Acta van het Zending-Congres - pagina 23
!
over het heidendom te zijn. De hoofddwaling is het stellen eener hoogere openbaring boven de Schrift, (kenmerk ook van het Mormonisme). Een Atjinees zeide tot een Nederlandsch ambtenaar: „Ik verwerp uw Jezus niet," en toen roemde hij den Christus met schooner woorden, dan de ambtenaar dit verwachtte. Wat randt dan in 't MohammedanisDiedeeereGods aan? Dit: Christus predikt een geestelijk leven tegenover het zinlijke. Dit mishaagde den wellustigen Ismaëliet en daarom greep hij naar een waan, die hem toestond, met behoud van het zinlijk, iiitwendige leven van wellust en genot, de glorie van Christus wederkomst te vereenigen. In dit licht verstaat men ook hun roeping, om alle volken tot met het zwaard bekeering te brengen Dit zinlijk wezen nu moet de zending aan-
—
tasten
met het gezag der wet des geestelijken
levens.
zonde van het Heidendom is De afgoden tarten den de afgodevdie7ist. Almachticje. De daad onzer Zendelingen uit de Middeleeuwen om de afgodsbeelden neer te slaan en heilige eiken te vellen waren groote daden, met groote gevolgen. Geweld gebruike nu de Zendeling niet, doch hij gevoele Het gaat om Verder, om de de afgoden te doen vallen Kerk te openbaren, en vooral ook om, b. v. in zake het huwelijk, de verhouding van de kinderen tot de ouders enz. het volksleven om te 9.
De
kapitale
:
!
zetten.
Op nieuw
geeft de voorzitter gelegenheid Hieraan wordt deelgenomen door de broeders Schaafsma, Lion Cachet, Wagenaar, Hovy, Gispen en Rutgers. Ds. Schaafsma wraakt de z. i. te gunstige diagnose van het Mohammedanisme. De ervaring leert, dat de Mohammedaan de hardnekkigste vijand der christelijke zending is. Ds. Lion Cachet wil niet ingaan op hetgeen Ref. gezegd heeft omtrent de Joden en het Chiliasme, doch moet opkomen tegen de voorstelling, als zou de opkomst der Zending in
al
begeerden, deu het Evangelie te niet uit algemeene menschenliefde of
revolutionair
Heidenen brengen,
om
ze
en
door
gezind.
Zij
Mahomedanen
gelukkig
beschaving
te
maken,
maar allereerst in gehoorzaamheid aan 's Heilands bevel, om Zijne Kerk te planten en in hun arbeid was de Heilige Schrift grondslag en regel. Dit was ook het standpunt van Hardcastle, Bogue, Eyre Love en de andere Stichters ;
van het Londensche Zendinggenootschap, dat echter geen Kerkelijk standpunt heeft inge-
nomen. Met de revolutie, bijname in de Zending, hadden deze mannen toch niets gemeen. En wat de N. G. Z. V. betreft, meent Spr.
mogen zeggen,
te
Kerken
dat
hare opheffing, als de
werk hebben overgenomen, geen executie zal zijn, maar vruchtdraging. Dan eerst zal de Vereeuiging volkomen aan hare bestemming hebben beantwoord, als zij, door het
de verheffing der Zending, die tot dusver door haar naar het ambt der geloovigen behartigd werd, tot arbeid der Kerken, onnoodig zal zijn geworden. Dr. Wagenaar vraagt, of niet het woord: representeert" in stelling XI, ') in tegenspraak is met het gestelde in thesis VI? Br. Hovy betoogt, dat ook de oefenaar en de particuliere Zendeling wel degelijk met ,,
autoriteit optreedt,
Woord, dat
omdat
hij
komt met Gods
beveelt te gelooven.
Ds. Gispen vraagt of de doop van de genootschaps-zendelingen wel kan worden erkend, aangezien deze toch, zooals terecht is aangetoond, buiten het ambt staan?
tot discussie.
Engeland en Schotland,
in het laatst der vorige en het begin dezer eeuw, een onschriftuurlijk, onkerkelijk en revolutionair karakter dragen. Carey, FuUer, Ryland e. s. toch hebben zich, van meet aan, gesteld op het standpuut der Heilige Schrift en het direct gebod des Heeren, dat aan alle creaturen het Evangelie moet worden verkondigd. Zoowel zij als de Stichters van het groote Church J\[issionarij Society, en de baanbrekers der Zending door de Schotsche Kerken waren kerkelijke mannen, en minst van
Om den Referent even ruste te gunnen, beantwoord Prof. Rutgers enkele vragen. Daarbij merkt hij o. a. op, dat Referent Mohammedanisme geenszins als een brug het Christendom, maar als een dam tegen het Heidendom had voorgesteld, en dat dit laatste het eerste zelfs uitsluit. Bij het Mohammedanisme is de tegenstand sterker dan bij het het
tot
Heidendom, evenals die bij het Jodendom weer is dan bij het Mohammedanisme; naar den regel, dat eene dwaling des te moeielyker te overwinnen is, naarmate zij nog met meerder En elementen van waarheid vermengd is. sterker
—
aanleiding van eene andere bedenking, treedt hij in eene uitvoerige uiteenzetting van de quaestie der geldigheid van een toegedienden doop; vooral om te doen uitkomen, hoe ook hier van toepassing is, dat er veel geschiedt, wat men onverstandig noemen moet en waaraan
naar
')
Oorspronkelijke redactie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's