VU Magazine 1974 - pagina 358

gend positieve opinie over de overheid; zij die zich sterk aan een kerk verbonden voelden eveneens; burgers met een voorkeur voor een linkse partij hadden een overwegend negatieve opinie; oudere burgers een positieve. Men was echter met deze uitkomsten niet geheel tevreden. Er waren nu wel samenhangen aangetoond tussen tal van zaken en een positieve of negatieve houding tegenover de overheid maar nog niet duidelijk was, hoe zwaar elk van die zaken woog. Er werd verder onderzoek gedaan naar, wat werd genoemd: 'centrale opvattingen'. Die behoefden niet speciaal betrekking tehebbenopde overheid, als ze maar inzicht konden verschaffen in de samenhang tussen de sociaal-economische status van een burger en zijn opinie/houding tegenover de overheid. Een centrale opvatting hangt samen met vele andere minder centrale opvattingen en is daardoor tamelijk stabiel. Een mens verandert zijn centrale opvattingen niet licht, hij voelt zich ermee verbonden. Ze staan kortom centraal. De samenhangen tussen de sociaal-culturele kenmerken van de burgers en hun houding tegenover de overheid konden grotendeels, zo niet geheel worden verklaard uit twee belangrijke dimensies. In de eerste stond een negatieve kijk op de maatschappij en ontevredenheid over de eigen levensomstandigheden centraal; in de tweede waardering voor macht en orde. In de eerste dimensie paste bijvoorbeeld het verband tussen opleiding en inkomen van de burger en zijn mening over de overheid. In de tweede zijn verbondenheid met een kerk en zijn leeftijd, omdat deze kenmerken samenhangen met waardering voor macht en orde. De voorkeur voor een politieke partij had met beide dimensies te maken. Alhoewel alle gegevens uit het onderzoek samen het nog in genen dele mogelijk maakten iets als een betrouwbare voorspelling te doen omtrent de houding van een burger tegenover de overheid, gaf drs. Huismans op een vraag van VU-magazine toch een paar algemene tendensen aan: 'De groep waarin het negatiefste over de over-

Oi

//

heid wordt gedacht, moet vooral worden gezocht onder de lager opgeleiden die van middelbare leeftyd zyn, die wel - zou je kunnen zeggen - in het volle leven staan, maar die aan de onderkant van de maatschappelijke ladder zitten. De meest positieve houding is te vinden by de oudere burgers, die hoog zyn opgeleid; die aan de ene kant een grote waardering voor orde hebben en aan de andere kant een betrekkelijk goede positie in de maatschappij innemen.

zingen dat de jongeren van nu bij het ouder worden anders over de overheid zullen gaan denken. Hoger opgeleide burgers hebben een positiever houding, maar jongeren die hoog zijn opgeleid weer niet zo erg. Ik denk dat we een periode meemaken waarin het 'blinde vertrouwen' en het idee, dat je je by de bestaande orde hebt neer te leggen, aan het verdwijnen is. Daarbij moet gezegd dat vooral jongeen zich zorgen maken over de toekomst. Men kan het geen negatieve houding noemen.'

Wanneer je over deze samenhangen gaat filosoferen, dan kom je toch tot zoiets als: burgers die zich sterk verbonden voelen aan een kerk, staan positiever tegenover de overheid, maar de kerkelijkheid neemt af. Met andere woorden: misschien zal door dit alles een stukje vertrouwen in de overheid verdwijnen. Het blykt dat voor ouderen hetzelfde geldt als voor kerk verbonden burgers en er zijn geen aanwij-

Kuperus Assurantiën b.v. De vertrouwde zaak, die U kan informeren en adviseren in geval van

• ALLE VERZEKERINGEN • FINANCIERINGEN • AAN- e n VERKOOP HUIZEN EN PRAKTIJKEN BREDIUSWEG 20

16

BUSSUM

TEL. 02159-14641 (4 LIJNEN)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen