GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 119

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 119

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

veranderend relationeel wezen te benaderen. Binnen de geneeskunde heeft de huisarts altijd de meeste moeite gehad met het natuurwetenschappelijke denkraam. Dat is niet iets van de laatste tijd. Ook vijftig jaar geleden wist men, dat een ervaren huisarts iemand anders was dan iemand, die met de laatste kennis fris in het geheugen pas van de academie kwam. De huisarts weet, dat het begrip ziek, dat zijn patiënten presenteren, iets geheel anders is dan het ziek zijn dat de wetenschap hem heeft geleerd.

Philipsen heeft getracht het proces 'ziek', dat plaatsvindt bij een individu te beschrijven als een keten van opeenvolgende beslissingen van de patiënt. Hij onderscheidt aan de term 'ziek zijn' vier betekenissen: a) een aandoening hebben; b) zich ziek voelen; c) hulp zoeken; d) aanvaarding van de rol van patiënt. Alleen 'het hebben van een aandoening' is objectiveerbaar en komt overeen met het begrip ziekte, zoals de medische wetenschap deze hanteert.

Gezondheid De huisarts heeft als hulpverlener in eerste instantie te maken met dit begrip ziek zijn van zijn patiënten - het ziek zijn als ervaring. Hij weet dat de laatste decennia de ervaring 'ziek zijn' en het wetenschappelijke begrip ziekte elkaar steeds minder blijken te dekken. En het gaat juist om dit ziek zijn als ervaring. Ik heb dit altijd als authentiek beleefd bij mijn patiënten. Daar ligt hun hulpvraag. Daar moet dan ook eerst op worden ingegaan voordat wij artsen gebruik gaan maken van onze objectieve ziektebegrippen. Deze discrepantie heeft er o.a. toe geleid, dat er stemmen opgaan om bij de organisatie van de gezondheidszorg niet meer uit te gaan van het medische ziektebegrip, maar van het begrip gezondheid. Kuiper (prof. dr. J. P. Kuiper, hoogleraar in de sociale geneeskunde aan de VU) pleit dan ook voor een gezondheidkunde, waarbij - uitgaande van het abstracte begrip gezondheid - juist de bedreigingen van het gezonde bestaan in ogenschouw dienen te worden genomen. Ik stel me hier van harte achter en geloof met hem, dat wij in de gezondheidszorg uit moeten gaan van het gezonde en niet van het zieke.'

men zich dat toch niet altijd voldoende bewust. De in de medische kringen nogal eens gebezigde begrippen als ziektewinst, aggravatie en simulatie wijzen daar al op. Juist op dit irrationele en onbewuste in het netwerk van beslissingen kom ik straks uitvoerig terug. Alhoewel we dus weinig weten over het ziek worden, ziek voelen of ziek zijn als ervaring van een individu, meen ik dat we er drie dingen over kunnen stellen: • het is een ervaring, waarbij het lichaam altijd een rol speelt, • het is een ervaring, die kan optreden zonder dat er van een lichamelijke aandoening in medische zin sprake is, • het is een ervaring, die het gevolg is van een beslissingsproces, dat in de mens plaatsvindt onder invloed van talrijke uiteenlopende factoren en dat doorgaans irrationeel en onbewust verloopt.

Onder de mal

prof. dr. H. J. van Aalderen bij het uitspreken van zijn rede.

Lichamelijk

Wie komt er nu bij ons de spreekkamer binnen? Mensen met een aandoening, waardoor zij zich ziek voelen en de rol van patiënt gaan aannemen. Dit hoeft echter niet; anderen - met eenzelfde aandoening vaak - voelen zich niet zó ziek, dat ze hulp gaan zoeken en de patiëntenrol op zich nemen.

'Wat brengt de mens ertoe ziek te zijn? We weten het niet. Een ding is echter zeker. Ziek worden, ziek zijn, of ziek voelen heeft met een lichamelijke beleving te maken. Men zegt niet: 'Ik ben ziek, want ik heb huwelijksproblemen', of 'Ik voel me ziek, want ik heb problemen op het werk'. Men zegt wel: 'Ik ben ziek van mijn huwelijksproblemen of van mijn werk' en geeft daarbij aan, dat men begrijpt, dat er een relatie is tussen het gevoel van ziek zijn en de problematiek waar men voor gesteld is. De ervaring ziek zijn ligt echter ergens anders. Ziek zijn of voelen heeft te maken met pijn, lichamelijk gevoelde angst of spanning en onwel bevinden, dat lijfelijk tot uiting komt.

Bovendien weten we allemaal, dat velen zonder aandoeningen in de medische zin, zich toch ziek voelen en onze hulp inroepen en zo patiënt worden. De beslissingen hiertoe staan onder invloed van talrijke factoren in het leven van het individu, zoals maatschappijstructuur, cultuurpatroon, bestaanszekerheid, maatschappelijke positie, interactie met de directe omgeving en persoonlijke historie. Wanneer Philipsen spreekt over beslissingen en keuzen, bedoelt hij daar natuurlijk niet mee, dat er zich binnen de patiënt een bewust en rationeel gebeuren afspeelt. Het lijkt haast overbodig om dit te zeggen, maar in medische kringen is

Tairijlce factoren

Wanneer iemand in het proces van deze ervaringen besluit om hulp te zoeken, komt in vele gevallen de dokter eraan te pas en in ons land is dat dan meestal de huisarts. Wat doet hij nu met een dergelijke als klacht ingeklede ervaring van de patiënt? Hij legt als het ware de mal van zijn medisch ziektebegrip op de klachten en symptomen, die de patiënt hem voorlegt. Passen de klachten in de mal, dan doen zich in eerste instantie geen problemen voor. Hij komt dan tot een diagnose of tot een waarschijnlijkheidsdiagnose en hij kan op grond daarvan handelend optreden. Dat zich dan in het verdere verloop van het proces nog moeilijkheden kunnen voordoen, nl. bij het begeleiden van de persoon, die nu een medisch gediagnostiseerde ziekte heeft, ligt buiten het bestek van het onderwerp van deze middag. Passen de klachten niet binnen het medisch ziektemodel dan beginnen de moeilijkheden pas goed voor de dokter. Zijn eerste vraag is: 'Weet ik wel zeker dat het niet past? Zou het niet mogelijk zijn, dat ik toch iets over het hoofd zie?' We hebben er al eens op gewezen, dat de beslissing die hij op deze vraag neemt, niet uitsluitend afhangt van zijn medische kennis, maar vooral van zijn persoon en met name van de mate, waarin hij al of niet risico durft of wenst te aanvaarden.

Foefje Soms past hij een foefje toe. Hij doet net alsof de klachten passen, zodat hij, geholpen door de reclame van farmaceutische industrieën, toch handelend kan optreden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 119

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's