GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 269

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 269

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

bioloog Darwin ontdekte feiten gingen gelden als een beginsel dat ook voor religie en ethiek absoluut werd geacht. De waarschuwingen, bezwaren en verwerpingen hadden te maken met de wildgroei aan theorieën en het overplaatsen van door Darwin gevonden voorwerpen naar terreinen waar ze niet te maken hadden en alleen maar kwaad konden.

Tereïdbeeld Inderdaad bleken Darwins ontdekkingen bruikbaar voor alles en nog wat. Zo meenden de 'sociaal-darwinisten' uit de evolutietheorie te kunnen afleiden dat het ene volk 'natuurlijk' superieur was boven het andere; dat blanken beter waren dan zwarten, of noord-Europeanen beter dan zuid-Europeanen, of Duitsers beter dan Slaven, of nietJoden beter dan Joden; of dat gegoeden in de maatschappij hun welbevinden hadden verdiend, omdat ze zich in de 'struggle for life' sterker hadden getoond dan de armen; of dat het in de natuur der dingen lag dat grote bedrijven de kleinere zouden overnemen; zoals het even

Charles Darwin

'natuurlijk' was dat grote mogendheden als Engeland of Duitsland hun macht zouden uitbreiden; of dat oorlogvoeren goed was voor een mens, want dan pas zou kunnen blijken wie er de sterkste was. Er ontstond in brede kring een wereldbeeld dat later ook kon worden teruggevonden in trefwoorden als 'ras', 'Herrenvolk', 'Lebensraum'en 'Endlösung'en d a t - n a a r bekend - leidde tot verschrikkingen op ongekende schaal. Darwin's begrippen-arsenaal werd echter niet slechts in fascistische kring geannexeerd. Het kreeg ook een 'huiselijker' gebruik. Zo werd lang voor de oorlog gemeld over een vrouwenorganisatie van de Britse labourpartij, die in haar ijver de menselijke soort te verbeteren, de gedachte opperde om niet slechts mensen met erfelijke lichamelijke gebreken via sterilisatie van voortplanting uit te sluiten, maar ook blinden, doven en armen. Dat kwam de labour-

vrouwen op een woedende reactie te staan van de bioloog J. S. Haldane, die onder meer opmerkte dat de mensheid meer last heeft van agressie en dominantie dan van doof- en blindheid. Na de oorlog had men kennelijk zijn bekomst van het toepassen van een biologische theorie op de menselijke samenleving. Over de relatie mens-dier werd, althans naar buiten toe, weinig meer vernomen; in gereformeerde kring bleef de evolutietheorie nog jarenlang ter discussie staan, minder echter in verband met de politiek-maatschappelijke gevolgen die ze had gehad en wellicht weer zou kunnen hebben, dan met vragen van theologische aard (Genesis 1-3).

Gedrag De laatste paar jaar werd nieuwe discussiestof in de openbaarheid gebracht. Niet de lichamelijke afstamming van zoogdier mens was ter tafel gebracht, maar zijn gedrag, oftewel: naast de onderscheiden mens-wetenschappen hadden ook de biologen zich over het menselijke gedrag gebogen. Dat gebeurde natuurlijk niet van de ene dag op de andere, maar wel viel op, dat, pakweg, zo'n jaar of vier geleden de buitenwacht zich begon te interesseren. Haanstra maakte een film; in het Koninklijk Paleis te Amsterdam werd in het bijzijn van prinses Beatrix en prins Claus een 'ethologendag' gehouden (een etholoog is een bioloog die zich speciaal bezighoudt met het gedrag van dieren). Was er verband tussen die belangstelling en de zorgen om de bedreigde natuur? Of met herlevende romantiek en daaraan verwante 'terug-naar-de-natuur'-gevoelens? Hoe dan ook, de gedachtenwisseling over het gedrag van mens en dier werd al spoedig verlevendigd of vertroebeld door de onthulling dat een der 'vaders van de ethologie' prof. Konrad Lorenz in de tweede wereldoorlog hoogst bedenkelijke zaken had opgeschreven. Kort weergegeven kwam, wat hij toen te zeggen had erop neer, dat het instinct, dat bij dieren zo belangrijk moest worden geacht voor het voortbestaan en de voortplanting, minder goed werkte wanneer een dier was gedomesticeerd (zeg maar: huisdier was geworden). Het werd dan bijvoorbeeld minder kieskeurig in de keus van zijn partners met als gevolg algeheel verval. Deze verschijnselen bracht hij over op de mens, hetgeen hem voerde tot een pleidooi voor een bewust gevoerde, wetenschappelijk gefundeerde rassenpolitiek en tot een uitspraak als bijvoorbeeld: 'I-let rassenprincipe ais basis voor onze staatsvorm heeft in deze richting reeds oneindig veel gedaan, de Noordse Bev\/eging is van oudsher gevoelsmatig tegen de verhuisdierlijking van de mens gericht geweest.' Een dertigtal jaar later bracht Lorehz het huisdier opnieuw ter sprake, nu in vergelijking met de 'overbeschaafde stadsmens', hetgeen de publicist R. Kousbroek in NRG/ Handelsblad onder de kop 7eve de mopskop' bleek op te vatten als een compliment. 'Waar ik op wacht is dat de mens echt tam wordt. Verhuisdierlijkt.'

'Gevaarlyk' Biologen gaven te kennen, wel waardering te hebben voor de waarnemingen die Lorenz had verricht, maar meenden tevens dat hij al te lichtvaardig heen en weer sprong tussen mens en dier. Zo werd aangevoerd dat uitspraken als die over het juistgenoemde huisdier 'grotendeels andere geJb/eden' bestrijken 'dan het vakgebied van de ethologie en wat onder het hoofd ethologie valt is zo speculatief dat het zelfs nauwelijks een hypothese kan worden genoemd' 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 269

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's