GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 413

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 413

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

wordt herhaaldelijk beschuldigd van agressieve bedoelingen of agressieve research, terwijl in werkelijkheid de onderzoekers daar veel meer op hun hoede zijn, dat hun werk niet misbruikt wordt dan bijvoorbeeld die aan een universiteit. Dit soort dingen moeten we in gedachten houden, als we gaan praten over dienstweigering. We moeten onszelf beheersen en niet uit angst voor de gecompliceerde samenleving vluchten in een al te eenvoudig schema, waarin we zelf aan de goede kant van de streep staan en alle anderen die onze mening niet delen, aan de verkeerde. Zwart-wit schema's zijn goed om ons eigen denken een model te verschaffen, niet om er andere mensen mee in te delen.

Dienstweigering II Ik vind het tamelijk moeilijk in deze serie korte gedachten over het geweld de zeer praktische vraag van dienstweigering op een zinnige manier te bespreken. Toch wil ik er niet aan voorbijgaan. Dat zou struisvogelpolitiek zijn, omdat het probleem zich voor meerderen onder u binnen enkele jaren zal voordoen. De vorige maal heb ik al enkele inleidende opmerkingen gemaakt. In zekere zin is de militaire dienst in onze maatschappij een anachromisme. Wat voor kritiek we op deze maatschappij mogen hebben, we kunnen niet ontkennen, dat er een betrekkelijk grote mate van individuele vrijheid in toegelaten wordt. Soms is deze persoonlijke vrijheid zelfs zo groot, dat je geneigd bent vraagtekens te gaan zetten. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de manier waarop je je geld mag gebruiken om persoonlijke winst te maken. Niettemin zijn er duidelijke beperkingen aan watje mag doen. Als je daden het welzijn van de gemeenschap in gevaar brengen tegen bestaande wetten in, wordt er terecht dwang toegepast. Je mag bijvoorbeeld niet met een auto zonder remmen op de Amsterdamse wegen gaan rijden en zo zijn er veel meer beperkingen van de vrijheid op te noemen. Het betreft hier steeds een dwang om iets na te laten. Veel moeilijker is het om voorbeelden te vinden van dwang om iets te doen. Je kunt niet met geweld gedwongen worden om een bepaalde opleiding te volgen, al word je wel gedwongen naar school te gaan als je nog kind bent. De militaire dienst vormt een uitzondering. Je kunt wel gedwongen worden om soldaat te worden. De straf op weigering is een gevangenisstraf, die niet mis is. Gelukkig zijn er uitzonderingen. Volgens de Nederlandse wet behoef je geen soldaat te worden, als je gewetensbezwaren hebt tegen ieder oorlogsgeweld. Er is een commissie die moet onderzoeken of het daarbij om echte gewetensbezwaren gaat. Is het onderzoek positief, dan moet je vervangende dienstplicht vervullen, d.w.z. datje door het Ministerie van Defensie ergens anders te werk wordt gesteld dan in het leger. Het salaris datje daarmee verdient, vloeit dan in de kas van het ministerie, dat hierbij dus de rol vervult van een winstmakend uitzendbureau. Worden de bezwaren niet geaccepteerd, dan leidt volgehouden weigering tot enkele jaren gevangenisstraf. Als je geen gewetensbezwaren hebt tegen iedere vorm van oorlogsgeweld, als je bijvoorbeeld wel in een UNO-leger zou willen vechten om ergens in de

wereld de orde te handhaven, dan zijn je bezwaren niet ontvankelijk in de zin van de wet. Als je gewetensbezwaren hebt tegen de NAVO, omdat deze een instrument is in de gewelddadige politiek van het afschrikkingsevenwicht, dan zijn deze bezwaren in de zin van de wet niet geldig. In de praktijk zal men dikwijls om moeilijkheden te voorkomen erkennen, dat politieke bezwaren zo groot kunnen zijn, dat het gewetensbezwaren worden, maar men moet op de één of andere manier principiële bezwaren tegen ieder oorlogsgeweld construeren om iemand als dienstweigeraar te kunnen erkennen. Tegen deze situatie komt steeds meer oppositie. Het doet mij zelf veel genoegen, dat ook de kerken zich in het algemeen bij deze oppositie aansluiten in hun wens om de wet te verruimen. In de wet fungeert het geweten ook te veel ais een geheimzinnige, inwendige invloed, waar je zelf weinig aan kunt doen. Gewetensbezwaren dienen naar mijn mening heel nuchter opgevat te worden. Het betekent gewoon, dat iemand een persoonlijke ethiek heeft, meer of minder duidelijk geformuleerd, en dat op die grond een bepaalde gedragswijze hem aan de verkeerde kant van de streep brengt. Het zal zeker moeilijk zijn een sluitende juridische formulering te vinden. De vraag 'Mag men momenteel in militaire dienst gaan' durf ik niet eenduidig met ja of nee te beantwoorden. Ten eerste weet ik dat er bewust levende mensen zijn, die ja zeggen, omdat zij het leger niet veel slechter vinden dan andere instellingen in onze maatschappij. Vaak zijn dat wel mensen die in het leger als lastige sujetten worden beschouwd, omdat zij allerlei vragen opwerpen, die men liever niet hoort. Ten tweede is het een vraag, die een persoonlijke keuze vraagt en daarom mag Ik hem niet zonder meer beantwoorden, want ik hoef die keuze niet te doen en de consequenties ervan te dragen. Kort na de oorlog ben ik medisch goedgekeurd, maar ik hoefde niet in dienst omdat ik al te oud was. Tijdens de keuring heb ik wel gezegd, dat ik mij niet kon voorstellen, dat ik zou schieten op een medemens, die ik niet eens kende. Het antwoord werd prompt gegeven: 'Maak je daarover maar geen zorgen. Als je zelf beschoten wordt en je ziet je kameraden om je heen vallen, dan ga je vanzelf wel schieten'. Hiermee komt meteen een fundamenteel punt aan de orde, namelijk datje in een gevechtssituatie niet meer kunt beslissen, tenzij je een bovenmenselijk karakter hebt. In de gevechtssituatie wordt het een kwestie van hormonen. De spanning en de dreiging veroorzaken een adrenaline uitstorting, die de ondergrondse biologische agressiedrift volledig ontketenen. Als je van mening bent, datje wellicht inderdaad zult moeten vechten - en niemand kan zeggen hoe reëel die mening is - dan zul je voordat je in dienst gaat moeten beslissen of je bereid bent Russen of Polen dood te schieten. Als het werkelijk zo ver komt, wordt in de meeste gevallen zo'n beslissing onmogelijk. Ik bespeur bij mijzelf altijd een zekere neiging om dienstweigeraars te helpen en in bescherming te nemen. Als ik mijzelf onderzoek om na te gaan hoe dat komt, dan is het in de eerste plaats omdat ik vind dat zij meer steun verdienen. Het wordt hun moeilijker gemaakt dan mensen die zonder na te denken in dienst gaan en dat vind ik niet juist. Voor mensen die bewust in dienst gaan en die bereid zijn om in het 27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 413

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's