Westerse mensen met welvaart' niet van onze verantwoordelijkheid ten opzichte van deze volken. Waar dr. Tieleman op pag. 20 onder het hoofd 'Zelfvoorzienend' zegt, dat de rijke landen door de gegarandeerde afzet enz. zelfvoorzienend zijn geworden, is dat niet geheel juist gezien; het is het gevolg van een goed samenspel tussen uitgebreid landbouwkundig onderzoek en een degelijke aanpak door het bedrijfsleven. Dat de wereldmarkt grotendeels een overschotten-markt is geworden, heeft niemand kunnen verhinderen. En dat is ook niet funest voor de wereldvoorziening, omdat elk goed geordend volk er voor zorgt, dat er een overschot is. Men zal, als het enigszins mogelijk is, zorgen, dat er een overschot is. En bij voldoende transport mogelijkheden, zullen deze overschotten elders kunnen voorzien in de behoefte. Men begrijpe mij niet verkeerd; er zijn landen gespecialiseerd in bepaalde produkten (zeevis bijvoorbeeld), maar deze

tuurgrond omgevormd door bevloeiing, desnoods door water uit de grond te pompen. In grote delen van de wereld is de voedselproduktie in eenheden per ha nog geen 500, terwijl we in Nederland niet meer schrikken van 12.00 (kg droge stof per ha). Een groot deel van Drenthe was vroeger een gebied, waar een mager schaap de buik niet vol kon eten, maar deze Drenthen verbouwen thans op diezelfde grond een honderd-voud van toen en nog veel meer. Dat kan in vele landen van de wereld ook! Maar het gebeurt niet, omdat het niet aangevat wordt. Het middel tegen hongersnood is: produktievergroting, en deze mogelijkheden zijn nog nauwelijks benut. Voedsel zenden naar honger-gebieden is zo iets als: water naar de zee dragen.

hebben een gevestigd afzetgebied, zodat deze volken samen met andere door uitwisseling ook zelfvoorzienend met een overschot zijn geworden. Tenslotte nog een opmerking over wat dr. Tieleman zegt op pagina 19 over de Nederlandse landbouworganisaties, die zo goed als geen belangstelling zouden tonen voor de nood in de onder-ontwikkelde landen. Wel degelijk, en met name de CBTB besteedt aandacht aan hulp aan deze volken. Diverse energieke jongemannen worden naar deze landen gezonden om aan die mensen landbouwproduktie te leren. Ook het streven van de FAO onder leiding van de Nederlander Dr. Boerma verdient lof. Hopelijk kan door voortdurende voorlichting en andere morele hulp verbetering van levens-omstandigheden

in deze zogenaamde derde wereld tot stand komen.'

Reaktie VU-magazine zond de brief van de heer Van Haeringen toe aan dr. Tieleman, thans werkzaam in Tunis, die - bij alle waardering - wat geschokt was over de ideeënwereld, die uit het schrijven sprak. Tot slot hier de reaktie van dr. Tieleman: Dr. Tieleman: 'Hoewel het mij niet steeds duidelijk is wanneer de heer Van Haeringen zich wèl of niet kan verenigen met de zienswijze van waaruit mijn artikel geschreven werd, wil ik - eeniszins geschokt - toch graag een enkele kanttekening maken bij zijn reaktie. De twijfel of 'vorming van •wereld-voorraden de oplossing zou zijn voor telkens optredende honger-situaties' kan ik alleen maar delen. Een structureel en toenemend verschil tussen produktie en consumptie kan natuurlijk niet verholpen worden door voorraadvorming, en zeker niet bij de bestaande geografische spreiding van tekorten en overschotten. Het gaat bij voorraadvorming dan ook over iets anders: het voorbereid zijn op rampsituaties enerzijds en het gezamenlijk pogen om tot een zekere prijsstabilisatie te komen anderzijds. Dat laatste is belangrijk omdat een sterk wisselend prijsniveau bepaald niet stimulerend is voor een behoorlijke instandhouding en ontwikkeling van de landbouw, ook - en vooral — in die landen van de wereld waar een groot deel van de bevolking van de landbouw afhankelijk is. Met name in de landen van de derde wereld is het veelal moeilijk, zo niet onmogelijk, om met subsidies vanuit de overige economische sectoren het landbouwprijspeil te beschermen en te stabiliseren. De heer Van Haeringen, die uit eigen ervaring weet hoe belangrijk stabiele prijzen voor de boeren zijn, zal het mij niet bestrijden wanneer ik stel dat dit ook voor de boeren in de derde wereld geldt. Om ook voor hen dit soort garantie wat dichterbij te brengen is een internationale samenwerking broodnodig. De wijze waarop de heer Van Haeringen spreekt over de landbouw in de derde wereld, alsmede over 'de primitieve mens' vervult m.e met enige schrik. Ik vraag me af waarop de heer Van Haeringen zijn veronderstelling baseert dat boeren in de ontwikkelingslanden zo weinig gevoel zouden hebben voor hun milieu; ik hoop maar dat het een eenvoudig misverstand betreft en geen vooroordeel weerspiegelt jegens 'primitieve volken' (!). Wel wil 27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 369

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's