Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 458
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
XXXVTI.
456 den verbroken
Artikel,
maar eg ter niet vergaan of haar wezen een wys Ontleeder, de deelen van
,
,
Kan nu
verliezen.
een menschelyk lighaam koustryk in malkauderen voegen: een Uurwerk-meester de raderen van een uurwerk; hoe veel te meer God, die boven alles is. Zie Ezech. 37 r 3 zullen deze 10. Ende hy zeide tot my Menschenkind beenderen levendig worden? Ende ik zeide Heere Heere gy weet het. Doe zeide hy tot my, propheteert over deze beenderen, ende zegt tot haar, gy dorre beenderen, hooret des Heeren woord. Alzo zeid de Heere Heere tot deze beenderen ziet ik zal den geest in u brengen, ende gy zult levendig worden ende ik zal zenuwen op u leggen ende vleesch op u doen opkomen ende een huit over u trekken ende den geest iu u geven ende gy zult levendig worden ende gy zult weeteu dat ik de Heere ben. Doe propheteerde ik gelyk my bevolen was ende daar werdt een geluid, als ik propheteerde, ende ziet, eene beroeringe en de beenderen naderden elk been tot zyn been. Ende ik zag, ende ziet, daar werden zenuwen ende daar kwam vleesch op ende hy o]3 den zelven trok eenen huit boven over haar; maar daar was geen geest in haar. Ende hy zeide tot my, propheteert tot propheteert Menschen-kind ende zegt tot den geest den geest, zo zeid de Heere Heere, gy geest komt aan van de vier winden ende blaast in deze gedooden op dat zy levendig worden. Ende ik propheteerde, gelyk als hy my bevolen hadde doe kwam de geest in haar, ende zy wierden levendig, ende stonden op hare voeten,, ^en gansch zeer groot heir.
—
,
,
,
;
,
,
,
,
:
,
.
,
,
,
,
,
,
:
,
,
:
Met welke ligbamen zullen de dooden opstaan f Met de zelfde lighamen in dewelken zy zullen geleeft hebben l Cor. 15 53. Want dit verderfelyke moet onverdei'llykheid aandoen ende dit sterfelyke moet onsterfelykheid aandoen. Job 10 25—27. Want ik weet myn verlosser leeft, ende hy zal de laatste over het Vrag.
Antw.
,
:
:
,
:
stof opstaan;
ende
als
zy na
zullen hebben, zal ik uit
mvn
myne
huit dit doorknaagt
vleesch
God aanschouwen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's