GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 170

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 170

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

moeten worden gemaakt. Ik meen, dat er met ouders hierover een concreet gesprek te voeren is en dat ze zelfs verwachten dat heft gevoerd zal worden. Er bestaat op het ogenblik kennelijk een leemte, een gebied dat niet is ingevuld. In een dergelijke situatie hebben veel ouders vrijwel geen andere mogelijkheid dan een aantal uiterlijke normen op te noemen. Er is kennelijk niet méér, althans, ze zien het niet'.

Gesprek Zo'n gesprek tussen ouders en leerkrachten kan en moet op gang worden gebracht, al zal zich daarbij in sommige gevallen de 'leemte' waarvan sprake was, zeker doen voelen. Er is, naar de mening van dr. De Jonge, een afstand ontstaan die niet is in te lopen door per jaar één ouderavond te houden, een afstand die door hem - voor wat de ouders betreft - werd getypeerd met: 'De school-aande-ouders is vaak de school-van-de grootouders geworden'. Wil dat ook zeggen, dat de ouders die

christelijk onderwijs voor hun kinderen verkiezen, moeten worden gerekend tot de groep in het volk die minder progressieve politieke opvattingen zijn toegedaan? Neen. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de ondervraagde groep ouders wat betreft hun politieke progressiviteit zich niet noemenswaardig onderscheidde van het gemiddelde dat uit de bus kwam bij een eerder gehouden verkiezingsonderzoek. Dit betekende natuurlijk niet, dat de ouders min of meer gelijkluidende opvattingen zouden hebben over de politieke vorming die op school moet worden gegeven. In tegendeel. In het onderzoek was een vraag opgenomen over de politieke vorming op school en welke onderwerpen daarbij wel of niet aan de orde zouden moeten komen. De vraag bevatte twee onderdelen: 'De wereld is op het ogenblik erg in beweging. Dit heeft ook zijn invloed op het onderwijs. De vraag is nu of er op school een aantal zaken aan de orde moet komen (vraag A) en hoe de school zich hierin moet opstellen' (vraag B). De antwoorden zagen er als volgt uit:

antwoord a ja nee

me-

Moet op school gesproken worden over: het recht op onafhankelijkheid van de portugese koloniën zoals Angola en Mozambique, de vermindering van de verschillen tussen rijk en arm. NAVO-kernbewapening. de vergroting van de medezeggenschap in een bedrijf. het bevorderen van de milieuhygiëne, de hulp van de onderontwikkelde en de ontwikkelde landen aan elkaar, druggebruik, geboortebeperking, de gewetensbezwaren op basis waarvan de dienstplicht geweigerd kan worden.

antwoord b voor neutraal

tegen

ning

410

287

79

210

198

565 353

172 338

39 85

379 68

184 203

2 82

309

388

79

162

141

6

747

17

12

688

58

1

677 542 390

71 210 344

28 24 42

560 8 185

113 73 187

4 461 18

275

435

66

50

195

30

Verdeeldheid De antwoorden op de vraag weerspiegelden een vrij grote verdeeldheid onder de ouders. En volgens dr. De Jonge zit men in het onderwijs ook met verdeeldheid over wat politieke vorming zou moeten inhouden. 'Er zijn nogal wat scholen die letterlijk worden verscheurd door polari12

geen

satie-processen; waar rectoren met ziekteverlof gaan omdat de zaak niet meer is te hanteren. Zodra er op dit punt in het lerarencorps verdeeldheid is, waarbij de een het wel nodig acht standpunten in te nemen en de ander niet en wanneer die twee 'stromingen' elkaar het leven op school zuur gaan maken, ontstaat

een ondragelijk klimaat. Bovendien bestaat nog het gevaar, dat zo'n conflict wordt uitgevochten over de ruggen van de leerlingen, waarbij uiteraard de ouders in het geweer komen. Zulke processen zijn, met name voor pedagogen, aanleiding om zich erin te verdiepen omdat het de vraag aan de orde stelt hoe vorm kan worden gegeven aan politieke vorming, op een manier waarbij men zich kan vinden, maar waarbij tegelijk iedereen aan zijn trekken kan komen'.

Beleidssuggestie De uitkomsten van het onderzoek voor wat betreft een heet hangijzer als de politieke vorming heeft geleid tot een beleidssuggestie van de onderzoekers aan de opdrachtgevers, het Christelijk Pedagogisch Studie Centrum. Er werd aanbevolen niet te streven naar een pakket les-materiaal dat voor het gehele land uniform zou moeten zijn, maar dat rekening zal moeten worden gehouden met de situatie waarin een school zich bevindt (een school in het centrum van Amsterdam die door een veel hoger percentage kinderen van buitenkerkelijke ouders wordt bezocht, dan het gemiddelde, zal een andere aanpak vragen dan de school in Zeeland met een overwegend gereformeerde groep ouders.) Geen eensluidende koers voor het hele land dus, maar wel het zo goed mogelijk bevoorraden van leerkrachten die werken op een bepaalde school waarvan de kinderen een bepaalde achtergrond hebben. 'Wanneer we op dit gevoelige vlak onvoorzichtig te werk zouden gaan, zouden we het gevaar van scheuringen kunnen lopen. Daar moeten we voor uitkijken. Niemand wil terug naar de tijd dat er aparte hervormde en gereformeerde scholen bestonden. Over het geheel genomen lijkt het me echter wel duidelijk, dat er meer kan, dan op het ogenblik wordt gedaan'. Door het onderzoek kwam vast te staan, dat de herkenbaarheid of de identiteit van het protestant-christelijk onderwijs een punt van belang is voor veel ouders. Dat kwam onder meer tot uitdrukking in de antwoorden op een vraag over samenwerking met scholen van andere levensbeschouwelijke richting (de zgn. samenswerkingsschool, ook wel 'open' school genaamd) antwoordde dertig procent afwijzend en een ongeveer even grote groep schoorvoetend instemmend, wanneer er tenminste voor zou worden gezorgd dat de identiteit van het protestant-christelijk onderwijs in de samenwerking met anderen niet verloren zou gaan. 'Die kwestie van de identiteit blijkt eenvoudigweg voor een grote groep ouders te spelen'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 170

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's