GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Zending-Congres - pagina 120

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Zending-Congres - pagina 120

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

102 ging, beproefde in 1765 het plan van baron von Imhoff weer te doen herleven, maar de Heeren

is. De laatste studenten van Colombo, ons vaderland en wel te Utrecht, van 1756 1762, gestudeerd hebben, zijn Bastiaan Janzen, Philip Gerhard Juriaan Ondaetjes (Malabaren) en Andreas Spoor (Misties). Ondaetjes mislukt; de eerste heeft als predikant bij is de Portugeesche gemeente van Batavia gediend en de laatste te Gale (Ceylon) gepredikt in de Singaleesche taal. Sints werden geene jongelieden van het Seminarie meer naar de

in 1773 in zooverre werd voltooid, dat er voortaan aan die school 9 Malabaren, 9 Singaleezen en 6 Europeërs of Mistiezen zouden geplaatst worden, van welken de laatsten naar

gezonden. Kon men dan niet te over den uitslag dezer pogingen, Indische Kerk te voorzien van predi-

Europa gezonden zouden wordeu, om voor predikant te studeeren. Drie jongelingen Hofman, Hugonis en Ondaetje zijn daarop naar de

storven die

in

Academiën vreden

om

de

zijn

kanten?

Neen

toch.

Want immers werd

het

Seminarie van Colombo opgericht ,.om door zijne kweekelingen den inlander in zijn eigen taal en door zijn eigen natie bij wijze van schoolmeesters of inlandsche krankbezoekers en landpredikers tot het Christendom over te brengen." En al veranderde Baron vonlnihof in zooverre den aard van het Seminarie, dat hij Singaleezen en Malabaren daarin wilde bekwamen, dat zij de professoren aan de hoogescholen hier te lande met vrucht konden hoeren, zijn doel

was ook, dat dezen, „na hunne terug-

komst, het Evangelie in Indiaansche kleederen (zouden) gaan prediken door de landen van den Keizer van Ceylon, in wiens gebied, behalve de Ambassadeurs, welke de Compagnie jaarlijks af en aan den vorst zendt, geen Europeaan of" iemand daarvan afkomstig, komen mag, dewijl zij, ontdekt zijnde, aanstonds gevat en voor al hun leven gevangen gehouden worden,

waarvoor geen Singalees of Malabaar in

zijn

vreezen heeft." Dit verkregen de Roomschen wel, zoodat wij ons niet hebben te verwonderen, dat zij beter slaagden onder de

kleeding

te

Heidenen, waarom vaak moest geklaagd worden door de kerkeraden „over den aanwas van het pausdom." In 1760 ontving het Seminarie van Colombo weer een nederiger bestemming, om n.1. inlandsche proponenten van den vroegeren stempel, onderwijzers, krankbezoekers, tolken en inlandsche regenten, te kweeken. Het onderwijs in het Latijn, Griekscb en Hebreeuwsch werd afgeschaft en daarvoor in de plaats gesteld de rekenkunde en de aardrijkskunde. Onder het rectoraat van Abrahamsen in 1763 bloeide het Seminarie weer op en had men hope, dat verscheidene leerlingen zouden beantwoorden, om het Evangelie onder de heidenen te brengen. Nu en dan werden er proponenten uit hen benoemd, die „op het land met vrucht" werkten. De godvruchtige Gouverneur Falck, wieu de uitbreiding des Christendoms zeer ter harte

XVII wilden

vooreerst van geene

verandering Falck op zijne eigene kosten een docent in het Latijn aan het Seminarie aan en begon daar dus een wijziging, die

meer weten. Toch

stelde

Nederlanden gezonden, moesten echter eerst op de triviale scholen gaan, om daarna de Hoogeschoul te kunnen bezoeken. Alle drie werden predikanten, doch weer niet voor den arbeid der Zending onder de heidenen. Eindelijk kwijnde het Seminarie en stierf weg, zonder aan de groote verwachtingen te hebben beantwoord, die men er bij zijn stichting van koesterde.

Wij moeten thans nog gewagen van het derde Seminarie, dat te Batavia werd opgericht onder de auspiciën van den reeds door ons genoemden Baron von Imhoif, die toen ter tijd GouverneurGeneraal was. In 1742 namen de Heeren bewindhebbers der O. I. Compagnie de resolutie om „ten dienste van de verder gevorderden een Seminarium op te richten (te Batavia), evenals te Ceylon, tot het aauleeren van talen en leggen van de gronden der leligie, ten einde daaruit in den tijd, wanneer zich daarin bekwame subjecten, tot dienst van Gods Kerk, komen op te doen, jaarlijks twee zulke subjecten van Batavia, mitsgaders twee uit het Colombosche Seminarie over te zenden tot voltrekking hunner studiën, om, na verloop van uiterlijk drie jaren, alhier volleerd en tot proponenten geëxamineerd en geadmitteerd zijnde, wederom naar Batavia en Ceylon terug gezonden te worden op een tractement, ten einde de eersten zouden, dienen tot leeraars te Batavia, voor Java en de Oost, mitsgaders het geheele gedeelte van Indien, alwaar de Maleitsche taal gangbaar en de laatste voor Ceylon en de West."

is;

Het plan voor dit Seminarie werd door Baron von Imhotï' uitgewerkt en den Raad van Indië, den 25en .luni 1745, ter goedkeuring voorgelegd. Zekere opstallen en erven, op de Veerburgsgracht buiten de poort Rotterdam, werden aangewezen voor het Seminarie, zijne kweekelingen en leermeesters. Met 13 leerlingen moest begonnen worden, en daar jaarlijks 6 aan toegevoegd,

totdat

het

getal dertig bereikt was. uit allerlei soort

Deze kweekelingen dienden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's

Acta van het Zending-Congres - pagina 120

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's