GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 397

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 397

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

gen hier de aandacht, vooral ook omdat het bij de suggesties die dr. Faber aan het slot van zijn proefschrift deed, 'hoofdrollen' hleKen te zijn. Een grote meerderheid van de ondervraagde burgemeesters zag als belangrijkste aspect van het ambt de promotorrol, door dr. Faber ook wel aangeduid met: 'gemeentelijke duwmachine'. De burgemeester-promotor is voortdurend in de weer om zijn gemeente zo leefbaar mogelijk te maken. 'Hij is op jacht naar nieuwe kansen', zo werd in het proefschrift geciteerd. Tijdens de promotie omschreef dr. Faber, in antwoord op vragen van burgemeester Hartkamp van Franekeradeel, de terreinen waarop een burgemeester zich als promotor kan doen gelden als volgt: 'Steeds gaat het daarbij om dezelfde zaken, zoals de woningbouw, verbetering van werkgelegenheid, het opkrikken van het voorzieningenpeil'. En in het proefschrift schreef hij dat de burgemeesters 'het als één van hun belangrijkste opdrachten zien binnen het geheel van de staatsorganisatie zoveel mogelijk voor de eigen gemeente 'uit het vuur te slepen'.

burgerrol maakten, deden dat, naar de indruk van dr. Faber, omdat er in hun meestal kleine, agrarische plattelandsgemeenten, weinig armslag was voor het vervullen van een promotorrol. De enquête onder de gemeentenaren omvatte ook vragen naar de verschillende rollen van hun burgemeesters. Voor wat de promotorrol betrof, leken er tussen de burgemeesters en hun gemeentenaren weinig moeilijkheden te bestaan; in grote lijnen werd daarover gelijk gedacht en een meerderheid (62 procent) van de burgers vond dat de burgemeester die rol naar hun tevredenheid speelde (7 procent was ontevreden). Wat betreft de rol van eerste burger echter signaleerde dr. Faber dat 'de zwakke plek in het functioneren van het burgemeesterschap' daar moet worden gezocht. Want de burgers leken de 'eerste burger'-ml niet minder belangrijk te vinden dan die van promotor, terwijl ze minder te spreken waren over de manier waarop hun burgemeesters die rol vervulden: vijftig procent was tevreden, 12 procent on- * .tevreden.

Specialist Voeteneinde De promotorrol was de ondervraagde burgemeesters dus op het lijf geschreven, kan men wet zeggen. Met de rol van 'eerste burger' (dr. Faber gaf te kennen liever niet het begrip 'burgervader' te hanteren vanwege de daaraan verbonden 'paternalistische associaties) lag dat anders. 'Eerste burger' wilds in termen van het onderzoek zeggen: hoe vaak en in hoeverre bestaat er direct contact tussen burgemeester en gemeentenaren? De indruk was, dat de meeste burgemeesters deze rol wat 'op het voeteneinde' hadden liggen. De burgemeesters die dan nog enig werk van hun eerste-

In het laatste hoofdstuk van zijn proefschrift waarin de onderzoeksgegevens werden geïnterpreteerd, vroeg dr. Faber zich onder meer af of men het de burgemeester kwalijk mag nemen, dat hij de rol van eerste burger veelal niet kan waarmaken en zich 'als promotor heeft gespecialiseerd'. Hij was geneigd dat niet te doen: 'Ook de burgemeester is langzamerhand een specialist geworden, namelijk de bestuurskundige, die uitstekend de weg kent in het labyrint van de bestuurlijke organisatie.

De rekrutering en selectie van burgemeesters is daarop toegesneden. Staatkundig inzicht, bestuurlijke bekwaamheid en intuïtie zijn belangrijke criteria'. De burgemeester leidt de gemeentelijke organisatie op rationeel-bureaucratische wijze, professioneel en vakbekwaam. Daarop zou weinig zijn aan te merken, wanneer er aan het specialisme van burgemeesters in deze richting niet twee consequenties hadden gezeten. • Bij het accent dat valt op de promotorrol, komt de rol van eerste burger duidelijk in de verdrukking, terwijl de burgers hun burgemeester die rol wel willen zien spelen. 'Door de snelle, omvangrijke bureaucratisering', zo schreef dr. Faber, 'hebben zij vaak het zicht verloren op het politiek en bestuurlijk gebeuren. Zij koesteren de verwachting dat de relaties tussen hen en de burgemeester niet noodzakelijkerwijs het onpersoonlijke karakter dragen, dat in de regel typerend is voor de contacten tussen bureaucratie en burger. Zij hopen in de burgemeester het 'menselijk gezicht' van de bureaucratie te zien.' 'Een burgemeester hoort niet alleen op te komen voor de gemeentelijke belangen bij de bovengemeentelijke bureaucratie, maar hij dient ook in de gemeente te zijn geïntegreerd.' 'Waarschijnlijk vinden veel gemeentenaren, dat de rollen van promotor en de eerste burger niet te scheiden zijn. Het zijn in hun ogen twee kanten van dezelfde medaille'.

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 397

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's