GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Zending-Congres - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Zending-Congres - pagina 36

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

;

20 hij In de gevangenis, wegens onvoorzichtigheid en harde behandeling van een kind. Hij heeft met ootmoed zijne straf geleden, moge zijne bittere ellende menig Zendeling tot leering zyn. Van Eek, sedert lang werkzaam aan de Milit. Akademie te Breda, heeft nog een woordenboek vervaardigd, moest wegens ziekte

moest

repatrieeren en daarop teruggekeerd, op nieuw Bali verlaten. De Vroom heeft ook nog kunnen werken door vertaling van Zahn's Bijbelsche geschiedenissen, maar na den eersteling op Bali

gedoopt en enkele scholieren verzameld Het hebben, heeft hij Bali weer verlaten.

te is

een barre rotsgrond, de taal is zeer moeielijk; Kawitaal en de volkstaal, naar het Javaansch zweemende; het volk is lastig, de bodem ongezond. Wanneer zal Bali den Heere Jezus toe-

behooren ? SUMATKA. Passeert men straat Sunda bij gunstige gelegenheid van weer en wind, is het alsof men droomt, zoo schoon is Gods schepping hier onwillekeurig denkt de Christen, bij het aanschouwen van die schoone pracht der duizenden eilandjes, als perken in een onmetelijken tuin, doorsneden met heldere wateren, aan Jes. 40 vs. 15 en 16 en aan den grooten Schepper, die de En de eilanden daarheen werpt als dun stof.

Libanon (men ziet Sumatra blanwen) is niet genoegzaam ten brandoffer, etc. etc. Weemoedig is

het, te weten, dat in al die heerlijkheid, de

schoonheid die den Schepper met dankoffers zal naderen, ontbreekt zondeval

en

hare

heeft verdorven.

gevolgen

Want

de

deze

priester,

helaas al te zeer. Men gist dat Sumatra van 5 tot 7 millioen De Engelsche Baptisten zijn inwoners telt. hier de eersten geweest om te arbeiden. Zij kwamen in 1820 en vestigden zich te Siboga. Burton het eerste. De Engelschen worden op Sumatra niet geduld, misschien wel door het tusschenbestunr der Engelschen en de jaloesie Na Burton waagden het der Nederlanders. twee Amerikaansche Zendelingen, gezonden door de Boston Board, zich te ver onder de Batta's, tot Siliuduug. liet waren de BB. Munson en Lij man, zij werden wreed vermoord en door Deze gruwel gaf de Kannibalen opgegeten. veel verslattenheid onder de Christenen. Toch beproefde het de Amerikaansche Zendeling Ennis, 1847, maar ziekte verhinderde ook dit werk in Mandhelingr. De eerste na deze treurige geschiedenis zou een Nederlander zijn van de Ermelosche Zending, door Br. Witteveen, den reeds aangehaalden predikant, opgeleid. Het was

Van

Asselt, geboren te Eijbergen, een godvreezend jongeling. Hij meldde zich aan bij het Ned. Zending Genootschap, met medeweten van Br. Witteveen, doch werd afgewezen, misHet schien wegens te weinige ontwikkeling.

heeft den Heere behaagd Witteveen te belasten met deze taak. Van Asselt werd gezonden.

Wijselijk nam hij tijdelijk eene gouvernementsbediening waar, niet slechts tot zijn onderhoud, maar ook ter veiligheid en tot de noodige kennis van land en volk. Het Ned. Gouvernement was bedacht geweest op nauwkeurige kennis van land en volk. Dr. Junghuhn en Dr. Neubronner van der Tuuk zijn hierin zeer nuttig dienstbaar geweest, de eerste in Gouvernementsdienst, de andere voor het Bijbelgenootschap; daardoor is de grond gelegd voor later welslagen. Het Rhijnsche Zendinggenootschap te Barmen zond Br. Klammer, die zich met Van Asselt vereenigde, ook gesteund door het Rhijnsche Zendinggenootschap. Het was natuurlijk voor Ds. Witteveen te zwaar. In 1856 waren twee Hollanders, Van Asselt en Betz, en twee Duitschers, Klammer uit Borneo en Heine uit Duitschlaud, in dienst van het Rhijnsch genootschap, te Sipirok, Bunga bundar, Pangaloan en Sigumpulan, en in 1863 zette Nommen.sen zich te Siliudung neer, waar de Nomtwee eerstelingen vermoord waren. menssen leefde in gevaar, doch werd behoed en stichtte nog twee stations: Pantjur-na-Pitu en Sipotolou. Spoedig steeg het getal Rhijnsche Zendingspostentot negen. Het Java-Comité onderhield Nommenssen en twee stations te Angkola sedert 1864 en de doopsgezinde Vereeniging 1870 te

Pakanten één. In 1876 werd een woest opperhoofd, OmpoeMahi, krachtig tot God bekeerd. Deze bekeering werd een zegen, zoo ook werd eene cholera epidemie door den Heere geheiligd. In 1879 waren er reeds 1326 Batta's Christenen Er arbeidden 18 Zendelingen en in 1880 steeg het getal gedoopten tot 3500, terwijl nog 2000 werden voorbereid tot den H. Doop. In twee dialecten is Gods Woord in de Battataal vertaald geworden. Er bestond een Seminarie te Pautjur-na-Pitu met 40 kweekelingen, meer dan 30 inlandsche helpers steunden de Zendelingen. Het Rhijnsche genootschap vond veel steun in Nederland, zelfs vormde zich een soort onderdeel in ons vaderland met een eigen maandbericht.

')

Al

is

het

waar, dat

cijfers

De l.uthersclie Zending-vrienden eii met hen anderen, vormden in 1880 een eigen vereeniging, arbeiden op liatu, Nias, met 2 Zendelingen, Kersten en A. Ü. S. Frucken Scluuidt. ')

vele

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's

Acta van het Zending-Congres - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's