GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 313

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 313

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

'Niemand zal het verbazen, dat het heimwee naar voorcensuur het sterkst bij Trouw aan de dag is getreden. De overheid heeft ervoor te iva/cen, dat Gods naam niet in het openbaar gelasterd wordt of ontheiligd'. Daar trilt dan weer de verre donder na uit het zeventiende-eeuwse theocratische Dordt...' Maar Trouw bleek helemaal niet aan voorcensuur te hebben gedacht. 'Om tot het beoogde doel te gerai<en staan de overheid nog heel andere wegen ter beschikking dan de ook door ons beslist niet gewenste censuur-vooraf, namelijk strafmaatregelen'. Waarmee Trouw in feite te kennen gaf dat Carmiggelts grappen niet door een staatssecretaris dienden te worden beoordeeld, maar door de rechter zoals ook geldt voor de pers. Tot op de dag van vandaag bestaat die situatie echter niet voor de omroep. Vandaar dat op gezette tijden verbolgen of gekwetste kamerleden vragen aan de regering stellen over wat er nu weer te zien of te horen was op televisie of radio, want op grond van de Omroepwet kan de minister een omroep 'berispen' of een tijdje zelfs alle zendtijd ontnemen.

toen ambtenaren zich over de hen in veelvoud toegezonden teksten bogen, die radiosprekers van plan waren voor de microfoon voor te lezen; thans is het elke attente burger mogelijk zich rechtstreeks via de telefoon tot het Nederlandse volk te richten. Verscheidene radiorubrieken bieden hem daartoe gelegenheid en niemand ligt er meer wakker van. Er is niets aan de hand.

Zeven jaar vrij Dat was in de beginjaren van de radio anders en niet alleen in Nederland. Wel moet daarin onderscheiden worden de periode, waarin het de bewindslieden ontbrak aan verbeeldingskracht om zich voor te kunnen stellen wat de radio zou worden en de tijd daarna, waarin de overheden zich bezorgd realiseerden dat er een nieuw massa-communicatiemiddel was ontstaan met ongekende mogelijkheden. En dat besef viel in een periode, waarin her en der in Europa het democratisch besef begon te tanen. De eerste zeven jaren van zijn bestaan was er praktisch geen overheidscontrole op de inhoud van radio-uitzendingen. Belangrijkste strijdpunt was of er één nationale

NCRV-directeur drs. M. Geerink Bakker: 'Discriminatie'

NCRV-prominenten van voor de oorlog (V.l.n.r. Keuning, Van der Deure, Pereboom en Tolk)

Discriminatie De omroeporganisaties achten zulks discriminatie, want voor de pers geldt dat niet. In z'n jaarrede, 14 juni van dit jaar, klaagde NCRV-directeur drs. M. Geerink Bakker nog eens: 'De Omroepcommissie van de Partij van de Arbeid noemde deze bepaling 'een in deze versie bangeiijk en volstrekt verouderd artikel'. In feite is er geen enkele reden radio en televisie anders te behandelen dan de pers. Er zijn natuurlijk verschillen, maar het Europese Verdrag voor de Mensenrechten iaat een stuk discriminatie binnen de vrijheid van meningsuiting toe door voor radio en televisie (en voor film) het vergunningensysteem te erkennen, dat voor de pers taboe is. Maar dat betekent nog niet, dat het overheidsbestuur een zedelijk oordeel over de meningsuitingen via deze media toekomt, terwijl bij de pers wordt volstaan met een medeverantwoordelijkheid krachtens de Strafwet, getoetst door de onafhankelijke rechter.' Nu alle oude omroeporganisaties de middelbare leeftijd bereikt hebben (de NCRV laat reeds het gehele jaar weten 50 jaar oud te zijn), zou de overheid op passende wijze aan de jubileumvieringen kunnen bijdragen door het laatste restant uit de omroepwet te schrappen, dat riekt naar betuttelarij. Er is reeds een enorme ontwikkeling geweest wat dit betreft. Het Parool herinnerde aan de tijden vóór de oorlog.

omroep moest komen (de AVRO drong zich op als kandidaat) of een pluriform stelsel. Dat de commissies, die zich over het omroepvraagstuk bogen, zich terloops ook bezighielden met de vraag of er overheidscontrole moest zijn op de inhoud van de uitzendingen, ontsnapte aan veler aandacht. De SDAP-er C. Werkhoven liet zich duidelijk uit. 'Censuur, in welken vorm ook, is uit den boze'. Hij wilde gelijke behandeling van de omroep met de pers, vergadering en vereniging. Anderen echter achtten het instellen van een zekere vorm van controle gewenst, maar omdat er niets geregeld was, konden de omroepen de eerste zeven jaar vrijwel volledig hun gang gaan. De belangrijkste zorg van de overheid was aanvankelijk dat de radio-amateurs met hun apparaatjes het draadloze telegraaf- en telefoonverkeer niet zouden storen.

Indië Censuur was er wel al direct voor de uitzendingen, die bestemd zijn voor Nederlands-Indië. Philips bouwde in 1927 een korte-golfzender, die in de koloniën hoorbaar was. Het eerste slachtoffer van overheidscensuur was niemand minder dan de oud-gouverneur-generaal A. W. F. Idenburg, aldus blijkt uit het Chr. Tijdschrift voor Radio van 4 juni 1927. De NCRV had in overleg met deputaten voor de zending van de Geref. Kerken het plan ontwikkeld om Idenburg een radiotoespraak te laten houden van 15 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 313

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's