GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 126

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 126

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

t^/

Maar Duitschland doet het toch, zoo is de feitelijke toestand. Dit is te begrijpen. Duitschland trad uit de Volkenbond, en wie maakt het wat? 't Is al te dwaas, al te naïef, om te onderstellen, dat een land als Duitschland zich zonder meer voor goed onmondig zou laten verklaren, zonder protest.' (De Spiegel, 8 dec. '34) Zowel het Alg. Weekblad voor Christendom en Cultuur als het prot. chr. weekblad Woord en Geest nemen januari 1934 een Duits 'kerstverhaaltje' op voor kinderen van pim. 7 jaar, dat een idee geeft in welke geest de Duitse jeugd wordt grootgebracht. 'Lang voordat jullie geboren werden en jullie moeder nog een schoolmeisje was, was Duitschland een rijk en machtig land. Wanneer de Duitschers een machine uitvonden of een prachtig schip bouwden, dan waren Frankrijk, Rusland en Engeland jaloersch. De Engelsen zeiden dan: maar wij willen de beste schepen hebben! En omdat zij zoo jaloersch waren, wilden Engeland en Frankrijk, Duitschland dooden. Maar hoe kun je een land doodden, zullen jullie zeggen. Ze deden dat met kanonnen. Ze zetten rondom Duitschland een hele rij kanonnen en soldaten en schoten op Duitschland. Maar onze Duitsche soldaten waren dapper en hielden ze buiten onzen grond. Maar toen kwamen de Amerikanen en Italianen en hielpen ze. Maar omdat ze Duitschland niet konden dooden, haalden ze zwarte en bruine menschen van over de zee om ze te helpen. Dat duurde vier jaar lang, maar ze konden in Duitschland niet komen. Toen kwam een booze geest in ons land, en zei: schei uit met dat schieten, dan komt er vrede. Ook vertelden ze dat de Duitschers den oorlog waren begonnen. Dat was natuurlijk een leugen. Maar de Duitschers waren zoo arm en moe, dat ze alles geloofden wat die booze geest zei. En toen hielden de Duitschers op met schieten en was de oorlog uit. Toen zeiden de vijanden: je hebt den oorlog verloren en je moet ons wat van jullie land geven en ook geld, om daarmee onze huizen en fabrieken weer op te bouwen. En omdat de Duitschers naar den boozen geest hadden geluisterd, gaven ze alles, want ze waren moedeloos. Maar er was één man, die zei: neen, dat doen we niet! Hij ging op zijn soldatenbed liggen en bad tot den goeden God en zei: Goede God, heb toch medelijden met ons arme Duitsche volk! Want de vreemden onderdrukken ons en wij zijn hunne slaven! En de goede God zeide tot hem: gij zult de Duitschers uit hunne ellende verlossen en ik zal u helpen. Toen stond die soldaat op en zei: ik zal Duitschland ver20

lossen, ik weet dat God mij helpen zal. Deze soldaat was Adolf Hitler. Hij was toen nog alleen, maar nu houden alle Duitschers van hem. En de hele wereld weet, dat hij door God wordt beschermd.' Met dit soort verhalen wordt de Duitse jeugd tot de oorlog opgevoed, daarin gesteund door een nazistische beweging, de 'Duitse Christenen', die zich fel keert tegen 'het verderfelijke pacifisme, het godsdienst- en volksvijandelijke marxisme en zijn christelijk-sociale slippendragers.' 'De weg in het Rijk Gods gaat door strijd, kruis en offer, niet door valse vrede.' Overstemd worden geluiden als van Friedrich W. Foerstner, 'Weltpolitiek und Weltgewissen' en Herman Kutter 'Reden an die Deutsche Nation', die zich keren tegen de scheiding van politiek en moraal in het Lutherse denken en die de Bergrede niet alleen voor het innerlijk leven willen laten gelden. Met de Bergrede hebben er meer moeite. Colijn meent in 1934 in z'n boek in Saevis Tranquillus in Undis: 'De Bergrede staat naast het recht der overheid; ze regelt niet het staatsieven.' En P. G. Knibbe stelt bij zijn VU-promotie in 1931: 'De geboden der bergrede geven slechts één der wijzen, waarop de gerechtigheid Gods op aarde dient te worden vervuld.' Ook Brillenburg Wurth meent in zijn A.R. Staatkundeartikel van 1930 dat het geen eis is van christelijke beginselen de geboden uit de Bergrede 'zoo maar aanstonds te verheffen tot normen voor de politiek' en hij maakt onderscheid tussen 'de politieke levenssfeer' en 'de ethische levenssfeer'. Levenswet voor de eerste is het recht en voor de tweede de liefde. 'Daar vloeit vanzelf uit voort, dat veroordeeling van den oorlog op grond van de veronderstelling, dat voor de politiek dezelfde normen gelden als voor de persoonlijke moraal, door ons niet kan worden aanvaard.' Maar opgelost is het probleem daarmee niet, want wanneer is een oorlog een middel tot rechtshandhaving? Wurth: 'Te spreken van een 'sacro egoismo', een heilige zelfzucht in de politiek is maar niet met de normen der moraal maar ook met die van het recht in strijd. En evenzoo kan het zijn, dat men in den oorlog zich bedient van middelen, die niet alleen met de regels der moraal, der naastenliefde niet overeenstemming zijn, maar die evenmin toelaatbaar zijn krachtens de regels van internationaal recht. (...) Zelfs voor een rechtvaardige zaak mag men nooit den strijd voeren met middelen strijdig met het recht.'

Geschokt door de praktijk van de tweede wereldoorlog en de ontwikkeling van kernwapens, schrijft Brillenburg Wurth 22 jaar later, in 1952 in A.R. Staatkunde opnieuw een artikel, waarin hij - middenin de koude oorlog - de vraag op tafel werpt of elk wapen gerechtvaardigd is in een eventuele strijd tegen Rusland en China. Hij waarschuwt tegen redeneringen dat er geen principieel verschil is tussen atoomwapens en andere. 'Wij vragen ons af, of hier slechts van een kwantitatief verschil mag worden gesproken, of wij hier niet terdege te doen hebben met een kwalitatief onderscheid.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 126

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's