VU Magazine 1974 - pagina 226

haar doelstelling een ander wereldbeeld besloten, dan dat waarin de natuur tot een limietloos object voor exploitatie van de mens wordt verlaagd. Maar als dat waar is, als dat al in de vooronderstellingen van een wetenschapsbeoefening aan de VU begrepen is, dan liggen in dat mens- en wereldbeeld ook de mogelijkheden vervat waardoor de wetenschapsbeoefening aan deze universiteit kan toekomen aan haar eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid.'

Suggesties Een aantal 'losse gedachten' strooide prof. Goudzwaard uit over de aanwezigen ter jaarvergadering om de gedachten te prikkelen. Moet er sprake zijn van een 'eigen selectie' bij de VU bij de keuze van onderwerpen van onderwijs en onderzoek? Moet er geen 'Raad' vanuit de Vereniging gevormd worden, die in de diverse faculteiten als gesprekspartner kan dienstdoen van stafledenen studenten? Moeten vanuit de Vereniging niet bepaalde thema's naar voren worden gebracht, van waaruit werkgroepen uit de Vereniging en de faculteiten toewerken naar een congres? Moet de Vereniging zich niet richten op financiering van onderzoeksprojecten, die bepalend zijn voor de identiteit van de VU, maar die tussen wal en schip dreigen te raken? In 25 discussiegroepen is in de jaarvergadering vorig jaar gesproken over de drie vragen, die hen werden voorgelegd: 1. Welke grote maatschappelijke problemen ziet u nu en in de toekomst op de maatschappij afkomen? 2. Hoe ziet u de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de universiteit en op welke wijze kan deze tot gelding gebracht worden? 3. Moet/kan de Vereniging in dit alles t.a.v. de Vrije Universiteit een rol spelen? Hoe dan?

Reorganisatie Na de jaarvergadering spraken de bestuursleden her en der in het land verder over de problematiek. Een en ander is uitgemond in een serie plannen voor een wat andere organisatie van de VU-vereniging, dan tot dusver bestaat. Opzet is de contactmogelijkheden tussen VU en verenigingsleden te verruimen. Een jaarvergadering, die door het bezoek van honderden leden tegelijk het karakter kreeg van een toogdag, werd als overlegorgaan onvoldoende geoordeeld. Voorzitter Schut (tot VU-magazine): 'Wat wij proberen te doen is het contact te verstevigen. En het beste middel, dat wij daarvoor hebben kunnen bedenken, is dat we overgaan op een regionale organisatievorm. De confrontatie Universiteit-leden zal zich dan afspelen in jaarlijks zestien regionale bijeenkomsten. Wat ons voor de geest staat, is een soort verantwoording voor het gevoerde beleid overal in het land, geen verantwoording in formele, juridische zin, maar materieel. Ver-

Universiteitsraadsvergadering van de VU

tegenwoordigers van die regionale vergaderingen zullen dan samen een ledenraad vormen, waar de formele verantwoording plaatsvindt. Dat wordt dan een gezelschap van een man of zestig. Daar kun je nog overleg mee voeren. Dat gaat niet met een zaal van vierhonderd man.' De bedoeling is voorts het onderscheid contribuant-lid te laten vervallen. Tot dusver hadden slechts stemrecht zij die het minimum van f 25,- betaalden. De minimum-contributie als lid zal verlaagd worden tot iets meer dan wat het innen en administreren de Vereniging kost. Welke rol wordt - behalve contribueren - nu concreet van het Verenigingslid verwacht? Mr. Schut: 'Alleen het feit al - en dat vind ik belangrijk - dat het bestuur van de Vereniging èn het bestuur van de Universiteit in die regionale vergaderingen verantwoording moeten afleggen ten overstaan van de leden is een uiterst belangrijke zaak. Het is dan wel geen 'verantwoording' in strikt juridische zin, maar het woord 'verslag' is ook weer te zwak, want de bedoeling is om reacties uit te lokken, commentaar aan te horen en dat niet met de bedoeling om die naast je neer te leggen. En dat beïnvloedt toch je beleid, als je weet dat je het niet zelf hebt uit te maken. En in laatste instantie kan er uit voortkomen - het idee Goudzwaard - dat er uit die regionale vergaderingen werkgroepen ontstaan. Bij de huidige organisatie zie ik dat niet gebeuren, maar wanneer er concrete zaken zijn, die in verscheidene regionale vergaderingen aan de orde worden gesteld, dan kan ik me goed voorstellen, dat er een niet al te grote groep wordt gevormd, die daarover verder gaat spreken.' De heer Schut toont zich beducht de 'claim' op de mensen te overtrekken wat betreft vergaderingen en toont zich ook huiverig voor het scheppen van hoge verwachtingen over

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen