GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 109

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 109

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het januarinummer schreef ik over de actualiteit èn de duisterheid van het laatste bijbelboek. De f ebruari-af levering bracht mij tot de conclusie, dat een geschrift boordevol visioenen niet actueel kan worden gemaakt zonder geestesverwantschap met het visionaire. In dit derde artikel wil ik proberen iets meer te begrijpen van het verschil tussen het getal als cijfer en het getal als symbool. Dit is niet zomaar een aardig onderwerp, maar van belang voor de vraag wat een opengeslagen bijbel voor zin heeft in een computer-ruimte. Het op zichzelf staande cijfer, waarmee wij rekenen en dat in de computer tot topprestaties leidt, is het product van een emancipatie uit het getal zoals dat in de natuur in organisch verband voorkomt. We kennen dag en nacht, eb en vloed, de schijngestalten van de maan, het bewegen van de sterren, de gang der seizoenen, zaaien en oogsten, de structuur van planten en bomen. Het getal zit ook in de anatomie van dier en mens, in hartslag, bloedsomloop, stofwisseling, de lichamelijkheid en de zwangerschap van de vrouw, in de levensperioden jeugd, middelbare jaren en ouderdom. We hebben hier te maken met organische structuren en met periodiciteit, waarin getalsverhoudingen schuilen. In spreekwoordelijke uitdrukkingen en ook in de sfeer van het bijgeloof - elf is het gekkengetal, de dertiende tafelgenoot brengt ongeluk - is het besef levend gebleven dat getallen soms meer zijn dan alleen maar cijfers. Wij willen niet het vijfde wiel aan de wagen zijn, we verlangen een schaap met vijf poten, wij hebben het wel honderdmaal gezegd; duizend zorgen, duizend doden kwellen ons angstvallig hart, onze neef is een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Ook in de kunst, vooral in de muziek, spelen getalsverhoudingen mee. Bij Bach en ook bij Mozart heeft men zelfs van een soort immanente wiskunde gesproken. In het sonnet en het strofische gedicht zijn de getalsverhoudingen maatgevend, laat staan in de bouwkunde! Natuurlijk kende reeds de oudheid haar pyramiden, tempels, schepen, burchten, paleizen en daar kwam heel wat rekenwerk aan te pas, maar weerhouden door een zekere schroom jegens de goden en een innige verbondenheid met de natuur, is de technologie daar nooit overheersend geworden zoals vandaag bij ons. Het getal is daar nooit volkomen tot cijfer geworden. Alles wat we doen drukt een stempel op ons, verandert ons. Het vreemde gevolg is dat hoe meer we de werkelijkheid beheersen, des te meer we van haar vervreemden. Dat merken we dan op den

Techniek en symboliek door dr. C. Rijnsdorp

dr. C. Rijnsdorp

duur en we willen die natuurlijke verhouding herstellen. Vóór de eerste industriële revolutie kon Goethe in Duitsland nog een harmonie nastreven tussen hart en hoofd, gemoed en intelligentie, intuïtie en techniek. Natuur en kunst (vaardigheid) trokken hem in gelijke mate aan: 'und beide scheinen gleich mich anzuziehen'. Maar dat harmoniemodel heeft in kunst en leven niet kunnen redden. De voortschrijdende industrialisatie noopte de kunst tot een vlucht in de romantiek en verdreef de kunstenaar naar de rand van de maatschappij, in de bohème. De westerse, door de technologie beheerste mens is het 'bezield verband' (Marsman) kwijtgeraakt. Wie nogal eens in wetenschappelijke boeken snuffelt, krijgt soms de indruk van een reusachtig E.H.B.O.-bedrijf of van een prothesenfabriek. Langs kunstmatige wegen, omwegen en dwaalwegen tracht men verloren gegane verbanden in huisgezin, kerk, maatschappij en staat te herstellen. Want men heeft tot zijn schrik ontdekt dat de mens een onredelijk wezen is. Hij gebruikt zijn rede om onredelijkheid te camoufleren of te loochenen; in het beste geval zet hij zijn onredelijkheid als object tegenover zich om haar te analyseren. Maar dat heft zijn onredelijkheid niet op. En dit zegt de open bijbel in de computerkamer: ik breng niet alleen een genadeboodschap, maar ik onderhoud tevens het verband met een verloren gegane natuurlijkheid. Hieraan herinnert

ons ook de getallensymboliek in de Apocalyps. Bepaalde getallen en eenvoudige combinaties daarvan worden samengebald tot symbolen. Wat de spitsboog is in de Gothische kathedraal, is hier het getal zeven dat op deze wijze een architectonische functie vervult. Maar men is er niet mee klaar door te zeggen: drie is het heilige getal, vier dat van de aarde, zeven dat van de volmaaktheid. Men dient intuïtief door te dringen in een denk- en taalwereld, die er natuurlijkerwijs toe leidde zekere begrippen niet met abstracte termen uit te drukken, maar met getallen. Is daarvoor een reden denkbaar? Want zoals een vertaler niet mag volstaan met uit zijn woordenboek het eerst aangegeven equivalent over te schrijven, zo mag de lezer van de Apocalyps niet domweg stilhouden bij de 'betekenis' van de symbolische getallen. We hebben hier te maken met een heel andere manier van denken, gevoelen en zien dan ons vertrouwd is. Men spreekt dan min of meer discriminerend van primitief en mythologisch, maar men ziet voorbij aan de monumentaliteit, het eenheidskarakter van de levensvisie die aan het woord komt. Het symbolisch getal is verwant aan poëzie en kunst. Het versteekt zich, om met Boutens te spreken, in een schone vindbaarheid. Het is concreet, duidelijk afgegrensd en het doet tevens een kosmische diepte vermoeden. Kortom, het lèèft; het bergt binnen zijn duidelijke begrensdheid iets van het mysterie dat aan het leven inherent is. Het spiegelt het geheel, ongeveer zoals de monade bij Leibniz. Het cijfer daarentegen, zoals dat op zichzelf kan bestaan, losgemaakt van het telbare, is een dode abstractie en een cultuur die zozeer door het cijfer beheerst wordt als de onze, is een cultuur waarin het leven sterft. Natuurlijk kunnen wij onze westerse cultuurhistorie niet zomaar verloochenen. De technologie is uit de menselijke samenleving niet meer weg te denken. We moeten als christenen tussen de computers leven. Vandaar al die pogingen tot vertaling der bijbelse gedachtenwereld in westerse begrippen. Maar ook het omgelceerde blijft waar: we mogen de bijbel zijn eigen karakter, talen, beelden, getallen, wijzen van denken en voorstellen, niet alleen niet ontnemen, maar ons daarin verdiepen, ons daardoor laten corrigeren en het daaruit geleerde in ons leven en in onze levensuitingen integreren. We moeten onze cultuur terugroepen tot de volheid van het leven - in elke computerkamer een bijbel! - een proces waarin straks de nietblanke christenen een belangrijk aandeel kunnen nemen. 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 109

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's