GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 322

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 322

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

11 Den Haag i en de i indringende (1 media

de N.C.R. naar aanleiding van het aan Gerbrandy opgelegde spreekverbod. Het blad vroeg zich daarbij niet af welke 'heftige psychologische werking' optrad toen Gerbrandy 14 augustus 1947, kwart over zeven, z'n radiopraatje hield en of deze werking - indien opgetreden - heftiger was dan wanneer Gerbrandy z'n opruiend geachte taal per drukwerk of in vergadering had verspreid. Voorzover bekend heeft het Nederlandse volk na Gerbrandy's woorden gewoon de afwas gedaan en de kinderen naar bed gebracht, zoals men gewend was te doen op dat tijdstip. Heftiger psychologische werking ging in ieder geval uit van de redevoeringen, die Gerbrandy en andere sprekers hielden in de Haagse Dierentuin om te pleiten voor een aan de laars lappen van de Veiligheidsraadsresoluties bij de 'eerste politionele actie' en het laten 'doorrollen van de tanks', 'I-let roof nest Djokja had uitgeroeid moeten worden', (Gerbrandy). Gerbrandy begon een van z'n toespraken met de mededeling, dat hij z'n tekst niet had voorgelegd aan mr. Kespers. 'Dit hoefde nog niet,' aldus spr. 'maar het is een waarschuwing, want een eenmaal ingevoerd principe werkt door, men zie naar Duitsland.' {De Rotterdammer 29/9/'47) In het parlement aangevallen, verweerde minister Gielen zich o.a. door te zeggen dat er ook voor de oorlog een radio-controle-commissie bestond. Geen enkel Kamerlid waagde zich evenwel aan verdediging van de beslissing, constateerde dr. Bruins Slot met voldoening. Het beroep van de NCRV tegen het besluit, werd door minister Gielen ongegrond verklaard door te wijzen op artikel 3 van de Beschikking, waarin staat dat beroep kan worden aangetekend door zend-organisaties 'voorzoverzij bij de aangevallen beslissing belang hebben'. Een beroepsmogelijkheid voor de getroffene zelf bestond niet. In VU-magazine mag tenslotte niet onvermeld blijven, dat het VU-studentendispuut 'Demosthenes' Gerbrandy een erelidmaatschap aanbood. 'Ik denk dat mijn oude dispuut mij heeft willen troosten met het erelidmaatschap. Ik kan mij werkelijk moeilijk voorstellen, waaraan ik het anders te danken heb,' verklaarde de onderscheidene. (Trouw, 12 nov. '47).

Televisie Naarmate de overheid meer vertrouwd raakte met het verschijnsel radio werden minder vaak argumenten voor bijzondere controle vernomen gebaseerd op 'de heftige psychologische werking', de 'indringendheid' en andere op ontzag voor het medium berustende veronderstellingen. De beschikking van 1947 was bedoeld als een tijdelijke regeling in afwachting van een Omroepwet. Het zou echter tot 1969 duren voordat deze van kracht werd. Intussen behielp men zich voor de radio en ook voor de televisie met tijdelijke regelingen. In de discussie over de omroepwetgeving weerspiegelde zich een afnemende behoefte aan overheidsbemoeienis van de programma's. Steeds minder tuchtbepalingen golden er. De ontwikkeling van de in 1951 met experimentele uitzendingen gestarte televisie schiep nieuwe problemen, althans toen omstreeks 1957 de kijkersschare groot genoeg geworden was (pim. 100.000 toestellen) voor een rel van enige omvang. Opnieuw speelde Nederlands koloniale politiek op de achtergrond. De voormalige gouverneurgeneraal van Ned. Indië, jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer zag op 31 augustus 1957 z'n eerste televisieuitzending, aldus DeTelegraaf. Het blad meldde datde oud G.G. aan de buis moest hebben uitgeroepen dat hij 24

niet begreep 'hoe het kon, dat dergelijke volksvergiftiging werd uitgezonden.' En AVRO-voorzitter jhr. Th. Roëll zou boos uit de studio, waar hij het programma zag, zijn weggebeend. 'Dit was zo onkies; dit kon ik niet meer aanzien.' Uitgezonden was een programma 'Dag Koninginnedag'^ vervaardigd door Jan Vrijman, waarin o.a. herinneringen werden opgehaald aan de 'muiterij op deZeven Provinciën' in 1933. Staatssecretaris Höppener kondigde een onderzoek aan. 'Vele kijkers hadden zich tot het ministerie gewend'. Dat moest allemaal op zondag gebeurd zijn. In de Tweede Kamer zei het PvdA-kamerlid Kosto daarover vorig jaar: 'Over degenen, die het ministerie benaderden, durf ik de veronderstelling uit te spreken, dat zij behoorden tot een zeker establishment, dat zich met schrik bewust werd van het feit dat hier een medium voorhanden was dat tot meer in staat was dan het bieden van verstrooiing aan de werkende massa, een schrik, gelijk aan die van de toenmalige autoriteiten, toen men zich bewust werd van de mogelijkheden van de drukpers.' Kosto somde ook de belangrijkste kwesties op die daarna

Een nieuw medium deed in 1951 zijn intrede. Regerings- en omroepautoriteiten scharen zich met enig ontzag voor het kastje. Wat zal de uitwerking daarvan nu weer zijn? Links de ministers Teulings en Mulderije, rechts de heren de Clercq (AVRO) en mr A. H. v. d. Veen (NCRV). Op de achtergrond de heer Philips, producent van het medium.

speelden. December 1959 verbood staatssecretaris Scholten de VARA voorlichtingsfilm 'Kringloop' te vertonen, in april 1960 speelde de in het begin van dit artikel gememoreerde kwestie tussen 'de freule' en 'Carmiggelt' en maart 1963 volgde een fel conflict tussen de regering-De Ouay en de KRO, die zich voorgenomen had in de rubriek Brandpunt een door de BBC vervaardigd interview uit te zenden met Frankrijks voormalige premier Bidault, die - ook al een dekolonisatiekwestie - opstand predikte tegen De Gaulle. Op de een of andere manier had de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Luns, lucht van dit voornemen gekregen en hij zag kans de ministerraad mee te krijgen met z'n plan om een regeringsstokje te steken voor het KRO-plan.

Bidault Zo kreeg de huidige bewindsman van CRM mr. H. W. van Doorn, toen KRO-voorzitter, 8 maart 1963 een telegram dat de regering uitzending van het interview met de zeer rechtse Bidault strijdig achtte met het bepaalde in artikel 4, lid 1 van het Televisiebesluit 1956. 'De regering heeft daarbij onder meer overwogen dat de daarvan te vrezen ernstige directe verstoring van de goede betrekkingen met een bevriende vreemde mogendheid gevaar kan opleveren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 322

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's