GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 321

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 321

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indië, dat voor het laatst tot ons schreeuwt om hulp en uitkomst. Dien kreet verstaan en daarnaar handelen, betekent opklaring in Indië, opklaring in Nederland, opklaring in een groot deel van de wereld'. Kortom, Gerbrandy was - evenals generaal Spoor in Indonesië - van mening, dat men fors moest blijven optreden tegen de Indonesische vrijheidsstrijders en volgens mr. Kesper kwam de aangehaalde passage uit Gerbrandy's toespraak neer op een suggestie aan Van Mook om zich niets gelegen te laten liggen aan van bevoegde Nederlandse zijde te verwachten richtlijnen. Kesper: 'Het kan niet toelaatbaar worden geacht de vrijheid van meningsuiting door middel van radio, zoals die thans in Nederland bestaat, te gebruiken om openlijk gezagsdragers aan te sporen tot overtreding van de op hen betrekking hebbende wetsvoorschriften. Reeds vroeger heeft het optreden voor de microfoon van prof. Gerbrandy aanleiding gegeven tot ernstige bedenkingen. Toenmaals is echter van het nemen van maatregelen afgezien, mede in verband met de verwachting dat hij zich van verdere ontoelaatbare uitingen zou onthouden'. Bedacht moet wel worden dat Gerbrandy's toespraak viel kort nadat de a.r.leiders Jan Schouten en dr. Bruins Slot op rondreis door Indonesië, - overigens tevergeefs door generaal Spoor gepolst waren voor een soort staatsgreep, waarbij men Van Mook aan de kant had willen schuiven. Ook de hoofdlegerpredikant was daarbij betrokken, herinnerde prof. dr. J. Verkuyl zich later. Het gevaar voor een rechtse revolutie was bepaald niet denkbeeldig. De vraag dient echter gesteld of niet de rechter had moeten beoordelen of Gerbrandy al dan niet over de streep was gegaan. Mocht Gerbrandy wél door middel van de drukpers de gedachten openbaren, waarover mr. Kesper was gestruikeld toen hij ze voor de radio hoorde uitspreken? 'In dit geval fungeerde de Regeringscommissaris als rechter', constateerde Trouw, 'Het debuut van den Regeringscommissaris als censor is niet gelukkig... Een oud-minister-president, voornaamste drager van de regeringsverantwoordelijkheid tijdens den oorlog, deswege met een der hoogste onderscheidingen begiftigd en uitgerekend bovendien ook nog voorzitter van den Radioraad, wordt vanwege een door hem gehouden redevoering getroffen door de ban der censuur!' Rijkseenheid verklaarde de beslissing in strijd te achten met de begrippen 'van vrijheid en democratie (. ..) De oppositie wordt gemuilkorfd'. Gerbrandy zelf achtte het commentaar van Trouw kennelijk nog veel te tam en deed het enkele dagen later in dit dagblad over. Hij meende 'dat de methoden van den verslagen vijand, van Duitsland, dat wij meenden overwonnen te hebben, vat krijgen in onze eigen staatkunde. Daartegen past niet futloos redeneren, maar een ondubbelzinnig protest'. En in de Rijkseenheidrede in de Haagse Dierentuin noemde hij eind september '47 de maatregel 'een symptoom van de verwording der democratie en een eerste stap op den weg, die door het Hitler-regiem in uiterste consequenties is bewandeld'. Daar konden Beel en Drees het mee doen.

Strijd In de discussie bleef op de achtergrond de vraag of artikel 17 van de Beschikking wel deugde. Links en rechts boog zich over de motivering van mr. Kesper. In hetAlg. Handelsblad achtte mr. Kappeyne de beslissing 'juridisch zwak gefundeerd'; Het Vrije Volk daarentegen achtte er geen

speld tussen te krijgen. Maar nauwelijks kwam de vraag aan de orde of de pas van kracht geworden Beschikking zich wel verdroeg met de beginsel van vrije meningsuiting. Gaat het aan, een Regeringscommissaris zoveel macht te geven? Omstreden was de beslissing direct. Dr. J. VJ. Meyer Ranneft liet in Elseviers Weekblad weten het een 'partijdige beslissing' te vinden, waarna mr. Kesper bij de Officier van Justitie een aanklacht indiende wegens belediging door dit lid van de Raad van State. De NCRV ging 'in beroep' tegen Kespers besluit. Besef was er wel, dat men z'n standpunt niet moest laten afhangen van instemming of afkeuring van Gerbrandy's politieke opvattingen. Zo meldt de N.R.C. 23 september: 'Het zijn niet alleen de "rechtsen", die protesteren; de scheidingslijn der opvattingen loopt dwars en grillig door de partijen en de diverse schakeringen in het Indonesische probleem heen'. Ook bij 'links' was hier en daar kennelijk een waarschuwingslampje gaan branden. Begrijpelijk, want gesteld dat de socialisten ooit eens in de oppositie zouden geraken tegen b.v. een regeringGerbrandy, wat zou er dan wel niet allemaal kunnen gebeuren op grond van artikel 17 van de nieuwe Beschikking? De N.R.C, (hoofdredacteur de latere hoogleraar M. Rooy) bleek niet zo zwaar te tillen aan het onderscheid dat de overheid maakte tussen krant en radio, in een hoofdartikel (23 sept. '47) werd herinnerd aan wat de NRC op 8 augustus '45 geschreven had over dat onderwerp. Het blad citeert zichzelf met instemming: 'terwijl de technische mogelijkheid voor een algemeen genot van de persvrijheid in normale tijd aanwezig is, ontbreekt deze om radiovrijheid op dezelfde voet toe te laten', en verder: 'misbruik van de persvrijheid door de enkeling ontmoet terstond het vrij klinkende woord van de tegenstander, misbruik van de radio met haar zoveel groter reikgebied, vindt niet het uit de maatschappij opkomende tegenwicht, dat even gemakkelijk in de huiskamer doordringt'. Een herhaling dus in feite van argumenten, die Gerbrandy zelf al in 1934 bezigde. Voegf daarbij de veel heftiger psychologische werking van de radio, dan zal men onderschrijven onze conclusie van weleer, dat met deze verschillen tevens de rechtsgronden zijn aangegeven voor regelingen op dit gebied', aldus 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 321

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's