GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 290

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 290

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

pelijke verschijnselen. Voorts hanteren genoemde auteurs een revolutiemodel, dat in wezen westers van aard is. Dit heeft onder meer tot gevolg dat onvoldoende aandacht wordt besteed aan de rol die boeren in vooral niet-westerse revoluties als die in Vietnam en China hebben gespeeld. Ook gaan ze voorbij aan het feit, dat deze en andere revoluties niet begonnen zijn met een betrekkelijk snelle machtsovername in de steden, maar het resultaat zijn van langdurige, op het platteland gevoerde guerrilla-oorlogen, waarin de verovering van de steden pas in de laatste fase van de strijd plaats vindt. Bovendien is het vaak erg moeilijk, zo niet onmogelijk, te zeggen wanneer en, vooral, waarom de ene fase in de andere overgaat. Eén aspect van het gangbare revolutiemodel is tot nu toe echter vrijwel onweersproken gebleven, namelijk de stelling dat alle revoluties uiteindelijk hun Thermidor vinden, ook al verklaart men dit verondersteld universele verschijnsel op uiteenlopende wijze. Dat deze stelling nauwelijks is aangevochten, is niet zo verbazingwekkend, want er lijkt op het eerste gezicht voldoende bewijs voor aanwezig. Zo mondae de Engelse revolutie uit in het protectoraat van Cromwell en de restauratie van de Stuarts. Een soorgelijke ontwikkeling ziet men in de Franse revolutie, die tot de dictatuur van Napoleon en terugkeer van de Bourbons leidde. En dat de Russische revolutie haar Thermidor heeft gevonden, wordt door steeds minder mensen ontkend. Het idealisme, de onwrikbare overtuiging voorvechter te zijn van een nieuwe en vrije maatschappij, de enorme stootkracht uit de beginperiode van de revolutie, dit alles is verdwenen. Ondanks alle ingrijpende veranderingen in de Sowjetmaatschappij onder Stalin - industrialisatie, urbanisatie, collectivisatie van de landbouw, liquidatie van de koelakken, de grote zuiveringen in de jaren dertig - is de heerschappij van deze dictator een periode geworden van langzaam maar gestaag groeiend conformisme en conservatisme. Een onmiskenbare verburgerlijking is ingetreden, de idealen van de revoluties zijn grotendeels verloochend. Bovendien is de politieke en economische macht meer en meer terecht gekomen in handen van een bevoorrechte nieuwe klasse. Men hoeft zich trouwens niet te beperken tot de door Brinton geanalyseerde revoluties om de Thermidoriaanse reactie aan te treffen. Deze is duidelijk aan te wijzen in de Mexicaanse revolutie van 1911 en latere jaren, en manifesteert zich tevens in toenemende mate ook in Cuba, waar de revolutie als 36

Andere kenmerkende verschillen werden al eerder terloops vermeld. De Chinese communisten kwamen niet snel, via een staatsgreep in het regeringscentrum, aan de macht, maar leverden vele jaren lang, door middel van een guerilla-oorlog op het platteland, strijd om de heerschappij over heel China te veroveren.

De brug over de Yang tse bij Nanking: symbool van het vertrouwen op eigen kracht. De kilometers lange brug werd voltooid, ondanks stopzetting van beloofde Sowjethulp In 19S0.

proces meer en meer moet wijken voor de revolutie als systeem.

Onvermijdelijk Mag derhalve geconcludeerd worden dat de Thermidor onvermijdelijk en universeel is? Men zou geneigd zijn deze conclusie als juist te aanvaarden, ware het niet dat één revolutie, de Chinese, verloopt op een wijze die twijfels doet rijzen. China is het eerste revolutionaire land ter wereld waar systematisch getracht wordt het gevaar van verstarring, van uitslijting van het revolutionair élan, van de opkomst van een nieuwe elite, kortom van de Thermidor, te keren. De manier waarop de Chinezen dit proberen te doen, is even boeiend als belangrijk. Alvorens echter deze Chinese strategie ter voorkoming van de Thermidor te bespreken, is het gewenst eerst in te gaan op het verloop van de Chinese revolutie,

China Beziet men de gang van de Chinese revolutie, dan valt op hoezeer deze afwijkt van het verloop van westerse revoluties. Een eerste onderscheid springt direct in het oog: Terwijl men het begin van westerse revoluties vrij gemakkelijk aan een specifiek jaartal kan ophangen, is dat ten aanzien van de Chinese revolutie nauwelijks mogelijk. Begint deze nu in 1912 met de val van de Mandsjoedynastie, in 1927 met de vernietiging van het stedelijke communisme door de Kwomintang en de start van de communistische guerrilla-oorlog op het platteland, of in 1936 als de Lange Mars eindigt met de vestiging van een permanente basis in Yènan en omgeving? Of is het juister 1946, het jaar waarin de burgeroorlog met de Kwomintang een aanvang neemt, of 1949, wanneer de communisten het hele vasteland veroverd hebben, als zodanig te beschouwen? Een nauwelijks te beantwoorden vraag. Even grote problemen doen zich voor zodra men probeert te bepalen wanneer Brintons tweede fase, die van het bewind der gematigden, zich in China manifesteert.

Voorts speelden de boeren een beslissende rol. Nieuw was bovendien het verschijnsel dat de Chinese revolutionairen, lang voor hun uiteindelijke overwinning in 1949, al over bepaalde delen van China - eerst in het zuidelijke Kiangsi, later in het noord-westelijke Yènan en omgeving - het gezag uitoefenden. Na 1949 manifesteerde zich echter een verschijnsel dat waarschijnlijk als geen ander typerend is geworden voor de Chinese revolutie, namelijk een veelvuldige wijziging van het beleid op bijna elk denkbaar gebied. Zo opvallend is dit, dat men de Chinese geschiedenis van 1949 tot heden gemakkelijk aan de hand van de steeds optredende beleidswisselingen kan periodiseren.

Industrie Kenmerkend voor de eerste periode (1950-1955) is het streven naar snelle economische ontwikkeling volgens het Sowjetmodel. Dit betekent krachtige industrialisatie, met name opbouw van een zware industrie. In deze fase lijkt China zich te ontwikkelen tot een tweede Sowjetunie. Mede dank zij omvangrijke Sowjethulp zijn de resultaten in de industrie indrukwekkend, al is de vooruitgang van de landbouw teleurstellend. De snelle industrialisatie gaat gepaard met belangrijke ontwikkelingen op politiek en sociaal terrein. Zo ontstaat bijvoorbeeld een zeer gecentraliseerde en gebureaucratiseerde structuur. Grote aantallen intellectuelen, al of niet communistisch, worden tot de communistische partij toegelaten. Het belangrijkste toelatingscriterium is hierbij niet ideologische overtuiging maar technische bekwaamheid.

De grote sprong voorwaarts Tijdens de tweede periode (1955-1959) zet een reactie in tegen de te sterk geachte bureaucratisering en het centralisme van de eerste periode. Deze reactie bereikt in 1958 een hoogtepunt met de zogenaamde Grote Sprong Voorwaarts, een campagne die tot stichting van landbouwcommunes en tot gespreide industrialisatie leidt. Typerend voor deze periode, en met name voor genoemde campagne, is de nadruk die de Chinese leiding legt op menselijke inspanning en wilskracht als de beslissende factoren, en op mobilisatie van de massa als een doel-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 290

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's