GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 280

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 280

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nervositeit Wie zijn oor te luisteren legt in Hilversum, hoort inderdaad een al jaren voortdurend nerveus geroezemoes over kijkcijfers. In vroeger jaren bleven de tvmakers in gelukzalige onwetendheid of hun productie nu door een kwart, een half of twee miljoen mensen was bekeken. Het waren er altijd een boel. Bij gebrek aan een slechter criterium beperkte de discussie na afloop zich tot de kwaliteit van het vertoonde. Alle kijkers klaagden zo nu en dan; alle kijkers kwamen zo nu en dan aan hun trekken; de tv-makers en hun bestuurders konden geloven dat het volk in levens- en wereldbeschouwelijk of cultureel opzicht was verrijkt; het geluk leek goed gedistribueerd. Anders werd het toen de wetenschap aanbood serieus te gaan tellen. In een vlaag van laakbare nieuwsgierigheid werd de dienst Kijk- en Luisteronderzoek gesticht, die thans wekelijks een 'representatieve steekproef' uit de Nederlandse bevolking opbelt met de vraag of men naar de Onedin-lijn heeft gekeken, naar The Eddy go round-show of naar Beertje Colargol. De smart, die deze kennis bracht, is onbeschrijfelijk. Een niet aflatende stroom tabellen, curven en percentages wordt uitgestort over de Hilversumse beleidsmakers. Duidelijk werd opeens in harde cijfers wat tot dusver slechts vermoedens waren, namelijk dat er zoiets bestond als belangstelling van minderheden; probleemloos amusement zegevierde op alle fronten. TV-makers die een hoge kijkdichtheid haalden, strekten de borst. Succes bleek niet gelijk aan lovende tv-kritieken. TV-makers met lage kijkdichtheden bewegen zich sindsdien onzeker door de studio's. Deden ze het goed of slecht? Geen wetenschapper kon hen dit vertellen. De betekenis van hun arbeid bleek niet meetbaar. Ze zijn geworpen op het terrein der subjectieve waardering,. waarop de grootste dwaas zijn gelijk mag blijven volhouden. Wie 'slechts' een half miljoen kijkers weet voor te lichten over een serieus vraagstuk, krijgt het gevoel te hebben gefaald; op het andere net haalde een quiz twee miljoen kijkers. Sinds 'Kijken Luisteronderzoek' neuzen telt, lijkt in Hilversum doel te zijn geworden zoveel mogelijk Nederlanders aan de buis te binden, het doet er nauwelijks toe met welke middelen. Op het andere net zit 'de vijand' die door hetzelfde streven is bezield. Met gefronste wenkbrauwen laten wekelijks de tv-beleidsvoerders hun vingers langs de uitslagen glijden, welke 'Kijk- en Luisteronderzoek' meldt. De zorgeloosheid van weleer is verdwenen, met name sinds de TROS zijn in26

trede in het omroepbestel deed, die z'n puur commerciële afkomst - TVNoordzee - niet verloochenend - de techniek van het kijkers-trekken bekwaam beoefent en dat om wist te zetten in aanzienlijke ledenwinst. Vooral de groei van de TROS gaf het spel 'wie trekt de meeste kijkers' het bitter ernstige karakter van een strijd om het bestaan. Immers groeit een der omroepen, dan zullen de andere op den duur zendtijd aan de winnaar moeten afstaan, een nerveusmakend vooruitzicht. Men slaat dus terug met andere 'trekkers'. Het bedienen van minderheden is een luxe aan het worden.

Politiek Al in een vroeg stadium van de omroepstrijd werd een politiek motief onderkend in het streven naar een amusementsomroep. Met name conservatieven en liberalen braken daarvoor reeds in de jaren twintig een lans. Het volk moest worden geamuseerd, niet gepolitiseerd; zulks gaf maar onrust. Ook het Verbond van Nederlandse Werkgevers toonde al vroeg bezorgdheid waarmee de werknemers zich in hun vrije tijd zouden gaan bezighouden. Kort na de start van de VARA drongen ondernemers bij de regering aan op het weren uit de aether van politiek. Het ministeriële antwoord was negatief. Uit teleurstelling daarover onder andere werd de N.O.V. opgericht, die met de ANRO fuseerde tot de AVRO. Een tweede krachtige poging tot bevordering van de amusementsomroep werd vanuit een aanzienlijk deel van het bedrijfsleven ondernomen bij de opkomst van de televisie. Ongeveer 10 jaar (19551965) werd 'n krachtige actie gevoerd voor een commerciële tv'-zender. Het streven mislukte, maar het kabinet-Marijnen zou er tenslotte op sneuvelen. Een belangrijk motief om commerciële tv te weren was beduchtheid voor een jacht op de kijkers. In de omroepwet, die na jaren van strijd in 1969 van kracht werd, bepaalde de overheid uitdrukkelijk, dat omroepen met een louter amusementsstreven, niet voor een zendvergunning in aanmerking komen.

Artikel 35 'Iedere omroeporganisatie is verplicht haar zendtijd te gebruiken voor uitzending van een volledig programma, dat in redelijke onderlinge verhouding tenminste omvat onderdelen van culturele, informatieve, educatieve en verstrooiende aard.' (art. 35, lid 2) De bedoeling van dit wetsartikel werd in de Memorie van Antwoord door de bewindslieden als volgt onder woorden gebracht:

TROS-directeur Landré Geen politiek op het scherm

'De ambtsvoorgangers van de ondergetekenden hebben zich ten deze gebaseerd op de feitelijke ontwikkeling, die geleid heeft tot omroeporganisaties die met hun uitzendingen een breed terrein bestrijken, waarmede kennelijk in een algemeen erkende behoefte wordt voorzien: de omroeporganisaties brengen programma's die in ruime kring populair zijn, maar schromen niet daarnaast ook programma's uit te zenden, die slechts voor - vaak kleine - minderheden aantrekkelijk zijn. Wanneer de wet op dit punt geen bepaling zou bevatten, zouden nieuwe omroeporganisaties hierin geheel vrij worden gelaten. Zij zouden kunnen streven naar een goedkope populariteit door in hoofdzaak amusementsprogramma's uit te zenden, die voor het grote publiek aantrekkelijk zijn. Een dergelijke tendens zou zich onvermijdelijk door de gehele omroep voortplanten en dit zou het niveau der programma's scherp omlaag brengen.' Naar de indruk van velen is de hier gevreesde ontwikkeling in volle gang sinds de TROS (voorheen TV-Noordzee) zich van het REM-eiland verplaatste naar Hilversum. In een interview in NRCHandelsblad, 25 maart 1974 bracht TROS-direoteur Landré het TROS-streven aldus onder woorden: 'Het gaat er om, dat je de mensen de programma's geeft, die ze graag willen. Géén politiek dus. Ik zeg tegen de kijkers: Wij zijn er voor U, en U niet voor ons. De kijker is de baas. Ik hoor zo vaak van de mensen: ik ben zo blij dat u ons niet irriteert, zoals andere omroepen doen. De mensen hebben geen zin meer in politiek, althans geen partijpolitiek. Ze willen wel achtergrond-informatie, maar dan puur zonder opgedrongen meningen.' Kernachtiger werd het nog onder woorden gebracht in hetzelfde artikel door TROS-medewerker Theo Koomen: 'Tja,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 280

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's