GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 292

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 292

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

tegenstelling zichtbaar geweest tussen de opvattingen van de zogenaamde 'roden' en 'deskundigen'. Deze tegenstelling aanwezig binnen de communistische partij, de overheidsbureaucratie, het leger en de economie - is voor het eerst door Mao zelf in de uit de jaren dertig daterende verhandeling 'On Contradiction' geconstateerd. Waarin verschillen nu de opvattingen van de 'roden' en de 'experts'? De 'rode' is de op de massa georiënteerde leider. Hij is doordrongen van wat men wel 'de geest van Yénan' noemt, een mentaliteit die gekenmerkt wordt door afkeer van bureaucratisme en specialisme en van een te sterke nadruk op het materiële. De tot utopisme neigende 'rode' hecht grote waarde aan de menselijke factor en denkt meer egalitair dan hiërarchisch. De 'deskundige' daarentegen is de manager, de technocraat, de beroepsbestuurder. Hij is belast met de tenuitvoerlegging van de door de partijleiding vastgestelde politiek. Hij denkt en handelt niet zozeer ideologisch als wel pragmatisch. Technische en economische rationaliteit staat bij hem op de voorgrond.

Ideaaltypen De begrippen 'rood' en 'deskundige' zijn ideaaltypen. Geen Chinese communist zal uitsluitend of alleen 'rood' of alleen 'deskundig' zijn. Altijd zal hij zowel 'rode' als 'deskundige' elementen in zich verenigen. Maar tevens zal doorgaans het officiële partij-ideaal, namelijk dat de Chinees 'rood èn deskundig' behoort te zijn, slechts zelden gerealiseerd worden. 'Vrijwel altijd zal een van beide elementen overheersen. Zo is Mao een typische vertegenwoordiger van de 'roden'. Hij symboliseert de spontaniteit van de massa en de revolutionaire romantiek, hij vertegenwoordigt het agrarische communisme, dat de nadruk legt op eenvoud en armoede. Het levend houden van de idealen van de revolutie onder de bevolking is zijn hoogste ideaal. Oud-president Lioe Shao-ch'i daarentegen is een typische 'deskundige'. Hij is een exponent van het stedelijke en industriële communisme, dat droomt van massale industrialisatie als in de Sowjetunie onder Stalin en van materiële welvaart. Lioe is bovendien, veel meer dan Mao, de representant van het gedisciplineerde en strak georganiseerde partijapparaat. Mao's beschuldiging tijdens de Culturele Revolutie dat Lioe een 'Chinese Chroesjtsjev' is, is in wezen juist: zijn denken sluit meer aan bij dat van de Sowjetleiders dan bij dat van Mao. 38

Ondanks het feit dat Mao en Lioe zulke uiteenlopende versies van het communisme vertegenwoordigen, hebben ze tot in het midden van de jaren vijftig zonder veel wrijvingen kunnen samenwerken. Pas daarna zijn de onderlinge verschillen, die aanvankelijk niet meer dan nuanceverschillen waren, langzaam uitgegroeid tot nauwelijks meer te verzoenen tegenstellingen. In sociaal en politiek opzicht is de tegenstelling tussen 'roden' en 'deskundigen' de belangrijkste in het huidige China, die als een rode draad door de eerder genoemde vijf perioden loopt, en de directe oorzaak van de Culturele Revolutie is. De 'roden' zien het conflict en de strijd als de belangrijkste middelen tot sociale verandering. De 'deskundigen' leggen, evenals vroeger de mandarijnen van het oude keizerlijke China, meer de nadruk op sociale harmonie. Mao's handelen van de laatste twintig jaar is vooral geïnspireerd door de vrees dat het kader in China te eenzijdig het element van de deskundigheid benadrukt en zal vervallen tot een traditionele bureaucratie, waarbinnen de revolutionaire ideologie verstikt. Om dit gevaar te keren, heeft Mao een strategie ontwikkeld die in de geschiedenis van revolutionaire bewegingen zonder precedent is. Op deze maoïstische strategie zal thans nader worden ingegaan.

Morele prikkels In Mao's politieke filosofie staat, zoals gezegd, dat permanentie van de revolutie centraal. Met inzet van alle middelen moet dit doel worden nagestreefd. Dit impliceert een niet-aflatende strijd tegen de waarden van de 'deskundigen', tegen, om in Brintons termen te spreken, de dreiging van de Thermidor. Mao is dan ook vrijwel steeds de aanvallende partij. In zijn aanvallen gebruikt hij, naar de organisatiesocioloog Van Doorn heeft opgemerkt, een drietal tactieken, namelijk indoctrinatie, mobilisatie en politisering. Belangrijkste element in de tactiek van de indoctrinatie is dat van de overreding. Het wordt toegepast in een scala van concrete sociale technieken, variërend van verplicht groepsgewijs lezen van de krant tot 'hersenspoeling' en zelfbeschuldiging. Centraal staat hierbij een verandering van het denken, van de mentaliteit. Want verandering van de mentaliteit leidt volgens het maoïstische denken tot verandering van het gedrag, en verandering van het gedrag leidt tot verandering van de maatschappij. De nadruk op leren en studeren, discussiëren en getuigen is verbonden met een sterk geloof in de practische 'werkzaamheid' van de juiste

kennis. Deze kennis sterkt de wil, en de wil overwint alles, mits uiteraard steunend op een juiste interpretatie van de werkelijkheid. Mao gebruikt de indoctrinatie als aansporing tot hoge prestaties. Materiële prikkels, voorgestaan door de 'deskundigen', zijn hierbij uit den boze en dienen vervangen te worden door morele prikkels, die volgens Mao voortvloeien uit een hoog politiek bewustzijn.

Groepsmechanismen Een uniek aspect van het proces van indoctrinatie is het gebruik van groepsmechanismen ter effectuering van mentaliteitsverandering. Stelselmatig maakt men gebruik van de interactie van de groepsleden om de persoon te veranderen. Op deze wijze èn door het creëren van een emotionele groepssfeer tracht men het groepslid te overtuigen van de juistheid van de gepropageerde ideeën. De indoctrinatie vindt vooral plaats binnen kleine groepen van tien tot twintig personen, die dagelijks of eenmaal per week vergaderen. Het belangrijkste aspect van de groep is de 'kritiek en zelfkritiek', die elk groepslid dwingt tot het uiten van zijn opvattingen, tot het uitoefenen van zelfkritiek en het ondergaan van kritiek van andere groepsleden. Altijd en overal past men in China het principe van het opdelen van de leden van sociale eenheden in kleine groepen toe, waardoor discussie mogelijk wordt, evenals contact tussen leiders en leden. Op deze wijze wordt de Chinees onder maximale druk gezet om zich aan de officiële doctrine te conformeren. Een tweede tactiek die door Mao wordt toegepast om verstarring van de revolutie tegen te gaan is mobilisatie. Deze mobilisatie tracht hij vooral te realiseren door middel van de massa-campagne, die de meest karakteristieke uiting van de Chinese stijl van politieke participatie is. De campagne vertrouwt op directe actie van een enthousiaste en geheel gemobiliseerde bevolking om de richtlijnen van de partij in praktijk te brengen. De kern ervan is haar vermogen om de massa tot activisme aan te sporen, zodat het niet langer nodig is te vertrouwen op 'deskundigen' en overheidsorganen. Door het revolutionariseren van de massa hoopt Mao erosie van het revolutionair élan te voorkomen. De campagne is een zeer veelvuldig toegepast ideologisch wapen. Sinds 1949 hebben er tientallen het land overspoeld. Slechts de grootste, zoals de Grote Sprong Voorwaarts en vooral de Culturele Revolutie, hebben meer algemene bekendheid verworven. De campagnes zijn nu eens gericht op hervorming van het denken of op economische vooruit-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 292

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's