Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 214
ELECTORALE QUAESTIE.
214
zou
Immers het Goiiyeniement aannemen, en Minister
den
herinneren,
te
een
lid
nieuwe
Avelke
het wetenschappelijk debat aan de orde
ander
kunnen
stelsel
dezer Kamer, noch aan
stelsels
achtereenvolgens in
gekomen. Alleen wenscli ik
zijn
kleine opmerking hier in te lasschen, dat het nieuwe stelsel, dat in
de
zijn verschillende variatiën iets is
geheel
behoef ik noch aan eenig
clan
verder
is
aan den naam van Hare
gekomen, doordien het ten deele
bij
is
verbonden, thans
de Engelsche schoolboards
en in drie of vier conslüuencies in Engeland ook voor de
ingevoerd,
Parlementskeuze
toepassing
gedeeltelijke
vond, zoodat over de werking
dezer theorie reeds valt te oordeelen.
De tweede weg, behoud van het
die voor het
Gouvernement openstaat, zou
regel in de plaats,
stelsel,
bijvoorbeeld eens Voorgoed te bepalen, of
welke de vaste regelen zullen
hebben;
zal
kiesdistricten
van
men enkelvoudige
met
zijn,
willekeur te stellen
;
door
of meervoudige zijn,
waarnaar
de herziening van de kiestabel zich heeft te richten, enz.
Of waar het Gouvernement ook
dit te
veel achtte, zou ten derde
nog overblijven een eenvoudige herziening van den census. Welken van deze drie wegen de Minister nu bij een eventueele wetsvoordracht zou hebl)en op te gaan, staat aan
maar wel meen kracht
op mag
ik,
schuive. dit
men
is
vraagstuk
hij
ter
is,
hem
ter beoordeeling;
met
vooral by dezen Minister er eenigszins
aandringen, dat
politiek verzonken
Of
dat
hij
bij
zulk een malaise, als waarin onze
de electorale quaestie vooral niet op den achtergrond
niet in
de eerste plaats meer dan iemand de
hand
nemen
te
?
Is hij
man om
het niet, die zich het vader-
schap kan toeëigenen van de geheele electorale l^eweging in ons vaderland die door zijn
Is hij het niet,
tot
bijna
gisting bracht
formeerder, gevallen
wat
alles
het
Is hij niet in
?
nadat
En
?
op
is
een
bekend amendement den stoot heeft gegeven stuk
van Heformbeweging de opiniën in
de tweede plaats opgetreden als Kabinets-
ander Kabinet juist op de Reform-quaestie was
niet in de derde plaats een
Gouvernement, dat
middentoon tusschen de uiterste partijen in deze Kamer het
meest
Eén
£?eschikt
leed
hoop
om ik,
een bij
frisscher ter
staande
alle
misschien
dat de Minister mij ten deze besparen zal.
stemmen, dat de kiestabel,
waar
speelt,
in zekeren
een zoo netelig vraagstuk ter hand te nemen? "rt*-
verwijze mij niet naar de discussie over de kiestabel.
voorstel,
?
hetzij
Men
Hij
zal toch toe-
de Minister het thans aanhangig wets-
frischheid reeds lang af
en beter voorstel aankorae, op
is,
intrekke, dan wel
zichzelf,
ook
al
kan
met
ze er
sprake gebracht, met de Reform-quaestie in beginsel niets uitheeft.
Het zou
mij dan ook leed doen, indien de Minister mij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's