GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 441

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 441

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Behoefte aan water-deskundigen Van alle water op aarde bevindt zich slechts twee en een half procent op of in landgebieden en dan nog voor ongeveer tachtig procent vastgelegd in ijskappen en gletsjers. Het ondergrondse deel van deze fractie van de totale hoeveelheid water vormt het werkterrein van de hydro-geoloog, een wetenschapsbeoefenaar die zich o.m. bezighoudt met het opsporen van aardlagen waarin water voorkomt, nagaat van welke kwaliteit dat water is, hoe het in een bepaalde laag is terechtgekomen, waar het er weer uitstroomt en wat er tussen de momenten van 'Voeding' en 'uitvoer' mee gebeurt. De oppervlaktewater-hydrologen bestuderen vooral het oppervlakte-water in rivieren en meren en de verschillende hydrologische kringlopen. Aan de VU hield prof. dr. G. B. Engelen enige tijd geleden een rede bij de aanvaarding van het hoogleraarschap in de hydrogeologie en de geografische hydrologie. De titel was 'Rentmeesters van water' en VUmagazine, enigszins beduusd van de relatief geringe hoeveelheid water waarover valt te rentmeesteren, vroeg prof Engelen of al het water onder de aarde reeds is opgespoord en of men in de toekomst zijn drinkwater niet uit zee zal moeten winnen. Uit het antwoord bleek, dat we het nog tot in lengte van jaren met het zoete oppervlakte- en grondwater zullen moeten doen. 'Als we kans zouden zien tegen economische prijzen het water van de zee te ontzilten en te transporteren naar plaatsen waar het nodig is, zou het grootste gedeelte van het waterwinningsprobleem zijn opgelost. Misschien dat het op een bepaald moment zal lukken op een rendabele manier zeewater te ontzilten voor drinkwater-gebruik. Voor de landbouw, waar veel grotere hoeveelheden nodig zijn, zie ik het voorlopig helemaal niet gebeuren/ Het is niet zo, dat de totale hoeveelheid bruikbaar (grond-)water in kaart is gebracht. In tal van landen en zelfs in Nederland, dat toch mag worden gerekend tot de beter afgezochte gebieden, is niet exact bekend wat er aan winbare watervoorraden is. Het is mogelijk dat er twintig tot dertig procent meer water is, dan men nu weet. Uit wat prof Engelen in zijn rede zei, kwam

naar voren dat bij de huidige stand van de wetenschap een rentmeester van water zijn beroep maar gebrekkig kan uitoefenen. Het maken van een inventaris bijvoorbeeld, is maar zeer ten dele mogelijk; het bijhouden van een lopende rekening van inkomsten en uitgaven nog minder: 'Gegevens over de waterbalans van de wereld zijn nog schaars en berusten gedeeltelijk op schattingen met grote onzekerheidsmarges. (.. .) De kennis van de verdeling van de waterhoeveelheden per continent is ook nog slechts schamel; de hoeveelheden oppervlaktewater in rivieren en meren, ondergronds water in de verschillende gesteente-pakketten en als sneeuw en ijs vastgelegd water verschillen sterk per continent en in afhankelijkheid van het klimaat. Maar zelfs wanneer wij op nog gedetailleerder schaal kijken is er een groot tekort aan cijfers. Van 's werelds grootste rivier - de Amazone - werd pas in 1968 de gemiddelde afvoer enigermate betrouwbaar vastgesteld op 175.000 m^/sec. Komen we nog dichter bij huis en bezien we het stroomgebied van de Rijn dan moeten we bekennen dat we zelfs geen goede cijfers over de totaal aanwezige watervoorraden in de loop van een jaar bezitten. Dit alles heeft nog slechts betrekking op de hoeveelheden. Als we als goede rentmeesters ook de kwaliteit van het water in onze inventaris willen betrekken wordt de inventarislijst een grotendeels onbeschreven blad'. Het bijhouden van een lopende rekening van inkomsten en uitgaven was evenmin een eenvoudige opgave: 'Van seizoen tot seizoen, van week tot week, van dag tot dag, ja, van uur tot uur veranderen de hoeveelheden water in de verschillende onderdelen van de hydrologische kringloop. En op het moment dat de inkomsten- en uitgavenposten geboekt zijn is de situatie alweer veranderd. De inkomstenpost in de vorm van regen en sneeuw wordt op enkele plaatsen reeds eeuwen gemeten, maar langere betrouwbare waarnemingen-reeksen zijn zeldzaam en de grilligheid van het weer en de verschillen in terreinvorm van vele streken maken grote aantallen waarnemingspunten noodzakelijk. De uitgavenposten in de vorm van afstroming

in de rivieren en door de ondergrond vergen ook vele en regelmatige metingen, die slechts voor beperkte gebieden gedaan zijn - mede door de eraan verbonden hoge personeelskosten. Eén van de grootste en moeilijkst te meten uitgavenposten vormt de evapotranspiratie - de verdamping door het vegetatiekleed en vanuit vrije wateroppervlakken. Dikwijls stelt de rentmeester zich hier tevreden met een goocheltrucje om de boeken sluitend te krijgen: hij meet slechts de inkomsten uit de neerslag, trekt daar de afvoer via rivieren en door de ondergrond vanaf, corrigeert zo goed en zo kwaad als dat gaat voor de voorraadveranderingen in zijn hydrologische magazijnen en houdt dan een restpost over die hij evapotranspiratie noemt en die hij juist zó groot maakt dat zijn boekhouding klopt. Is hij een consciëntieus man dan wil hij echter over vele betrouwbare metingen van allerlei soort beschikken en deze snel kunnen boeken in zijn systeem om, wanneer er iets mis dreigt te gaan te kunnen waarschuwen of ingrijpen. Wanneer bijvoorbeeld zijn bodemvochtmagazijn al tijdens het groeiseizoen droog dreigt te raken zal hij zijn personeel de opdracht kunnen geven de irrigatiekraan open te draaien of wanneer hevige regens dreigende hoogwatergolven veroorzaken, de beheerders van zijn stuwmeren kunnen instrueren om voldoende ruimte beschikbaar te houden achter hun dammen om de afvoerpieken op te vangen. Dergelijke water-boekhoudkundige systemen zijn zo kostbaar dat ze slechts voor zeer kleine experimentele gebieden of voor gebieden met hoogontwikkelde economieën, zoals het stroomgebied van de Tennesseerivier in de V.S., betaalbaar zijn. De ontwikkeling is ook pas in de laatste decennia goed op gang gekomen dank zij de moderne rekenautomaten en elektronische meet- en communicatie-apparatuur. Ook hier staat de rentmeester van het water nog meestal met lege handen. Hij zou wel weten hoe het moest wanneer hij de gegevens had!' Als middelen die de waterrentmeester ten dienste kunnen staan, wanneer hij moet ingrijpen, noemde prof Engelen naast het 11

--

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 441

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's