Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 21

KOLONIALE QUAESTIE.

men

Turkije had

niets te vreezen

De poging

Waar

uit de

dus

blijkt

Singapore was van Atjeh zelf uitgegaan.

te

stukken, dat de Regeering geen enkele poging

om

onbeproefd heeft gelaten

In

den toon waarop de Hooge Porte

stukken sprak, straalde allerminst een vijandelijke bedoeling

blijkens de

tegen ons door.

Nog

in

;

21

komen

een vredelievende oplossing te

tot

V

dit.

met het Turksche Gouvernement komen

gedachtenvvisseling

de

uitdrukkingen

voor,

konden

verbittering

eer

die

Men

wekken.

ging

daarbij toch uit van het standpunt, dat onze Regeering den Sultan van

Turkije

niet

kan erkennen

als

het

geestelijk

hoofd van

de

Mahomedaan-

Met welk recht ? De Minister van Buitenlandsche Zaken

sche volkeren.

erkent toch immers den Paus van

Rome

wel terdege

als

het geestelijk

hoofd der Roomschgezinden in het koninkrijk der Nederlanden

dan

een

andere

erkenning

wordt

tactiek

onze

in

afgesneden

ten

Koloniën

gevolgd,

behoeve

der

?

Waarom

waarbij analoge

Mahomedanen ?

wisten vooruit, dat Turkije geen politiek van agressie zou volgen al

ware men hierop niet volkomen gerust, dan zouden andere

nementen

daarvan wel hebben teruggehouden.

het

dat de Regeering getrouw

kan ik

dien hoofde

uit

De

ook

;

Gouver-

Ik zie dus niet

in,

gebleven aan hare toezegging. Haar politiek goedkeuren.

niet

eenig wenschelijke politiek ware mijns inziens geweest, dat men,

na de zekerheid

hebben verkregen dat

te

Italië

en Amerika zich terug-

genomen op de reede van Atjeh,

trokken, positie had

steun

is

Wij

zich van Engelands

verzekerd, en langzamerhand Atjeh had geïsoleerd.

had

Ook

de

Sultan van Siak had in 1857 verraderlijk en trouweloos gehandeld; ook hij

der

trachtte een

gemaakt lijn

vreemd protectoraat

;

integendeel,

men

hem

heeft

heeft

men

zich laten

vernement

doodwerken en hem de

?

men

heeft

Al had

hij

niet

doet, tot hij

Noordkust,

Eurf)peesche Gouvernementen willen afloopen,

alle

toch

op gelijke wijs met den Sultan van Atjeh

verzet

Dan zou

*

hebben de

geworden en zich geschikt hebben

politiek eischte.

tegen

Sultan in

we

iets

in

op

vestiging

wel tam en

mak

Atjeh verzekerd

zijn

ge-

voor onze politieke belangen hadden te duchten.

de Kamer, nu die politiek niet gevolgd

onbeoordeeld laten?

vreemde

vanzelf

wat het belang onzer koloniale

Onze Europeesche invloed zou

weest, zonder dat

Mag

haak

afgewezen, machteloos in handen van ons Indisch Gou-

Engeland zou zich Sumatra's

geen verwijt

viel.

Waarom gehandeld

het Gouvernement

hiervan

gevierd, gelijk de visscher het den snoek aan den

eindelijk, overal

zijn

te verkrijgen bij

Maar hem

Straits-Settlements.

is,

het regeeringsbeleid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen