GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 318

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 318

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

\^Den Haag ten de Hndringende media

Menig hoogstaand man weigert zich aan deze 'beproeving' te onderwerpen. Radiocensuur is te verwerpen'. (Hoewel het bulten het bestek van dit artikel valt is het toch aardig de verwantschap te signaleren tussen de argumenten tegen overheids-censuur van prof. Van den Bergh en die welke de NCRV in de jaren na haar oprichting hanteert om te ontsnappen aan de aandrang van sommige leden om zelfcensuur toe te passen op de inhoud van het programmablad. Onder het kopje 'Geen censuur' laat het NCRV-bestuur enkele malen weten niet als 'censor' voor de leden te willen optreden. 7eder moet in deze zaa/c zijn eigen verantwoordelijkheid dragen, moet in zijn eigen gemoed verzekerd zijn'. En dus worden alle programma's afgedrukt, ook die waarin de toen verderfelijk geachte dansmuziek wordt aangekondigd. De huisvaders moeten maar uitmaken, wanneer het toestel wordt aangezet.)

<J> ;

er zo ^clMt y^h o^Zckhc/erey) M mtt

Rococo De beschouwing van prof. Van den Bergh verschijnt twee jaar nadat de Radio-Omroep Controlecommissie met haar censuurwerk is begonnen. Op 16 Juli 1930 wordt het college door Minister Reymer in de Trèveszaal in Den Haag geïnstalleerd. Voorzitter is dr. J. Th. de Visser, leden zijn mr. W. H. M. Werker, mr. E. N. van Kleffens, mr. P. E. Briët, E. P. Weber (secretaris) en mr. B. M. Berger. De laatste, burgemeester van Venio trok zich al heel snel terug 'wegens drukke werkzaamheden'. Het was inderdaad niet gering wat de Radio Omroep Controle Commissie, al snel genaamd Rococo, moest doen. Om te beginnen boog de commissie zich over de programma's van de omroepen, die eerst veertien, later tien dagen tevoren moesten worden ingestuurd. Naar aanleiding daarvan vroeg de commissie teksten op van toespraken, die men niet vertrouwde. Uiterlijk vijf dagen voor de uitzending moest deze in veelvoud binnen zijn, uiteraard tot wanhoop van radiosprekers die gevoel hadden voor actualiteit. Aanvankelijk bekeken alle commissieleden alle opgevraagde teksten, later stelde men maandbeurten in voor ieder der leden met als kwalijk gevolg, dat In feite één persoon aan het censureren was. Maar daarmee was men er niet. Wie garandeerde dat sprekers zich ook niet aan hun tekst hielden of dat radiosprekers van wie geen teksten waren opgevraagd de goede zeden, de veiligheid van de staat of de openbare orde niet in gevaar zouden brengen? Namens de commissie legden derhalve vier controleurs dagelijks hun oor te luisteren aan het radio-apparaat, te weten de heren G. J. Landweer te Soest, R. D. Douma te 's Gravenhage, J. J. Robitsch te Haarlem en W. J. M. Linden te 's Gravenhage. 'Vellen vult hij elke week in over zijn bevindingen', meldt de laatste in een artikel in het RadioJaarboek 1932. 'Is die controle nu eigenlijk wel noodig?' vraagt hij zich af. 'Wij gelooven van wel. Zoolang onvolmaakte menschen nog niet geheel zonder hartstochten zijn, zullen buitensporigheden voorkomen'. De controleur wordt door hem geschetst als een niet jongen man, met een voldoende dosis bezadigdheid en verdraagzaamheid, iemand met veel tact, algemene ontwikkeling, kennis van toestanden en verhoudingen, inzicht In de literatuur, kennis van vreemde talen. En wat de te hanteren normen betreft: 'Het staat onomstootelijk vast, dat in onze maatschappij een gemiddeld inzicht bestaat omtrent hetgeen mag en hetgeen niet mag', aldus de controleur Linden.

uiagrom (iod nlein^h^ (\w w'^t Q^^ ^'i a\M ^^'¥ f^^^ ^^i^m n/et In ^//

Balans Boeken zouden te vullen zijn met wat de censors tussen 1930 en 1940 (toen de Duitse censors hun werk overnamen) allemaal uit de ether hebben weten te weren aan 'ongerechtigheden'. Mej. Boer wijdt er ettelijke pagina's aan in haar proefschrift. KRO-archivaris H. W. A. Joosten meldt in Studio van 18 november vorig jaar: 'Wat was nu de balans van b.v. het jaar 1933? Nu, veertig jaar geleden? De Commissie had 1094 teksten onderzocht. Daarvan waren er 41 volledig afgekeurd. Van de KRO 4 tegen 30 van de VARA, om maar 'n vergelijking te maken. 147 werden gedeeltelijk niet goed bevonden. Daar waren er 8 bij van de KRO, maar van de VARA 109! Deze omroep lag dan ook voortdurend in de clinch met de RCC en heeft zelfs nog enkele processen gevoerd tegen de staat. Z'n strijdliederen waren te 'oproerig'; de 'Internationale' en de Socialistenmarsch mochten geen 'sluitliederen' zijn. Mej. Boer: 'In 1933 berichtte de Commissie, dat bij een uitzending van de "Internationale" als zangvoordracht. 20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 318

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's