GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 368

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 368

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voedselprobleem per land oplosbaar? Het artikel van dr. Herik Tieleman (thans in Tunis) in het februari-nummer van VU-magazine 'Tussen honger en overvloed', waarin deze zich keerde tegen het nationalisme, dat de staten voeren in hun landbouwpolitiek, leverde enkele reakties op uit CBTB-kring. Drs. R. Zijlstra, voorzitter van de CBTB achtte het artikel 'een zeer goed leesbaar verhaal met een voor een zeer groot deel juiste analyse'. 'Het belang van de voedselproduktie in de ontwikkelingslanden; een betere ordening van het handelsverkeer en een doeltreffender vorm van voedselverdeling zijn de peilers waarop een wereldvoedselpolitiek zal dienen te steunen. Dit is het beleid dat wij ook in de Chr. Boerenen Tuindersbond reeds jaar en dag voorstaan; bepleit hebben op nationale vergaderingen en internationale bijeenkomsten. De vreugde over belangstelling ook in de kringen van de VU wordt gemengd met droefenis als ik de onheuse en onjuiste aanvallen lees, die Tieleman zich meent te moeten veroorloven als hij op bladzijde 19 stelt: dat de voormannen van de landbouworganisaties weinig pogingen doen om een serieuze meningsvorming over deze problemen en samenhangen met onderontwikkeling in hun vergaderingen te stimuleren. Verder werpt hij de Chr. Boeren- en Tuindersbond toe. dat 'zelfs in een christelijke organisatie kan gebeuren dat dit soort vragen alleen per gratie door de plattelandsjongeren aan de orde gesteld mogen worden.'. Drs. Zijlstra achtte deze 'beschuldiging', onjuist, onbillijk en hard, en simpel te weerleggen. Hij zou 'graag de heer Tieleman en zijn groep ontwikkelingsmedewerkers uitnodigen om het kantoor van de CBTB eens op te zoeken, teneinde van al onze geschriften en initiatieven op dit punt een kennis te nemen'. Een tweede reaktie, die uitvoeriger inging op de voedselproblematiek kwam van de heer G. H. van Haeringen te Dedemsvaart, voormalig secretaris-penningmeester van de CBTB, Overijssel. Het artikel van dr. Tieleman, waarvoor hij overigens 'veel waardering' had, vertoonde zijns inziens enkele mankementen. De heer Van Haeringen schrijft: 'Ik heb grote waardering voor deze veelomvattende beschouwing over de wereldvoedselproduktie, welke getuigt van veel studie op dit terrein. Maar ik waag het te betwijfelen of de door dr. Tieleman voorgestane vorming 26

van wereldvoorraden de oplossing zou zijn voor telkens optredende honger-situaties. Hier volgen mijn opmerkingen: 1. Wereld-voorraad vormen is niet te financieren, omdat elke voorraad-vorming prijsafbrekend werkt, zodat deze voorraad-vorming zichzelf onmogelijk maakt. 2. Deze buffer-vorming zal alleen mogelijk zijn per volk, en dan wanneer daar andere motieven achter zitten, zoals bijvoorbeeld toen Nazi-Duitsland zich ging voorbereiden op de grote oorlog. 3. De mogelijkheden van voedsel-produktie zijn in heel veel landen van de wereld nog onvolledig benut. Met name in vele tropische en sub-tropische gebieden is alleen nog maar roofbouw gepleegd, geen goed geordende landbouw. Wat betreft het eerste punt merkt de heer Van Haeringen op: 'Wat hebben de Ned. landbouw-organisaties in samenwerking met overheids-instanties er moeite voor gedaan om althans een basis te vinden voor de rentabiliteit van het landbouw-bedrijf! Het resultaat van vele jaren experimenteren is, dat we nu in Nederland een garantieprijs hebben voor de allernoodzakelijkste produkten, welke garantieprijzen echter door de regering angstvallig worden bewaakt, dat ze toch vooral niet te hoog worden. Het resultaat is dan ook dat het gros van de boeren liever vrije produkten verbouwt. Daar zit tenminste nog wat 'muziek' in, en het bedrijfsleven heeft in samenwerking met de exporteurs vele lonende zaken gedaan. De produktie kan gewoonweg niet afgestemd worden op de behoefte, omdat de faktor opbrengst niet valt te voorspellen. Voorraad van voedsel vormen is een riskante zaak, waar niemand zich aan waagt, en waar nog zeer weinigen beter van zijn geworden.'

Voorts schrijft hij: 'Alleen in bepaalde omstandigheden, en dat behoeft heus niet altijd oorlogs-dreiging te zijn, kan de regering van een goed geordende natie maatregelen nemen voor de veiligstelling van het allernoodzakelijkst levensonderhoud van de bevolking, zoals wij dat nu kunnen bij brood, graan en melk. Dat is bereikbaar geworden mede als gevolg van goede conserverings-mogelijkheden. Maar dan moeten er eerst aanwezig zijn: Een rechts-staat die niet wankel staat, en een bedrijfsorganisatie, die van de regering de bevoegdheid krijgt om regelend op te treden. Dit zijn zaken, die nog niet aanwezig zijn bij primitieve volken. In vele landen van de wereld kan men (nog) niet spreken van een landbouw, laat staan een goed georganiseerde landbouw, te bezitten; wat men daar aantreft op het gebied van voedsel-produktie kan alleen maar roofbouw genoemd worden. Dit gebeurt niet alleen op het land, maar ook in de zee- en binnenwateren. Hierin gedragen de mensen in de zogenaamde onderontwikkelde volken zich erger dan dieren. Dieren, behalve enkele uitzonderingen in bepaalde omstandigheden zoals bijvoorbeeld wolven temidden van weerloos kleinvee, vreten zich vol en laten dan de overige prooi met rust. Niet alzo de primitieve mens. Als hij de kans krijgt oogst hij niet alleen wat hij gezaaid heeft, maar moordt dan ook nog vaak dat produktie-apparaat uit; bijvoorbeeld een meer laten leeglopen en dan alle vis eruit halen, tot de kleinste toe. En hoevele woestijnen zijn er in de buurt van de evenaar niet ontstaan, omdat de mensen alle geboomte weg brandden? Als aardappelkweker (van nieuwe rassen) volg ik altijd met intense belangstelling de resultaten, die men in vele landen van de wereld bereikt met Nederlandse poot-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 368

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's